Winnie de Poeh-Winnie the Pooh (2011)

Regie: Stephen J. Anderson, Don Hall | 60 minuten | animatie, familie | Nederlandse stemmencast: Kees Coolen, Job Schuring, Kees van Lier, Philip ten Bosch, Paul Klooté, Jérôme Reehuis, Hein Boele, Beatrijs Sluijter, Frenk Hakkaart, Jesse Pardon | Originele stemmencast: Jim Cummings, Craig Ferguson, Tom Kenny, Wayne Knight, Peter Cullen, Gilbert Gottfried

De verhalen van A.A. Milne over het Honderd Bunderbos, waar ‘s werelds liefste (en hongerigste) knuffelbeer Winnie de Poeh woont met zijn vriendjes Knorretje, Teigetje, Iejoor, Kanga, Roe, Uil en Konijn, zijn al jaren geliefd bij jong en oud. Niet zo vreemd, want de in 1956 overleden schrijver schreef de boeken, zoals ook in zijn biografie staat, voor het kind in ons allemaal. Disney heeft sinds de jaren zestig regelmatig een van de vele verhalen verfilmd. Door de populariteit van die films, tv-producties en merchandise is Poehs Disney-beeltenis wellicht bekender dan die iconische tekeningen van E.H. Shepard. Toch slagen de bij Disney werkzame tekenaars er bijzonder goed in de oorspronkelijke sfeer van de boeken op het witte doek weer te geven. In de 2D film ‘Winnie the Pooh’ (‘Winnie de Poeh’, 2011) weten ze wederom de juiste snaar te raken.

Het begin van de film is al kostelijk: we zien Poeh lekker slapen in zijn bedje, als de voice-over (in de originele versie John Cleese, in Nederland moeten we het met Kees Coolen doen) hem probeert te wekken. Dat lukt niet zonder meer; er moet met het boek geschud worden, wat een erg grappig tafereeltje oplevert. Het is niet de enige keer dat de vierde muur verbroken wordt: regelmatig verschijnen de pagina’s van het boek in beeld en gebruiken de Honderd Bunderbos-bewoners de letters zelfs om overheen te lopen, of zelfs als redmiddel… Heel inventief en charmant gedaan.

Burney Mattinson, een van de weinige Disney-artiesten die nog kan zeggen dat hij met Walt Disney heeft gewerkt, kwijtte zich aan zijn taak het scenario te schrijven. Hiervoor verwerkte hij drie aparte verhalen van Milne naadloos tot één groter verhaal en liet daarin veel ruimte voor kleine grapjes. Ook verloor hij het oorspronkelijke karakter van de personages niet uit het oog. Poeh is net zo blijmoedig als altijd, Teigetje zijn eigen energieke zelf en het angstige Knorretje heeft nog altijd een hart dat groter lijkt dan het hele Honderd Bunderbos bij elkaar. Iejoor is grappiger dan ooit, maar dat komt vooral omdat voor hem een wat grotere rol dan normaal is weggelegd. Uil wil niet toegeven dat hij het eigenlijk niet zeker weet en dat is de catalysator voor het grootste deel van de film.

Het is een dag als alle anderen. Poeh heeft weer last van een rammelende maag (aan het geknor te horen overtreft dit alle eerdere hongeraanvallen) en besluit op zoek te gaan naar honing. Maar wanneer hij ontdekt dat Iejoor zijn staart kwijt is geraakt, roept hij de hulp in van Uil. Uiteindelijk besluiten de dieren een wedstrijd te houden: wie het eerste een staart voor Iejoor vindt, wint een pot honing. Daar heeft Poeh wel oren naar, maar de prijs gaat toch aan zijn neus voorbij. Als hij na afloop op bezoek wil bij Janneman Robinson (wellicht heeft hij honing?), vindt hij alleen een briefje waarop staat: “Ben weg. Bezig. Tot zo”. Uil is de enige die kan lezen en hij maakt er uit op dat Janneman Robinson is ontvoerd door een monster dat zich Totzo noemt. De heldhaftige vrienden nemen zich voor het (denkbeeldige) monster gevangen te nemen en zo Janneman Robinson te redden. Dat valt nog niet mee met een lege maag, merkt Poeh. Dat levert zo’n typische, visueel adembenemende, Disney-droomscène op, waarin Poeh overal honingpotten ziet en uiteindelijk zelf in een bijenpakje rondzwemt in een oase van honing. De scène waarin Uil zijn interpretatie van de Totzo tekent op het bordje dat als Iejoors staart fungeert, en de krijttekeningen tot leven komen, is al even fenomenaal.

Wat eveneens in het oog springt is dat – in live action – de slaapkamer van Janneman Robinson in het begin en eind van de film te zien is; en dit is met net zoveel liefde en aandacht gefilmd als de rest van de avonturen. Het is overigens goed voor te stellen dat John Lasseter (executive producer bij deze film) zijn inspiratie voor ‘Toy Story’ bij de avonturen van Winnie de Poeh gehaald heeft. Janneman Robinson speelt op dezelfde wijze met zijn speelgoed als Andy dat doet in ‘Toy Story’ (1995) en de vervolgen en dat wordt in deze film nog eens benadrukt. Prachtig!

Het enige dat op ‘Winnie de Poeh’ aan te merken is is de korte speelduur, hoewel dat voor jonge kinderen juist voordelig kan zijn. Oudere kijkers zullen het alleen maar jammer vinden dat de film alweer af is gelopen. Blijf vooral zitten bij de aftiteling; ook deze is in de lijn van de film met zorg gemaakt. ‘Winnie de Poeh’ is een heerlijke, charmante en nostalgische kwaliteitsfilm, waar je volop van zult genieten. Zoals die malle ouwe beer niet genoeg kan krijgen van honing, smaakt dit ook naar meer!

Monica Meijer

Waardering: 4

Bioscooprelease: 20 april 2011