101 Reykjavík (2000)

Regie: Baltasar Kormákur | 89 minuten | komedie | Acteurs: Hilmir Snær Gudnason, Hanna María Karlsdóttir, Victoria Abril, Thrúdur Vilhjálmdóttir, Baltasar Kormákur, Olafur Darri Olafsson    

Het leven op IJsland is voor hoofdpersoon Hlynur geen ingewikkelde zaak. Het leven is niet meer dan ‘een onderbreking van de dood’, en hij accepteert dat gelaten. Veel meer dan bier drinken en internetten stelt het leven niet voor. Hlynur beziet alles in het leven met een lichte verbazing, en niets, inclusief zijn vriendin Hofi, lijkt een vaste indruk achter te laten op hem. Totdat hij Lola ontmoet. In eerste instantie verandert zij niets aan zijn kijk op de wereld, tot irritatie van de levenslustige Lola. Hij houdt zich gewoon bezig met niets doen, of meer specifiek met “the nothing kind of nothing”. Maar als Lola en Hlynur de eerstvolgende oudjaarsdag tot elkaar veroordeeld zijn, verandert alles. Wat begint als een min of meer normale nacht van feestvieren, drinken en dronken raken, eindigt in een katerige ochtend met twee mensen die wel vermoeden wat er gebeurd is, maar er nog niet aan willen geloven. Nog maar net bekomen van de schrik blijkt de lesbische Lola bezwangerd te hebben, krijgt Hlynur van zijn moeder te horen dat zij en Lola een verhouding hebben, en zelfs dat ze samen een kind gaan grootbrengen. Zijn kind dus! Omdat een ongeluk nooit alleen komt, blijkt vriendin Hofi ook nog eens zwanger te zijn.

Genoeg hilariteit en tegelijkertijd triestheid in ‘101 Reykjavík’ dus, en er valt eigenlijk geen beter decor te bedenken dan het koude IJsland, om zo’n verhaal geloofwaardig te vertellen. Met die geloofwaardigheid zit het wel goed, niet alleen ondanks het bizarre verhaal van een lesbische Spaanse in IJsland en ook niet alleen dankzij het prachtige decor, maar vooral ook dankzij de wijze waarop geacteerd wordt door Gudnason, en de wijze waarop alles in beeld is gebracht. De kou is haast voelbaar, maar tegelijkertijd is alles zo ‘ingepakt’ in beeld gebracht dat het hele verhaal een soort droom of sprookje lijkt. En omdat het net een droom is, is het geloofwaardig. In sommige dromen gaat immers ook alles mis, en blijf je tegelijkertijd gelaten toekijken.

Hoewel zich allerlei persoonlijke rampjes afspelen in Hlynurs leven, blijft ‘101 Reykjavík’ en luchtige film. Om ons daaraan te herinneren begeleidt het liedje ‘Lola’ in haast kinderlijke uitvoeringen de scènes. Dat werkt enerzijds goed, omdat de film luchtig van karakter blijft, maar tegelijkertijd doet de luchtigheid deze film ook een beetje de das om. ‘101 Reykjavík’ wordt niets meer dan een knap gemaakte komedie met een bizar verhaal. Juist omdat Hlynur goed wordt neergezet, wil je je ook kunnen inleven in zijn persoon en zijn omgeving, maar de omgeving blijft te ver weg om dat te kunnen doen. Als kijker leef je niet echt mee als Hlynur hoort dat Lola zwanger is, dat zijn moeder lesbisch is. De vertwijfeling voel je niet mee als Hlynur eerst hoort dat hij de vader is van Hofi’s kind, en als hij later hoort dat hij toch niet de vader is, en dat Hofi hem dus bedrogen heeft met zijn beste vriend.

Maar goed, waarschijnlijk is het ook helemaal niet de bedoeling om je als kijker volledig in te leven in de romantische en dramatische gebeurtenissen. Het ging de makers er waarschijnlijk veel meer om het uitzonderlijke karakter van die romantische en dramatische gebeurtenissen te benadrukken. En dat is gelukt. Het resultaat: een komisch drama met misschien wel de kenmerken van hoofdpersoon Hlynur, charmant maar ergens toch onbevredigend.

Daniël Brandsema