Xiao Wu – Pickpocket (1997)

Regie: Jia Zhang Ke | 110 minuten | drama, romantiek, misdaad, geschiedenis | Acteurs: Hong Wei Wang, Hao Hongjian, Zuo Baitao, Ma Jinrei, Liu Junying, Liang Yonghao, An Qunyan, Jiang Dongdong, Zhao Long, Wang Reiren, Jinfeng Gao, Li Renzhu, Wu Juan, Ji Jinshu, Ren Zhaorui

‘Xiao Wu’, de debuutfilm van de jonge en geëngageerde Chinese filmer Jia Zhangke, lijkt aanvankelijk niet veel meer te zijn dan een aardig, maar weinig meeslepend verhaal over een kruimeldief die moeite heeft om zijn hoofd boven water te houden. Maar het verhaal, het centrale personage, en de thematiek weten de kijker langzaam maar zeker vast te grijpen, en zowel intellectueel als emotioneel bij de film te betrekken. Met als gevolg dat wanneer de eindtitels voorbijrollen deze kijker waarlijk bezorgd is om het lot van Xiao Wu (Hong Wei Wang), alsmede zijn vele landgenoten die in een soortgelijke situatie zijn beland.

Want, hoewel ‘Xiao Wu’ als film de naam van het hoofdpersonage draagt en inderdaad een intiem portret is van deze man, wordt dit persoonlijke verhaal gebruikt om een algemene problematiek of maatschappelijke situatie bloot te leggen waar veel Chinezen uit die periode mee te maken kregen. Het communistische, Maoïstische tijdperk is tot een einde gekomen en de markteconomie heeft zijn intrede gedaan. Andere criminelen pogen nu hun illegale activiteiten te verdoezelen door het zogenaamd deel uit te laten maken van hun “handel” of “onderneming”, zoals zijn vriend en oud-collega, die hem nu met de nek aankijkt en geld van Xiao Wu – als huwelijkskado – niet aanneemt omdat het vies geld zou zijn. Maar Xiao Wu zelf kan zich niet verbergen onder valse labels. Hij was en is een zakkenroller, die niets anders weet te doen, maar door het nieuwe, scherpe misdaadbeleid op zijn tellen moet passen.

‘Xiao Wu’, gefilmd in Fenyang, waar de regisseur is opgegroeid, komt erg authentiek over. De film heeft veel weg van de stijl van het neorealisme, met zijn gebruik van echte locaties, non-professionele acteurs, lange takes en documentaire-achtig camerawerk, en de focus op sociale veranderingen en malaise. Het is de ideale stijl voor Zhangke’s betrokken vertelling. Hoewel het een crimineel is, heb je als kijker toch met Xiao Wu te doen. Hij zou natuurlijk een eerlijke baan moeten zoeken, maar de hypocrisie waarmee hij ineens verstoten wordt, en de obstakels die hij ondervindt wanneer hij echt een ander leven tegemoet lijkt te (kunnen) gaan, zorgen ervoor dat dit personage sympathie wel degelijk opwekt. De uiting van zijn gevoelens van liefde voor Mei Mei (Hao Hongjian), een meisje van de plaatselijke karaokebar spelen hier een grote rol bij. Het is aandoenlijk hoe hij steeds meer ontdooit in haar bijzijn en gecharmeerd raakt van deze vrouw, al laat hij dit voornamelijk zien door zijn daden – zoals het halen van een warme kruik wanneer ze ziek is – dan door het tonen van zijn gevoelens via woorden of gezichtsuitdrukkingen. Hij durft ook lange tijd niet in haar bijzijn te zingen, maar alleen in zijn eentje in het badhuis. Wanneer hij dit uiteindelijk wel durft, samen met haar in de karaokebar, heeft dit dan ook grote betekenis. Hij heeft zelfs plannen om met haar te trouwen. Maar helaas verloopt niet alles zoals gehoopt. Zelfs bij zijn ouders vindt hij geen troost – zijn moeder vertelt hem botweg dat ze hem nooit had willen baren – en hij blijkt toch echt weer aangewezen op zijn oude levensstijl. Een levensstijl waar hij in het nieuwe China echter niet mee weg zal kunnen komen.

Bart Rietvink