3000 Miles to Graceland (2001)

Regie: Demian Lichtenstein | 125 minuten | actie, komedie, misdaad, thriller | Acteurs: Kurt Russell, Kevin Costner, Courteney Cox, Christian Slater, Kevin Pollak, David Arquette, Jon Lovitz, Howie Long, Thomas Haden Church, Bokeem Woodbine, Ice-T, David Kaye, Louis Lombardi, Shawn Michael Howard, Michael Kopsa, Daisy McCrackin, Sharron Leigh, J. Winston Carroll    

Elvispakken, Los Angeles, 2,5 miljoen dollar en een boel pistolen zijn an sich goede ingrediënten voor een waar actiespektakel. Met die gedachte moeten regisseur Lichtenstein en zijn twee hoofdrolspelers aan deze film begonnen zijn. Voortbordurend op het succes van de nouvelle violence van Quentin Tarantino, doet ‘3000 Miles to Graceland’ een wanhopige poging om ook een hippe misdaadfilm te zijn.

‘3000 Miles to Graceland’ begint niet bar slecht. De toon wordt snel gezet als een bende ex-gevangenen verkleed als Elvis een gruwelijk overval pleegt in een casino in Los Angeles. Het bloed vloeit rijkelijk, en de heren komen weg met de buit. De leider (Costner), die erg zijn best doet om zo eng mogelijk te zijn, steekt de dolk in de rug van zijn kompanen en gaat er vandoor met de buit.

Wat volgt is een matig kat- en muisspelletje. Terwijl Costner moordend en schietend op de vlucht slaat, papt Russell aan met een alleenstaande moeder (Courteney Cox) die op haar beurt ook weer een eigen agenda heeft. Één van de vele clichés waar de film zich van bedient. De film maakt een korte zoetsappige ommezwaai. De groeiende band tussen Russell en het zoontje van Cox vertelt ons dat hij ‘toch wel oké is’. Ziedaar, de verheerlijking van een bandiet die net nog maniakaal met een machinegeweer onschuldige mensen neermaaide. Zulke karakterontwikkeling staat in schril contrast met een Tarantino film, waar de karakters doorgaans allemaal verrot van binnen zijn.

Na anderhalf uur beginnen de moordpartijen van Costner wel erg te vervelen. De film wil maar niet afgelopen zijn en de domme politie die steeds het nakijken heeft helpt daar niet bij. De verspilde cast legt zoetjes aan omstebeurt het loodje. Het rolletje van de altijd leuke Lovitz is een klein lichtpuntje, maar raakt verloren in een overacterende Costner. De bakkenbaarden staan hem niet slecht, maar een schurk spelen is voor de vriendelijk ogende Costner duidelijk moeilijk.

Het einde van de film lijkt de karikatuur van een karikatuur. Over de top, belachelijk en zelfs lachwekkend. Met het verstand op nul is de film best wel uit te zitten, maar voor betere actie, betere dialogen en betere Elvis, kan je beter ergens anders kijken.

Caspar Kraaijpoel

Waardering: 2

Bioscooprelease: 6 december 2001