A Trip to Karabakh-Gaseirneba Karabakhsgi (2005)

Regie: Levan Tutberidze | 105 minuten | drama, oorlog, romantiek | Acteurs: Levan Doborjginidze, Misha Meskhi, Nutsa Kuchianidze, Dato Iashvili, Daria Drozdovskaya, Avetik Sanosian, Gagik Melkumov, Artavazd Paloian, Levon Chidilian

Ook in de Kaukasus leven twintigers: en ook daar houden die twintigers zich bezig met ‘universele’ zaken, zoals vrouwen, auto’s, muziek en drugs. Niets menselijks is de Kaukasiër dus vreemd, of hij nou Georgiër, Armeniër of Azeri is. En toch bevechten ze elkaar al decennia lang, met hoogstens zo nu en dan een rustperiode er tussendoor. Die ‘boodschap’ lijkt regisseur Tutberidze de kijker van ‘A Trip to Karabakh’ haast ongemerkt mee te willen geven.

Tegen de achtergrond van de altijd explosieve situatie wordt een vrij ‘gewoon’ verhaal verteld: over een jongen die worstelt met zichzelf, met de mensen om zich heen en met de samenleving waarin hij leeft. Heel herkenbaar, ook voor de westerse mens. Het verhaal van ‘A Trip to Karabakh’ is dus niet zo bijzonder of origineel. De setting waarin het plaatsvindt echter wel.

Centraal-Azië staat niet bekend als een cinemaparadijs. En dat is jammer, want wie houdt van mooie landschappen, verweerde koppen en interessante levensverhalen hoeft niet ver te zoeken in deze regio.

Gio en Gogliko zijn in veel opzichten elkaars tegenpolen: Gogliko is een feestbeest met een vlotte babbel, altijd op zoek naar drugs. Gio is een rustige jongen, zo op het eerste gezicht vrij ‘cool’, en zoon van een invloedrijk politieman in Tbilisi. Dat laatste gegeven is zowel een voordeel als een nadeel: hij weet zijn vrienden uit de problemen te houden, maar zijn vader ziet hem als een nietsnut. Als Gio een relatie krijgt met Jana lopen de spanningen verder op. Niet alleen tussen Gio en zijn vader, maar ook tussen Gio en zijn vrienden.

Tegen die achtergrond worden Gio en Gogliko naar Armenië gestuurd om een partij drugs te gaan halen. Een hachelijke onderneming, maar de zorgeloze Gogliko ziet het als een leuk uitje dat hen de kans geeft in de auto uitgebreid naar Miles Davis te luisteren.

Het gaat echter fout: ze verdwalen, komen terecht in oorlogsgebied Karabakh en vallen uiteindelijk in handen van de Azeri’s. Het wordt allemaal nog ingewikkelder als Gio na een chaotische schietpartij bij de Armeniërs terechtkomt. Daar lijkt Gio een soort voorkeurspositie te krijgen, als Georgische ‘broeder’, maar langzaam maar zeker wordt duidelijk dat hij niet echt vrij is. Dat besef dringt vooral tot hem door als hij in contact komt met Valera, een kunstzinnige vreemdeling die al jaren bij de Armeniërs verblijft.

De situatie escaleert als een groep Russische journalisten de Armeense strijders komt bezoeken. Door een ingewikkelde combinatie van factoren voelt Gio zich steeds meer gedwongen om actie te ondernemen: om de waarheid over de vechtende partijen te onthullen, maar meer nog om met zichzelf in het reine te komen. Hij moet zichzelf, Gogliko en (indirect) zijn relatie met Jana zien te redden uit de uitzichtloze situatie waarin ze zijn terechtgekomen.

Een bekend maar ingewikkeld verhaal dus, of eigenlijk een combinatie van verhalen waarin Gio steeds de hoofdpersoon is. Op individueel, relationeel en maatschappelijk niveau gebeuren zaken die elkaar weer beïnvloeden. Bovendien wordt het verhaal opzettelijk nog chaotischer gemaakt door onverwachte sprongen in de tijd. Het is niet altijd duidelijk in welke volgorde zaken zich hebben afgespeeld.

Het effect is echter dat het verhaal juist geloofwaardiger en herkenbaarder wordt: het echte leven ís immers onoverzichtelijk. Bovendien hebben Tutberidze en de scenaristen genoeg luchtigheid in de film weten aan te brengen, waardoor ‘A Trip to Karabakh’ niet te ingewikkeld, te zwaar of te traag wordt.

Die luchtigheid is er vooral dankzij de narrenrol van Gogliko. Delen waarin hij niet meespeelt, zijn soms daarom wel iets te langdradig. In de scènes waarin er aandacht is voor de maatschappelijke context (de strijdende volken), blijven de partijen zelf teveel in clichés hangen, en is het onduidelijk in hoeverre Gio zelf hiermee bezig is. Hij lijkt, zelfs temidden van een oorlog, vooral bezig te zijn met zijn persoonlijke problemen.

Een groter tekort is de nauwelijks uitgewerkte verhouding tussen Gio en Jana. Waarom is Gio’s omgeving niet blij met haar? Is zij de ‘slet’ waar Gio’s vrienden haar voor houden? Wat is de rol van Gio’s jonge (en knappe) stiefmoeder in dit geheel? Vragen die wel worden opgeworpen, maar die daarna niet meer de aandacht krijgen die je mag verwachen.

Desondanks weet ‘A Trip to Karabakh’ een bekend verhaal op verfrissende wijze te hervertellen. Tutberidze heeft het aangedurfd de complicaties van het echte leven te tonen, zonder te willen gaan voor gemakkelijke oplossingen. Dat die poging niet in elke scène even goed slaagt is jammer, maar dat is beter te verdragen dan de gemakkelijke antwoorden die je al in genoeg andere films ziet.

De rol van Valera is daarin cruciaal. Deze kunstenaar, zelf ook ‘gevangene’, wordt een vertrouwenspersoon voor Gio, zonder dat hij hem antwoorden geeft. Het ‘evangelie volgens Valera’ luidt slechts: droom niet van geluk als je niet in geluk gelooft.

Wat dat betreft is het einde van de film typerend: hoe het nu precies afloopt met Gio (en Jana) blijft onduidelijk. Het enige wat je weet is dat het leven gewoon doorgaat, zelfs zonder happy endings. Of, zoals Valera tegen Gio spreekt over de ‘het hart’ en het leven in het algemeen: “it’s got an entrance but no exit”.

Daniël Brandsema