A Thousand Fires (2021)

Recensie A Thousand Fires CinemagazineRegie: Saeed Taji Farouky | 90 minuten | documentaire

De Myanmarese olieboer Ho vroeg aan de Palestijns-Britse filmmaker Saeed Taji Farouky wat hem ertoe bracht helemaal naar de andere kant van de wereld te reizen om een film over hem te maken. Ho denkt zelf dat ze elkaar uit een vorig leven kennen. Ho is Boeddhist en gelooft in reïncarnatie en karma. Dat hij nu zo’n zwaar leven heeft als olieboer komt vast omdat hij in een vorig leven iemand kwaad heeft gedaan. Ho berust in zijn lot; hij graaft een gat en pompt met een pruttelende dieselmotor ruwe aardolie uit de grond. Na dagen pompen heeft hij twee of drie vaten vol.

Rijk worden hij en zijn familie er niet van en daarom is hun hoop gevestigd op hun zoon die is gescout om bij een voetbalclub in de stad te komen spelen. Hij wil het voorbeeld van vader Ho niet volgen en helpt amper mee met het onderhouden van de machines en het oppompen van olie. Regelmatig bezoeken ze handlezers en spirituele gidsen om te horen hoe hun kansen en die van hun zoon ervoor staan. De handlezer adviseert om naar de tempel te gaan en een offer (geld) te brengen en hun respect te tonen aan de draak. In de tempel kopen een kopje met een vloeistof (drakenvoedsel) dat ze in een blubberig gat gooien waaruit gassen opborrelen. Het gas is de adem van de draak die onder de heuvel ligt te slapen, daarover is iedereen het eens.

Regisseur Farouky gebruikt dit tot de verbeelding sprekende gegeven om de verder rechttoe rechtaan documentairestijl van ‘A Thousand Fires’ (2021) aan te kleden met sfeervolle beelden van verzengende vuren, mysterieuze rookwolken, kronkelende slangenlichamen (drakenschubben) en kolkende olie. En bij die soms abstracte beelden horen we sterk vertraagd afgespeelde geluiden als rommelende donder onder water. Het doet wel wat denken aan ‘Eraserhead’ (1977) van David Lynch. Incluis de uitzichtloosheid en viezigheid. We zien close-ups van met olie en zweet besmeurde handen, glibberige buizen die in de blubberige grond verdwijnen, roestige olievaten, roestige machines, en vooral overal olie. Alles zit onder de olie en alles moet constant worden schoongemaakt: lichamen die zwart zijn van de olie, scooters die kleven van de vette aarde, een roestig olievat dat wordt schoon gemaakt met bruin water uit een smerige emmer. Een eindeloze kringloop van reinigen en opnieuw vies worden. En op de achtergrond altijd het constante geratel van de oliepomp.

‘A Thousand Fires’ is een mooi portret van familierelaties en een industrie zoals we die nooit zien. In plaats van boortorens en jaknikkers en een industrie die miljoenen vaten per dag aan olie opboren, zien we gewone mensen met hun eigen handen de olie uit de grond halen, amper een vat per dag. Glamoureus is het niet, maar Ho hoeft tenminste niet, zoals zijn voetballende zoon, op zijn knieën om vergiffenis te smeken bij de coach voor een slecht gespeelde wedstrijd,

Aan het eind toont Farouky een andere kant van het verhaal. We zien Ho groenten verbouwen op een groene, frisse akker, als een gewone boer. De olie en viezigheid heeft plaatsgemaakt voor schone, vruchtbare aarde. Misschien dat Farouky alvast een voorschot neemt op de door de draak beloofde betere toekomst.

Alberto Ciacio

Waardering: 4

Speciale vertoning: IDFA 2021
Bioscooprelease: 30 juni 2022