A Streetcar Named Desire (1951)

Regie: Elia Kazan | 122 minuten | drama | Acteurs: Vivien Leigh, Marlon Brando, Kim Hunter, Karl Malden, Rudy Bond, Nick Dennis, Peg Hillias

Het mooie van theaterstukken is dat ze zich ook erg gemakkelijk naar film laten vertalen. Het script is als het ware al uitgeschreven, het hoeft alleen nog maar in bekwame handen te komen. Nou zijn de theaterstukken van Pulitzer Prize winnaar Tennessee Williams zeker niet de minste en deze worden dan ook veelvuldig verfilmd. Zo zijn er verfilmingen van ‘Sweet Bird of Youth’ (o.a. 1962), ‘The Glass Menagerie’ (o.a.1950;1987), ‘Cat on a Hot Tin Roof’ (o.a. 1958) en ‘Baby Doll’ (o.a. 1956). ‘Cat on a Hot Tin Roof’ is daarbij een bijzonder geval, ondanks het feit dat de hoofdrollen vertolkt werden door Elizabeth Taylor en Paul Newman vond Tennessee deze bewerking afgrijselijk en onwaardig. Richard Brooks verstaat inderdaad zijn vak minder goed dan de veelgeprezen Elia Kazan. Kazan verfilmde ‘Baby Doll’ in 1956, maar had daarvoor al vergevorderde vingeroefeningen verricht bij het verfilmen van ‘A Streetcar Named Desire’. Is ‘A Streetcar Named Desire’ nu zo beroemd vanwege het uitstekende toneelstuk van Tennessee Williams of vanwege de eveneens uitstekende verfilming van Kazan, met de spetterende doorbraak van Marlon Brando? Beide verdienen alle mogelijke eer en in veel opzichten is de film simpelweg de perfecte vastlegging van het toneelstuk.

Elia Kazan schijnt de nodige problemen te hebben gehad met de omzetting van het toneelstuk in een film. Volgens Susan Sontag is uit zijn aantekeningen gebleken dat hij er eerst achter moest komen dat Stanley Kowalski een symbool was voor het sensuele, wraakzuchtige barbarisme dat onze cultuur dreigde te verzwelgen en Blanche DuBois een symbool voor de westerse beschaving: poëzie, mooie kleren, gedempt licht, delicate gevoelens, maar in een verpauperde toestand. Tja, die interpretatie leidt volgens Sontag af van het eenvoudigweg ervaren van de film. Ook is de interpretatie niet helemaal goed door te trekken. Waar staat Stella voor in dit geheel? Waarom is Blanche zo vreselijk irritant en lijkt Stanley behoorlijk in zijn recht te staan om haar te wantrouwen? Moeten we dat dan misschien opvatten als de huichelachtigheid van de westerse beschaving? Uiteindelijk maakt het niet veel uit dat Kazan dit soort gedachten had tijdens het regisseren, de film kan namelijk nog steeds ervaren worden.

Blanche (prachtig gespeeld door Vivien Leigh) kan gewoon gezien worden als een fragiele, wegkwijnende Southern Belle, die zo zonder geld en zonder thuis toevlucht zoekt bij haar jongere zus Stella en diens dierlijke echtgenoot Stanley. Ze doet zich voor als verfijnd en sjiek, maar ze heeft de middelen niet meer om dit waar te maken, aangezien ze ouder aan het worden is verliest ze ook de charmes van haar schoonheid. Ze probeert tevergeefs vast te houden aan haar vroegere status, maar haar karakter botst zo met dat van de brute Stanley dat ze tot waanzin gedreven wordt.

Mooi is het om te zien hoe overtuigend en gepassioneerd Vivien Leigh en Marlon Brando hun rollen spelen. De niet bijzonder aantrekkelijke maar ook goed presterende Kim Hunter valt daarbij nogal in het niet, en dat maakt de liefdevolle relatie tussen Stella en Stanley minder geloofwaardig. Omdat die relatie minder goed uit de verf komt en dus alle nadruk komt te liggen op de relatie tussen Blanche en Stanley krijg je af en toe het idee dat Stanley Blanche stiekem juist zeer aantrekkelijk vindt en dat zijn agressie tegenover haar uit seksuele lust voortkomt. Dat zet echter alleen maar extra spanning op de – al erg gespannen – situaties. ‘A Streetcar Named Desire’ behoort verdiend tot de klassiekers in de filmwereld.

Emy Koopman

Waardering: 4.5

Bioscooprelease: 24 april 1952