Across 110th Street (1973)

Regie: Barry Shear | 102 minuten | drama, misdaad, thriller | Acteurs: Frank Adu, Frank Arno, Joseph Attles, Paul Benjamin, Ed Bernard, Tina Beyer, Gerry Black, Samuel Blue Jr., Norman Bush, Anthony C. Cannon, Maria Carey, Anthony Charnota, Dick Crockett, Keith Davis, George DiCenzo, Joe Dismas, Norma Donaldson, Antonio Fargas, Brendan Fay, Joe Fields, Clebert Ford, Barnetta Fowler, Anthony Franciosa, Andrea Lynn Frierson, George Garro, Joseph George, Steve Gravers, Paul Harris, Dallas Edwards Hayes, Jimmy Hayeson, Betty Haynes, Hilda Haynes, Gloria Hendry, Bette Howard, Peter Hock, Robert Jackson, K.C., Phil Kennedy, Yaphet Kotto, Nick Lapadula, Alfred Leberfeld, Gilbert Lewis, Ken Lynch, Charles McGregor, Ric Mancini, Frank Macetta, Charlene Mathies, Norman Matlock, Stephen Mendillo, Tim O’Connor, Nat Polen, Anthony Quinn, Robert Sachi, Janet Sarno, Thurman Scott, George Strus, Adam Wade, Richard Ward, Marlene Warfield, Arnold Williams, Mel Winkler, Burt Young

‘Across 110th Street’ is een actiefilm uit het zogenaamde Blaxploitation-genre. Hoewel regisseur Shear de beschikking heeft over een aantal rasacteurs, maakt hij er te weinig van. Buitensporig geweld, racisme en een opvallend duo in de hoofdrol in een middelmatige film.

‘110’ opent met een knal. Niks introductie van hoofdpersonages. Een aantal relatief kleine criminelen onderneemt de overval van hun leven en beseft nauwelijks waar ze aan begonnen zijn. De dikwijls gespannen verhoudingen tussen Italianen en zwarten staan centraal in de film, zoals later bijvoorbeeld ook in Spike Lee’s ‘Do the Right Thing’. In ‘110’ berooft een drietal broeders de machtige maffia: een aardig idee voor een actiefilm, maar het komt allemaal niet echt los,.

Buiten al het geschiet en gescheld, geeft de film een kijkje in de leefomstandigheden van de drie overvallers, die van kansloze individuen transformeren in jongens met geld en aanzien. De slechte sociale situatie leidt klaarblijkelijk tot een crimineel bestaan. De bekendste van de drie, Antonio ‘Huggy Bear’ Fargas, laat na de overval alle remmen los en verdrinkt in een wereld van vrouwen en champagne. Hij komt echter pijnlijk aan zijn einde. Yaphet Kotto (‘Live and Let Die’) en Anthony Quinn (‘Zorba the Greek’) zijn de grote namen. Kotto is in ‘110’ de gekleurde rechercheur die vanwege politieke redenen de leiding krijgt over het onderzoek boven straatvechter Quinn. Laatstgenoemde oogt vermoeid in de film, maar bekleedt een aardige rol als mopperkont van Italiaanse origine. De combinatie Quinn en Kotto leidt onherroepelijk tot een aantal explosieve discussies.

Het verhaal, dat zo explosief begint, wil maar niet tot iets concreets leiden. Waarschijnlijk omdat de bedenkers van ‘110’ het allemaal niet te moeilijk wilden maken. De Italiaanse boeven staan onder leiding van de sadistische Anthony Franciosa, die met een grote grijns de grofste handelingen uitvoert. Hij heeft wat weg van heethoofd Sonny uit ‘The Godfather’. Fargas ondervindt hoe grof Franciosa werkelijk is. De Italianen zijn grofgebekt en kleineren de zwarte personages in de film. De meeste blanke personages doen er alles aan om de geijkte verhoudingen tussen blank en zwart in stand te houden.

Regisseur Shear, die voornamelijk werkte aan televisieseries, zorgt met zijn rommelige camerawerk voor een onevenwichtige, kwaliteitsarme film. Het veelvuldige gebruik van de handcamera leidt niet tot het gehoopte effect. In plaats van realisme of documentairestijl, is ‘110’ vaak chaotisch en komt het amateuristisch over. Jammer, omdat de cast stevig is en de ingrediënten voor een aardige actiefilm aanwezig zijn. Gelukkig is er de filmmuziek van Bobby Womack die een lekker soulsausje over het geheel giet; niet de bekende versie uit Tarantino’s ‘Jackie Brown’, maar een wat eenvoudigere, up tempo-versie. Al met al is ‘110’ een redelijke, maar matig geregisseerde actiefilm met flink wat geweld.

Robbert Bitter