…A Valparaíso (1965)

Regie: Joris Ivens | 26 minuten | korte film, documentaire

In tegenstelling tot Ivens’ ‘Rotterdam Europoort’ geeft ‘Valparaiso’ een boeiend en betrekkelijk homogeen beeld van een havenstad en haar inwoners. De Chileense stad wordt veelal in zwart-wit getoond, maar schakelt voor de laatste vijf minuten over naar kleur. Het is een abrupte overgang die aanvankelijk wat lukraak lijkt, maar snel toch een inhoudelijke functie lijkt te hebben. De kleurenbeelden lijken te fungeren als middel om de kijker uit een soort paradijselijke roes te trekken en recht in de werkelijkheid en het heden te plaatsen. De kleurenbeelden maken de getoonde omgeving namelijk een stuk harder en confronterender. Het biedt een aardig contrast met het esthetisch zeer aantrekkelijke voorgaande deel van de film, dat weliswaar in woord en beeld de armoede van de stad toont, maar dat toch niet echt bij de kijker door lijkt te dringen.

Het is als de zon die stad een positieve gloed lijkt te geven, of zoals de commentaarstem zegt: “De zon is de leugen van Valparaiso”. De zwart-wit beelden lijken de armoede weg te filteren of te veranderen in een soort “gemoedelijke” primitiviteit. Want, ja, het is vervelend dat de mensen een tekort aan water(faciliteiten) hebben, maar dat takel- of katrolsysteem met die emmertjes is toch best charmant? En het moet inderdaad een hele opgave zijn om dag in dag uit al die trappen op te moeten lopen, maar de visuele tegenstelling tussen omhoog zwoegende mensen en via de leuning naar beneden roetsjende kinderen is toch erg aardig. En die vliegerwedstrijdjes of voetbalpartijtjes zorgen ook voor enkele tijdloze beelden, vooral tegen de achtergrond van de heuvelachtige stad.

Maar wanneer de kleur inzet, lijkt ineens goed zichtbaar te worden hoe vervallen sommige huizen eruit zien, en ook de kabelbanen zien er ineens een stuk minder romantisch of organisch uit dan daarvoor. Juist hierdoor dient de noodzaak zich aan om deze prachtige locatie op een waardige manier bewoonbaar te maken voor de sympathieke inwoners van de stad, zodat de naam “Paradijs in de vallei” in elke zin eer wordt aangedaan.

Bart Rietvink