Abbasso la miseria! – Down with misery (1945)
Regie: Gennaro Righelli | 90 minuten | drama | Acteurs: Anna Magnani, Nino Besozzi, Virgilio Riento, Marisa Vernati, Vito Chiari, Sandro Ruffini, Lauro Gazzolo, Aldo Silvani, Vittorio Mottini, Checco Durante, Giuseppe Pierozzi, Mara Lopez, Dina Romano, Claudio Ermelli, Felice Romano, Mario Castellani, Dino Di Luca
Typisch Italiaanse film uit 1945, net na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, die twee tegengestelde plotontwikkelingen combineert: enerzijds tamelijk kluchtige toestanden met veel hysterisch kabaal en anderzijds een dramatische noot met (niet al te zware) sociale kritiek op de maatschappij. ‘Abbasso la miseria’ kan worden vertaald als “weg met de misère”, een zin in de film uitgesproken door Giovanni (Nino Besozzi) bij hoop op een beter leven.
De Italiaanse filmster Anna Magnani is prima op dreef als Nannina, de heetgebakerde Romeinse huisvrouw, die haar echtgenoot Giovanni met nauwverholen minachting behandelt, omdat hij naar haar inzichten te zacht en te eerlijk is. Feitelijk vindt ze hem nogal een slappeling, wat – op basis van de gelatenheid waarmee hij haar verbale geweld over zich heen laat komen – op zich wel klopt. Maar het is onmogelijk om hem niet sympathiek te vinden. Nino Besozzi kwijt zich ook prima van de ondankbare taak om figuurlijk gesproken als een soort krabpaal te fungeren voor de klauwen van Nannina. Magnani legt veel passie in haar scheldpartijen en de grove humor die ze inzet om haar man voor schut te zetten – of er nu anderen bij zijn of niet. Het doet, zoals gezegd, soms denken aan een boertige klucht, ware het niet dat er ook serieuze elementen in de film zitten. Ook hebben Giovanni en Nannina een enkel teder moment, zoals wanneer ze samen naar de slapende Nello kijken en zich hun eigen, overleden zoontje herinneren.
Magnani is afstandelijk en moederlijk tegelijk tegen de jonge Nello. Er is een komische situatie met een verborgen holte met geld achter een schilderij van de Heilige Antonius, die eigenlijk in het kort haar hele verstandhouding met Nello weergeeft. En Magnani speelt het voortreffelijk.
De film schetst ook een mooi tijdsbeeld van Rome aan het einde van de Tweede Wereldoorlog: goederen zijn schaars, het leven gaat weer enigszins zijn gangetje na de donkere jaren onder Mussolini en de As Berlijn-Rome tot de invasie van de Geallieerden. Italië was aan het einde van de oorlog een Geallieerde bondgenoot geworden, maar de puinhopen zijn nog altijd goed zichtbaar. Zo komen Giovanni en Gaetano (een lepe rol van Virgilio Riento) op weg naar Napels veel kapotgeschoten gebouwen tegen en veel mensen zijn dakloos of wanhopig vanwege de situatie. Profiteurs zoals Gaetano gedijen op de situatie en buiten die schaamteloos uit. Soldaten die controles moeten uitvoeren op het vervoer van goederen en zwarte handel, blijken tamelijk eenvoudig omkoopbaar. Met die laatste toevoeging worden een aantal – ook in het heden nog bekende – Italiaanse stereotiepen voor het voetlicht gebracht: veel drukte, veel kabaal, alles is onderhandelbaar en bijna iedereen is te corrumperen. Een volstrekt verkeerd signaal geeft een discutabele grap ten aanzien van zwarte Amerikaanse soldaten af. De “grap” wordt zelfs twee keer opgevoerd, wat vandaag de dag absoluut als politiek incorrect zou worden aangemerkt. Het is een klein smetje, maar het geeft blijkbaar het beeld weer zoals er toen gedacht werd.
De verhaallijn lijkt zich lange tijd voorspelbaar te ontvouwen, vooral als Giovanni zich de naam van Nello’s moeder wel erg goed lijkt te herinneren. Maar dan komt er een soort van “deus ex machina”, waardoor de structuur op zijn kop wordt gezet en er toch nog een wat onverwacht, maar bevredigend einde volgt.
Interessant detail: een jaar later zouden Magnani en regisseur Righelli een film maken met als titel: ‘Abbasso la ricchezza!’ wat “Weg met de rijkdom” betekent.
Hans Geurts