Afghan Star (2008)

Regie: Havana Marking | 87 minuten | documentaire

Tot nog maar heel kort geleden was het in Afghanistan verboden om muziek te luisteren, te maken of – stel je voor – erop te dansen. Sinds de val van de Taliban, of eigenlijk pas sinds de verkiezingen in 2004, zijn deze verboden min of meer opgeheven, wat heeft geleid tot een herleving van de Afghaanse muziekcultuur. Onderdeel hiervan is het enorm populaire programma Afghan Star, waar wekelijks zo’n 11 miljoen Afghanen naar kijken. Het grote verschil met een vergelijkbaar programma in de meeste westerse landen, is de enorme impact die het programma heeft op het land. Muziek symboliseert voor veel jongeren de ultieme vrijheid, en de stemprocedure (via sms) van het programma is vaak hun eerste aanraking met een democratisch proces na jaren van leven onder het Taliban-regime. Ook de makers van het programma, Tolo TV (vergelijkbaar met MTV hier) en presentator en voorvechter Daoud Sidiqi hebben dit in de gaten en blijven koste wat het kost achter het programma staan. Sidiqi riskeerde onder de Taliban zijn leven door televisies te repareren en illegaal dvd’s te kopiëren en verkopen. Maar hij wil per se dat zijn land toegang heeft tot muziek en ander vermaak; hij ziet hoe belangrijk het is voor de vele jongeren die het land rijk is.

De kracht van de film zit vooral in de rustige opbouw, waardoor je als kijker langzaamaan meegesleept wordt in de verhalen van de vier deelnemers, Rafi, Hameed, Setara en Lema, die uit ongeveer 2000 Afghanen zijn gekozen. Het volgen van deze deelnemers gebeurt aanvankelijk op luchtige, vrolijke toon, maar als de emotionele binding van de kijker eenmaal aanwezig is, worden de meer politieke onderwerpen aangesneden. In feite is de hele film politiek getint, alles heeft uiteindelijk te maken met etniciteit, geloof, achtergrond en de invloed van hun deelname binnen hun leefgemeenschap, maar het ligt er niet te dik bovenop. Naast de deelnemers toont regisseuse Marking ook de effecten die het programma op de rest van het land heeft. Te bedenken dat bijna eenderde van de bevolking het programma wekelijks bekijkt, is die invloed nogal aanwezig. Hele dorpen scharen zich samen achter één van de weinige aanwezige televisies; jonge kinderen breken hun werk (dat dan weer wel) voortijdig af om op tijd thuis te zijn en TV-reparateurs komen ineens handen tekort voor de vele kapotte televisietoestellen die mensen van zolder hebben gehaald om nu toch maar eens te laten maken. Vrijwel het hele land keek naar de finale van deze derde reeks, tussen de laatste twee overgebleven kandidaten, Rafi en Hameed. Hameed is afkomstig uit de Hazara-stam, die van oudsher een nogal achtergestelde positie in het land inneemt. Voor de Hazara is Hameed dan ook meer dan zomaar een deelnemer. Toch wordt binnen het programma, en vooral door de jongeren zelf, vooral Afghanistan als eenheid benadrukt. Niet verschillende stammen tégen elkaar, maar juist verenigd binnen één programma. Het is echter niet alleen maar deze mooie boodschap die we te zien krijgen. Deelneemsters Setara en Lema (vrijwel de enige twee vrouwen die überhaupt meededen, en ook beiden bij de laatste tien eindigden) ondervinden beiden de problemen die hun deelname ze heeft opgeleverd. Setara heeft zonder nadenken wat voorzichtige danspasjes uitgevoerd en moet daarvoor haar deelname afbreken en onderduiken in Kabul, terwijl haar familie kilometers verder in Herat bedreigingen ontvangt vanuit hun omgeving. Ook Lema, die als derde eindigt, heeft het heel moeilijk en moet zich na haar optredens behoorlijk gedeisd houden.

Ondanks alles spreekt er hoop uit de film: momenteel is verreweg de grootste bevolkingsgroep in Afghanistan onder de achttien jaar, zij zullen het land weer moeten opbouwen en wellicht zijn programma’s als dit voor hen een stap in de goede richting.

Ruby Sanders