A Day in the Life (2009)

Regie: Sticky Fingaz | 90 minuten | drama, thriller, misdaad, musical | Acteurs: Sticky Fingaz, Mekhi Phifer, Omar Epps, Faizon Love, Michael Rapaport, Fredro Starr, Malinda Williams, Michael K. Williams, Bokeem Woodbine, Ray J, Malik Barnhardt, Lamont Bentley, Bailey Brown, K.C. Collins, Anthony ‘Treach’ Criss, Tony Curran, Drena De Niro, Nancye Ferguson, Troy Garity, Gill Gayle, Alvin Holland, Toni Hunter, Hassan Johnson, Mario Jones, Ian ‘Blaze’ Kelly, Page Kennedy, Kurupt, Josh Levien, Steve Lobel, Darius Love, Anika C. McFall, Melani Mennella, Darren Miller, Lamar Mitchell, Radhaa Nilia, Derrelle Owens, Erik Palladino, James Smith, Nadine Velazquez

Hip hop heeft een eenzijdig imago. Als je de hip hop-clips bekijkt die de top 40 bevolken, zijn er vaak rondborstige dames in bikini en gangsters met gouden kettingen te zien, en gaat het ook in de teksten vaak over “bitches”, “bling bling”, gewelddadige afrekeningen, en de stoerheid van de rappers zelf. Hoewel hip hop veel meer is dan dit, en er prachtige voorbeelden zijn van “hoe het ook kan”, zal ‘A Day in the Life’ weinig doen om het stereotiepe beeld van hip hop en rappers in positieve zin bij te stellen. Qua thematiek, beelden, en zelfs montage is het bij deze hip hop-film van rapper Sticky Fingaz net of je naar een negentig minuten lang durende videoclip zit te kijken. In zekere zin is dit echter ook meteen de reden dat de film zo interessant is. De “grap” is hier namelijk dat het hier geen “normale” film betreft met gesproken dialogen, en misschien af en toe een lied hier of een beat daar. Nee, elk woord in de film wordt gerapt en de film is bijna elke minuut voorzien van muziek. De magere plot en de eenzijdige toon van de film kan door deze bijzondere vorm bijna voor lief worden genomen, want ‘A Day in the Life’ is in zijn hoedanigheid als eerste onvervalste hip hop-musical een fascinerend project.

Vrouwen als lustobject, gangsters, shoot outs, en gepimpte rides in overvloed in ‘A Day in the Life’, maar het dondert allemaal weinig wanneer de teksten de kijker (meestal) op rijm en begeleid met een lekkere beat bereiken. Natuurlijk zou het mooi zijn als de kijker een band zou ontwikkelen met de “helden” of hoofdpersonages, maar elke poging hiertoe wordt meestal snel weer de kop ingedrukt. Zo begint een strandwandeling tussen “Sticks” en zijn (bijna belachelijk) rondborstige vriendin leuk speels, en bijna romantisch, maar enige sympathie die voor Sticks zou kunnen ontstaan, verdwijnt weer als sneeuw voor de zon wanneer hij later in de film zonder pardon een onschuldige huishoudster neerknalt of vrijwel geen medeleven toont wanneer hij een kinderwagen met baby aanrijdt. Het is dan ook een teken van de kracht van het slot van de film, dat de kijker op dat moment zelfs nog met Sticks en zijn vriendin te doen heeft, en echt hoopt dat ze samen de eindstreep zullen halen.

Het verhaal is het gebruikelijke werk over gangs die in oorlog zijn met elkaar en één gangster die wil stoppen met “het leven” om samen met zijn geliefde een (eerlijke) toekomst op te bouwen. Dat dit niet zomaar gaat, zal iedereen begrijpen dan wel op zijn klompen aan kunnen voelen. Het is een excuus voor een hoop stoere taal, vuurgevechten, en natuurlijk wat noodzakelijke seks en schaars geklede dames als aankleding. Soms is de overvloed aan geweld of vrouwelijk schoon bijna een parodie, en kan maker Sticky Fingers geen gevoel voor humor ontzegd worden. De scène waarin Sticks bijvoorbeeld wapens gaat halen bij zijn persoonlijke leverancier is ronduit hilarisch te noemen. Het ene na het andere handkanon komt tevoorschijn in het huis van deze kennis, waarbij er vaak eerst een schone dame op moet staan en heupwiegend weg moet lopen, zodat de eigenaar onder een kussen of achter een stoel één of ander vervaarlijk uitziend wapen kan pakken.

De film bestaat niet alleen maar uit rappers. Integendeel bijna. De regisseur heeft een opvallend sterke cast van “echte” acteurs weten binnen te slepen, met (redelijk) grote namen als Mekhi Phifer, Omar Epps, Bokeem Woodbine, en Michael Rapaport die allemaal hun medewerking verlenen. En iedereen rapt. Toegegeven, niet iedereen even goed, maar toch, in combinatie met de onderliggende beat blijft het meeste nog wel aardig te pruimen. Aardig is dat de meeste teksten blijken te rijmen en het opvallend organisch in de film past. De rapstijl voegt zelfs een bepaalde intensiteit toe aan de toch al behoorlijk licht ontvlambare situaties. Soms wordt er ook een zangpartijtje toegevoegd via de soundtrack en komt er ook een soort van refrein terug in een redelijk afwisselende selectie nummers. Creatief zijn scènes als het telefoongesprek tussen Sticks en zijn maatje Phya (Fredro Starr) waarin een slechte ontvangst ervoor zorgt dat ze hun teksten een paar keer moeten herhalen, waardoor er een soort scratch-effect gesimuleerd wordt.

Het maffia/gangsterverhaal is overbekend en dikwijls onwaarschijnlijk, maar zoals gezegd maakt de originele vorm van de film een hoop goed. Daarbij voegen enkele degelijke acteurs de nodige geloofwaardigheid aan hun personages toe. Als er dan ook nog wat lekkere beats langs komen en er net zulke lekkere dames in de rondte lopen, is er genoeg in ‘A Day in the Life’ aanwezig om blij van te worden.

Bart Rietvink