A Small Act (2010)

Regie: Jennifer Arnold | 88 minuten | documentaire

Nederlanders zijn gulle gevers. Wanneer er een grote ramp gebeurt, zoals de aardbeving op Haïti of de tsunami die een groot deel van zuidoost Azië verwoestte, staan wij vooraan als er geld gedoneerd moet worden. Een groot deel van de Nederlanders geeft geld aan collectanten aan de deur, anderen steunen met veel liefde lokale goede doelen. Wij doen dat graag en zonder dat we willen zien wat er nou daadwerkelijk met ons geld gebeurt. Die een of twee euro die wij aan de collectant geven, die paar tientjes in het jaar dat we aan een goed doel overschrijven: komt dat daadwerkelijk op de juiste plek terecht? In de documentaire ‘A Small Act’ (2010) volgt filmmaker Jennifer Arnold Chris, een Keniaanse man die dankzij een ‘sponsor’ uit Europa mogelijkheden heeft gekregen die anders waarschijnlijk nooit voor hem zouden zijn weggelegd. Inmiddels is Chris een mensenrechtenadvocaat bij de Verenigde Naties. Hij is zijn weldoener, de Zweedse Hilde Back, zo dankbaar dat hij haar op wil zoeken. Arnold volgt hem daarbij en legt bovendien parallellen met het Keniaanse schoolsysteem.

Chris heeft namelijk een stichting opgezet, genoemd naar Back, die het voor een select aantal Keniaanse kinderen mogelijk maakt een opleiding te volgen – want dat is doorgaans alleen voor de rijken weggelegd. Omdat er maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is, wordt gekeken naar de cijfers die de kinderen halen. Van groot belang is een toelatingstoets, waar veel van afhangt: haal je niet boven een bepaalde score, dan is de kans dat je een beurs krijgt toegewezen van het Hilde Back Education Fund. We volgen drie kinderen, die tot de slimste van de school behoren en van wie veel wordt verwacht. Hun familie rekent erop dat ze een beurs krijgen toegewezen en verder mogen studeren. De druk op de kinderen is dan ook enorm: ze dragen de toekomst van de complete familie op hun ranke schouders. Het opzetten van het fonds is een prachtige manier voor Chris om zijn dankbaarheid terug te betalen. Hij heeft een kans gekregen, dankzij Hilde Back, en geeft nu op zijn beurt anderen de mogelijkheid om verder te komen in het leven. Wat begon met een klein gebaar (‘a small act’) vanuit een Zweedse huiskamer, is uitgegroeid tot een grotere beweging, die voor veel mensen hoop op een betere toekomst biedt.

‘A Small Act’ neemt het fenomeen ‘liefdadigheid’ en trekt de gevolgen daarvan in een breder perspectief. Tegelijkertijd laat de documentaire ook de schaduwzijde zien: lang niet alle kinderen hebben zo veel geluk als Chris en dat is soms erg confronterend. De kinderen én hun familie hebben vaak erg hoge verwachtingen, zeker als tegen hen gezegd is dat ze een goede kans maken om uitverkoren te worden. Het is dan enorm pijnlijk om te zien hoe hun wereld ineen stort als het slechte nieuws komt. ‘A Small Act’ schept in dat opzicht een realistisch beeld. Tegelijkertijd is het een document van hoop. Want die paar kinderen die de kans krijgen iets van hun leven te maken, grijpen die met beide handen aan. Chris beseft maar al te goed hoeveel geluk hij heeft gehad en zijn dankbaarheid is hartverwarmend. Hilde zelf, inmiddels hoogbejaard maar nog altijd erg actief, blijft er nuchter onder. Ze ontvluchtte als joodse begin jaren veertig nazi-Duitsland, haar ouders achterlatend. Die kwamen later om in de Holocaust. Die ervaring vormde haar voor het leven. Als geen ander weet ze hoe belangrijk het is dat mensen anderen helpen om voor zichzelf een toekomst op te bouwen. Voor haar is het niet meer dan vanzelfsprekend dat ze geld overmaakt aan hen die het beter kunnen gebruiken dan zij. Haar filantropische insteek en positieve levenshouding is hartverwarmend.

Jennifer Arnold heeft een documentaire gemaakt die vooral op menselijk niveau de juiste snaar raakt. Wie puur naar de feiten kijkt, zal met de nodige vragen blijven zitten. Waarom kan het Hilde Back Education Fund bijvoorbeeld maar tien kinderen per jaar helpen? Hoe komt de stichting aan zijn geld? In hoeverre speelt de politieke situatie in Kenia een rol in de onderwijsvoorziening van de kinderen (Arnold haalt niet voor niets de politieke onrust aan die het land na de verkiezingen van 2007 in zijn greep hield)? Deze zaken worden hooguit aangestipt, maar niet verder uitgewerkt. Als de film er dieper op in was gegaan, was het een completer overzicht geweest. Maar ook zakelijker en droger wellicht. De kracht van de film zoals hij is, is het menselijke aspect. Mensen hebben iets over voor elkaar, zijn dankbaar voor de kansen die ze gekregen hebben. Eén spreekwoordelijke steen wordt in het water gegooid, en de rimpeling die ontstaat heeft voor meerdere mensen een blijvend positief effect. Zo simpel kan het zijn.

Patricia Smagge