When the Light Comes-Licht (1998)

Regie: Stijn Coninx | 110 minuten | romantiek, avontuur | Acteurs: Francesca Vanthielen, Joachim Król, Rick Engelkes, Reidar Sorensen, Rodney Beddal, Marit Blling, Karin Lunden, Morten Rohrt, Per Skiolsvik

Een Belgische actrice die een Nederlandse speelt en een Duitser die een Deense man vertolkt: dat kan toch niet goed gaan? En dat doet het dan ook niet. ‘When the Light Comes’ is dan ook een mislukte film geworden die op geen enkel front weet te overtuigen. ‘When the Light Comes’ is gebaseerd op de autobiografische roman ‘Waar blijft het licht’ van Heleen van der Laan.

Het is niet uiteraard niet eerlijk om een film enkel te beoordelen op de nogal ongelukkige castingkeuze van de regisseur. Als ‘When the Light Comes’ alleen maar te maken had gehad met een Vlaamse actrice die met haar zalvende tongval een oer-Hollandse meid moest neerzetten, dan was daar nog wel overeen te stappen. Talloze films maken gebruik van acteurs die de meest bizarre accenten gebruiken in de hoop om de betreffende nationaliteit van hun personage goed weer te geven. Denk maar aan het historische epos ‘Alexander’ (2004) waar zowat de hele cast met een gekunsteld accent sprak. Die film is dan ook door het gehele gilde der critici de grond in getrapt. Maar een film als ‘Enemy at The Gates’ (2001) was ondanks de vreemde accenten toch uiterst genietbaar.

Helaas houdt de kritiek op de film van Stijn Coninx niet op bij de vreemde keuze van de casting. Om kort te zijn: Vlaamse actrice Francesca Vanthielen is mateloos irritant als de Hollandse Ellen. Haar personage is arrogant, egoïstisch en bijzonder kinderachtig. Het verwende nest loopt de hele film door te klagen en te zeuren. Elk dipje dat ze heeft wordt begeleidt door piepende en jankende violen waarbij de pruillip en de grote Bambi-oogjes van Vanderthielen voor dramatiek moeten zorgen. Maar hoe moet je in hemelsnaam sympathie opbrengen voor een onuitstaanbaar wicht dat zich gedraagt alsof ze een benadeeld prinsesje is?

Daarnaast doet de niet-aflatende stroom aan uitleggerige voice-overs de film ook geen goed. In deze monologen valt het krampachtig onderdrukte accent van de Vlaamse actrice pas echt goed op. Op een nogal weeïge wijze praat Vanderthielen op statige, houterige manier over de gevoelens van haar personage. De kinderlijke manier waarop de dagboekfragmenten verteld worden zijn zeer vervelend en duren veels te lang.

Tussen de monologen door moet er ook nog een verhaal verteld worden. Een verhaal vol ongeloofwaardige momenten en idiote plotwendingen. Het verloop van de gebeurtenissen sluit absoluut niet op elkaar aan en lijken er plompverloren in te zijn geflikkerd. Zo wil het hoofdpersonage vakantiewerk gaan doen bij een pelsjager, maar reageert ze geschokt en verontwaardigd als de man een zeehondje wil doden om zijn pels af te stropen. Het welbekende viooltje draait vervolgens overuren als de schattige zeehond in beeld komt. Tja, pelsen groeien nu eenmaal niet aan de bomen.
De spil van het verhaal is de relatie tussen de pelsjager, redelijk vertolkt door de Duitser Król en Ellen. In eerste instantie walgt de studente van de contactgestoorde Deen, maar gaandeweg vindt ze hem steeds leuker. Dat de plot van ‘When the Light Comes’ flinterdun is hoeft in principe geen beletsel te zijn. De film ‘The Snow Walker’ (2003) bewees dat je met een soortgelijk, minimalistisch uitgangspunt toch een sterke, sfeervolle film kunt maken. Coninx gaat met de erbarmelijke casting, het gammele script en de vervelende personages flink de mist in.

De relatie tussen de twee overtuigt geen moment. Er is geen chemie, geen bevlogenheid, helemaal niets. De botsende karakters komen maar niet uit de verf. Dat is niet geheel op het conto van de acteurs te schrijven, ook het script werkt niet mee. Zo heb je dus de bitchy helleveeg aan de ene kant en een passieve, contactgestoorde man aan de andere kant. De man laat alles maar over zich heen komen en slikt alle beledigingen aan zijn adres als zoete koek. Het mag geen verrassing heten dat deze combinatie nu niet bepaald spetterende cinema oplevert.
Daarnaast wil de stille pelsjager Lars maar niet tot leven komen. Zijn nogal hitsige karakter helpt daar niet aan mee. Een man die steeds zwijgt en enkel zijn mond opentrekt om vanuit het niets zijn seksuele driften te spuien is nu niet bepaald een interessant of aansprekend personage. Toch ben je als kijker tot hem veroordeeld, want hij is dus een essentieel onderdeel van de film.

Een minder belangrijk aandeel van ‘When The Light Comes’ wordt vervuld door ‘soapie’ Rick Engelkes. De naam van de Nederlandse acteur staat prominent op de poster van deze film, maar hij is amper 5 minuten in beeld. Het acteerwerk van Engelkes beperkt zich door het breeduit etaleren van zijn onuitwisbare grijnslach en wat gemompel.

Halverwege de film moet een losgebroken ijsbeer voor wat spanning zorgen. Als dat vervolgens schijnbaar niet tot volle tevredenheid verloopt volgens de makers, wordt maar het geheime wapen uit de kast getrokken. Juist ja: seks. Vanuit het niets vinden de twee elkaar ineens erg leuk worden. Blijkbaar moest dat duidelijk worden na een koddige reeks glijpartijen op het ijs, want ineens begonnen de twee hard om en met elkaar te lachen. Dit soort kromme plotwendingen en abrupt afgebroken verhaallijntjes maken de weg vrij voor breed uitgesponnen, klinische seksscènes waarbij vooral de borstpartij van Vanderthielen de hoofdrol vervult.

Voordat de vrijsessie begint, maakt Coninx al ruim baan voor een volslagen irrelevante douchescène waarin het naakte lichaam van de hoofdrolspeelster voor wat erotiek moest zorgen. Nu ziet Vanderthielen er zeker goed uit, maar ze is duidelijk niet op haar gemak in de misplaatste naaktscènes. De kille, afstandelijke manier waarop Coninx het bloot in beeld brengt zal zelfs een puber met een onstopbare hormoonhuishouding niet opwinden.

Is er dan niets positiefs te vertellen over deze film? Nou niet door deze recensent. Blijkbaar vonden de critici de film best aardig want dit product heeft drie prijzen gewonnen en heeft drie nominaties in de wacht gesleept bij diverse festivals. Het enige dat bijblijft na het zien van ‘When the Light Comes’ is het treffende citaat van pelsjager Lars als hij in een zeldzaam moment van zich afbijt in : “You’re no trapper (pelsjager), you’re a tourist!”

Treffender kun je het niet verwoorden. Dit filmisch allegaartje vol acteurs uit diverse windstreken voelt aan als een helse vakantie zonder einde. Een trip waarin die hitsige Duitser en dat leeghoofdige, Vlaamse meisje continu op je lip zitten en om je aandacht bedelen. Een reis die je als onbevangen toerist hopeloos gefrustreerd achter laat. Een betere reden om een annuleringsverzekering te boeken is er niet.

Frank v.d. Ven

Waardering: 1

Bioscooprelease: 29 januari 1998