West of Hot Dog (1924)

Regie: Joe Rock, Scott Pembroke | 30 minuten | korte film, western, komedie | Acteurs: Stan Laurel, Julie Leonard, Lew Meehan

Broncho Billy Anderson. Een naam die klinkt als een klok, maar die anno 2013 niet veel mensen meer wat zal zeggen. De beste man was in de eerste paar decennia van de twintigste eeuw een bezig baasje in Hollywood. Niet alleen speelde hij een hoofdrol in de eerste echte speelfilm ‘The Great Train Robbery’ (1903), hij schreef en regisseerde ook en richtte zijn eigen studio op. Zijn naam is nauw verbonden met het genre van de western, je zou kunnen zeggen dat hij de eerste revolverheld van het witte doek was. En hij werkte samen met Stan Laurel, met wie hij een reeks parodieën op grote Hollywood-producties maakte. Toen Anderson in de clinch lag met de studio (Metro) en opstapte, bleef Laurel de filmpjes maken. Eén van die parodieën op de cowboyfilm is ‘West of Hot Dog’ uit 1924, gebaseerd op het marginale ‘West of the Pecos’ (1922). Waarom een geflopte film zonder grote sterren gekozen is voor een spoof, is een raadsel. De parodie is overigens net zo’n niemendalletje als het bronmateriaal.

Stan speelt in ‘West of Hot Dog’ een nieuwbakken cowboy die onderweg is naar het stadje Hot Dog om een erfenis te innen, als hij wordt beroofd. Eén van de dieven, Bad Mike, blijkt eveneens aanwezig te zijn naar de notaris, in de hoop ook wat centen van Stans overleden oom op te kunnen strijken. In het testament staat dat Stan alles krijgt. Dus ook ‘The Last Chance Saloon’, de bar die zijn oom runde. Mocht Stan echter komen te overlijden, dan mogen Bad Mike en zijn vriend de saloon samen delen. Het wordt Stan direct te heet onder de voeten en hij vlucht het stadje uit. In zijn haast en zijn onhandigheid springt hij op het paard van Big Mike, die hem rechtstreeks naar diens huis leidt. Als Mike en zijn gang, na nog even snel de saloon beroofd te hebben, thuiskomen en Stan opmerken, vliegen de kogels je weldra om het hoofd. Gelukkig is de plaatselijke sheriff niet ver weg…

Direct vanaf de eerste scène is het duidelijk dat Stan hier een fish out of the water is als cowboy. Een held is hij niet, laat staan een scherpschutter. De dame die hij aanvankelijk aan zijn zijde heeft, draait hem al gauw de rug toe als blijkt dat hij eigenlijk maar een watje is. Tegen de twee nietsontziende bullebakken die het op hem gemunt hebben, is hij natuurlijk niet opgewassen. Leuk moment in de film (met voor 1924 heel aardige filmtrucage) is bijvoorbeeld de scène waarin de twee zware jongens met die arme Stan proberen af te rekenen door hem uit het raam bij de notaris te gooien. Maar Stan blijkt een engeltje op zijn schouder te hebben. Natuurlijk is het verhaaltje zo dun als een pannenkoek en zijn de grappen fysiek en melig (slapstick), maar dankzij Stans heerlijke pokerface en grote talent is het toch prima te kijken. Niet zo goed als het werk dat hij leverde met Oliver Hardy, maar een van zijn betere solowerkjes.

Patricia Smagge

‘West of Hot Dog’ verschijnt in mei 2013 op DVD (6 DVD-box ‘Laurel & Hardy: De Collectie’).