800 Bullets – 800 Balas (2002)

Regie: Álex de la Iglesia | 124 minuten | actie, komedie, drama | Acteurs: Sancho Gracia, Ángel de Andrés López, Carmen Maura, Eusebio Poncela, Luis Castro, Manuel Tallafé, Enriwue martinez, Luciano Federico, Eduardo Gómez, Terele Pávez, Ramón barea, Cesáreo Estébanez, Eduardo Antuña, Gracia Olayo, Berta Ojea, Yomia Valdés

Voor wie het nog niet wist: spaghettiwesterns danken hun naam aan het feit dat ze niet in Amerika, maar in Zuid-Italië zijn opgenomen. Of op een andere plek waar het lekker heet en droog is en de omgeving doet denken aan de Amerikaanse woestijn en prairie, zoals in Zuid-Spanje. De grote regisseurs van het genre zijn ook Europeanen, eigenlijk alleen maar Italianen, met Sergio Leone (‘Once Upon a Time in the West’, ‘The Good, the Bad & the Ugly’) en Sergio Corbucci (‘Django’) als boegbeelden. Een van de grootste sterren is een Amerikaan: Clint Eastwood, die zijn faam te danken heeft aan zijn legendarische rol in ‘The Good, the Bad en the Ugly’ van Sergio Leone. Omdat de films low-budget werden gemaakt (anders hadden ze wel in Amerika gefilmd) werd er weinig geld uitgegeven aan special effects. En voor een habbekrats werden lokale waaghalzen ingehuurd als stunt-doubles. Julian in ‘800 Bullets’ was zo’n stuntman. Ooit was hij stunt-double van Clint Eastwood. Alleen dat gelooft niemand, omdat hij uiteraard in elke scène onherkenbaar is. Nu leeft hij in het stadje waarin vroeger westerns werden opgenomen en voert hij al dertig jaar dagelijks een stuntshow op voor toeristen.

Het verhaal van ‘800 Bullets’ gaat over de triestheid van vergane glorie en de pijn die het te weeg brengt te blijven hangen in het verleden. Julian wordt door de onaangekondigde verschijning van Carlos, die hij nooit gekend heeft, letterlijk geconfronteerd met pijnlijke beslissingen uit het verleden. Vragen als: hoe is Carlos’ vader (Julian’s zoon) gestorven en waarom doet iedereen daar zo geheimzinnig over? Wat heeft Julian daarmee te maken en waarom mag Carlos hem niet zien van zijn moeder? rijzen al snel op. Volgens Carlos’ moeder en oma (opa’s ex), is Julian een loser. Maar als Carlos hem vindt in het cowboydorp, blijkt hij toch best een spannende figuur te zijn. Niet persé heel aardig en een beetje raar en wild, maar wel leuk! En hij mag ineens allemaal dingen doen die hij van zijn moeder en zijn oma nooit zou mogen!

Het verhaal is vermakelijk en wordt goed verteld. Er zitten een aantal leuke running gags in de film, zoals de man die de gehangene speelt, maar altijd wordt vergeten. De plot belooft clichés, maar deze worden door absurde karakters en eigenzinnige benadering van de regisseur goed vermeden. Geen goedkoop sentiment, geen overdreven heldendaden. Iedereen klooit eigenlijk maar wat aan, leeft erop los en goed en kwaad zijn niet zo duidelijk te onderscheiden. Aan het eind een knallende finale, met zelfs een heuse shoot-out scène, waarin het toch nog even echt ernstig wordt.

Wat goed werkt, is de constructie van werkelijkheid en theater (of heden en verleden zo je wilt), die continue door elkaar lopen, waar in het script handig mee wordt gespeeld. De acteurs van het westerndorp, met hun authentiek gegroefde koppen, lekker close-up gefilmd, zijn wat ze acteren: losers, die alleen denken aan zuipen, vreten en vrouwen. Julian ook, al dertig jaar. Ze lopen continue in hun western kloffie, ook als ze ‘de stad in gaan’. Er gebeuren allerlei rare en soms vervelende dingen in het westerndorp en de ‘bewoners’ kunnen lekker tekeer gaan tegen elkaar, gespeeld of niet gespeeld, het maakt niet uit, de toeristen vinden het allemaal prachtig. De openingscredits van de film zijn hip, stijlvol, half film, half stripverhaal, met een heuse Ennio Morricone titelsong, die met dat fluitje, maar dan in Flamenco versie. Tadiadiaaaa, naa-naa-naaa… Top.

Álex de la Iglesia is nog geen heel bekende regisseur, maar zijn voorliefde voor Hollywood én zijn klasse zijn niet onopgemerkt gebleven in het grote filmwalhalla, de eerste Amerikaanse films (‘Think about Disney’ en ‘Oxford murders’ met onder ander Elijah Wood en John Hurt!) komen er aan. In het black-comedy genre was Álex de la Iglesia al bekend. ‘800 Bullets’ is niet zo ‘black’, maar ook niet je standaard hilarische film. De humor en de algehele sfeer doen een beetje denken aan de films van Bosnische collega Emir Kusturica (‘Black Cat White Cat’, ‘Underground’), wat komt door een trieste ondertoon, die soms even de overhand neemt. Dit maakt het geen slechte film, integendeel. De film is goed geschoten, de karakters zijn innemend en het verhaal is vermakelijk, het maakt al met al zijn leuke premisse behoorlijk waar.

Arjen Dijkstra