Wages of Fear-Le salaire de la peur (1953)

Regie: Henri-Georges Clouzot | 124 minuten | actie, drama, avontuur, thriller | Acteurs: Yves Montand, Charles Vanel, Peter van Eyck, Folco Lulli, Antonio Centa, Darling Légitimus, Luis de Lima, Jo Dest, Darío Mareno, Faustini, Seguna, William Tubbs, Véra Clouzot

‘Le salaire de la peur’, in Nederland beter bekend als ‘Wages of Fear,’ is op het oog een klassieke avonturenfilm. Na een wel erg lange introductie van veel verschillende personages richten we ons op Mario, Mr. Jo, Bimba en Luigi (Mario en Luigi uit de bekende computerspelserie? Misschien. Het bizarre is dat juist Luigi erg veel op computerspel-Mario lijkt, compleet met bretels, petje, zwarte snor en dikke buik). Deze vier worden erop uit gestuurd om nitroglycerine, een explosief stofje dat al ontploft als het een beetje door elkaar geschud wordt, over hobbelige paadjes naar een brandende oliebron te vervoeren. Spanning gegarandeerd. Regisseur Clouzot heeft zich echter ook verdiept in het existentialisme van zijn tijdgenoten Jean-Paul Sarte en Albert Camus en probeert dit te koppelen aan de spanning van de rit.

De hoofdpersonages storten zich uit pure verveling in een levensgevaarlijk avontuur zonder enig besef van leven en dood. Vooral hoofdpersoon Mario lijkt compleet leeg van binnen. Aan het begin van de film heeft hij een mooie vrouw die letterlijk op haar knieën zijn handen likt, maar het doet hem helemaal niks.

Het hele eerste uur van de film speelt zich in Las Piedras af en toont de verveling van de westerlingen die daar zijn gestrand. Komische taferelen wisselen zich af met serieuzere opstootjes. Een uur lang om de personages te leren kennen, maar in de tweede helft, de spannende roadtrip van de vier ‘helden’, blijkt dat we nog helemaal niets van hen weten. Tijdens de reis leren we pas de ‘echte’ Mr. Jo, de ‘echte’ Luigi en de ‘echte’ Bimba kennen, maar niet de ‘echte’ Mario. Hoofdpersoon Mario is niet ‘echt’. Hij is de vleesgeworden niets. Hij komt enigszins tot leven als hij de ogenschijnlijk avontuurlijke Mr. Jo tegen het lijf loopt. Er is zelfs een lichtelijk homoseksuele spanning tussen Mario en Mr. Jo, maar uiteindelijk voegt dit weinig toe, simpelweg door de complete innerlijke leegte van Mario. Zijn gevoelens voor Mr. Jo zijn oppervlakkig en worden enkel opgewekt omdat Mr. Jo wat leven in de brouwerij (en in Mario zelf) brengt.

Mr. Jo haalt Mario over om zich aan te melden als chauffeur van één van de twee trucks met nitroglycerine. Al aan het begin van de reis blijkt echter dat Mr. Jo zeer bang is voor de dood. Mario’s verbittering is voelbaar. Even geloofde hij weer ergens in, maar het blijkt nergens op gebaseerd. Vervolgens stort hij zich volledig in het gevaarlijke avontuur, daarbij letterlijk nooit op de rem drukkend, zelfs niet als hij bijna Mr. Jo overrijdt. Mario lijkt zo gefocust op zijn doel – eindelijk heeft hij een doel! – dat het hem niet uitmaakt wie of wat hij de afgrond inrijdt.

De spanning in de tweede helft van de film is op geniale ‘Hitchcockiaanse’ wijze opgebouwd. De trucks komen in nagelbijtende situaties terecht maar de climax van de situatie komt altijd op een compleet onverwacht moment. Dit maakt de hele rit naar de oliebron enorm onheilspellend. En eigenlijk is de eerste helft, het verveeld wachten tot er eindelijk eens iets gebeurd, ook niet storend. Wat wel stoort is de leegheid van Mario. Om hem heen dwalen enkele interessante figuren, zoals Mr. Jo, die compleet instort tijdens de rit, en Luigi, die nog maar een maand te leven heeft, maar ook zij wekken geen sympathie op. Maar dan is er nog die ene scène. Die ene prachtige, onvergetelijke scène. Die ene scène die de film ver boven haar eigen niveau uit tilt en, ondanks al haar tekortkomingen en mislukte filosofische pretenties, toch de status van klassieker geeft.

Jelmer van der Lucht

Waardering: 4