Africa – BBC Earth: Africa (2013)

Regie: Katrina Bartlam, Felicity Egerton | 400 minuten | documentaire | Met: David Attenborough, Forest Whitaker, Simon Blakeney, James Aldred, Paul Brehem, Martyn Colbeck, Mark Deeble, Justine Evans, Mark MacEwen, Justin Maguire

Afrika is het op een na grootste werelddeel op aarde en zeker in natuurlijk opzicht een continent van superlatieven: de even weelderige als ondoordringbare jungles van West-Afrika en het Congobekken, de weidse en met grote grazers bezaaide graslanden van de Serengeti, de zandvlakten en woeste rotslandschappen van de Sahara en de Namib, de rauwe wildernis van de Kalahari en de stormachtige Kaapkusten van Zuid-Afrika, het zijn allemaal plekken waar de natuur zich in haar mooiste en extreemste gedaanten ontvouwt. Ook de Afrikaanse dierenwereld is op wereldschaal nagenoeg ongeëvenaard en een lust voor de ogen en oren van oprechte natuurliefhebbers. In de reisliteratuur wordt dan ook geregeld gerefereerd aan het ‘Afrikavirus’. Is het de in ons onderbewustzijn gewortelde lokroep van onze evolutionaire bakermat of gewoon de zalvende werking van het aanschouwen van wilde, oorspronkelijke en tijdloze natuur in haar spectaculairste verschijningsvormen? Feit blijft dat veel Afrikagangers na een eerste bezoek aan het zwarte continent verkocht zijn en hun hele leven een speciale band blijven houden met het waarschijnlijk wildste werelddeel op aarde.

Hoewel de Afrikaanse dierenwereld natuurlijk al meermaals het middelpunt is geweest van mooie natuurdocumentaires, blijft het vaak moeilijk om de natuurlijke ziel van het overweldigende continent ten zuiden van Europa effectief in beelden te vangen. Toch heeft de natuurhistorische afdeling van de BBC dit met het nieuwe pareltje ‘Africa’ wonderwel voor elkaar gekregen. Natuurlijk, net als in veel andere grote natuurdocumentaires is er ook in het door natuuricoon David Attenborough gepresenteerde ‘Africa’ ruimte voor de alom bekende uithangborden van de Afrikaanse wildernis zoals de machtige olifant, de majestueuze leeuw en de in grote kudden rondtrekkende gnoes. Maar de kracht van de nieuwe BBC-serie ligt ook in het tonen van de oerkrachten der natuur die het Afrikaanse continent zijn huidige aanblik geven en het belichten van wezens die normaliter niet zo gauw in het middelpunt van de belangstelling staan. Denk bijvoorbeeld aan agamen (hagedissen) die handig profiteren van de vele vliegen die zich doorgaans op een leeuwenlichaam nestelen, een sluwe treurdrongo die een groep stokstaartjes meermaals in de luren legt of een imposante, vijf meter lange rotspythonmoeder en haar kroost in het hart van een prachtig oerwoud. In de aflevering over de eindeloze Sahara zien we een vlijtige mestkever talloze pogingen doen om een balletje poep (dat zwaarder is dan de kever zelf) een zandheuvel op te duwen. Een staaltje vruchteloze sisyfusarbeid, want het beestje rolt telkens weer naar beneden met zijn bal. Als de middaghitte uiteindelijk haar kookpunt bereikt, kiest de kever wijselijk eieren voor zijn geld en vliegt hij weg, op zoek naar een comfortabeler en schaduwrijker plekje. Eveneens briljant is de scène waarin we een groep vleesetende sabelsprinkhanen (Acanthoplus discoidalis) als een vervaarlijk uitziend buitenaards leger over de vlakten van de Kalahari zien marcheren. Opeens zetten de gepantserde insecten het op een klimmen. Het doel van hun strooptocht: nesten vol weerloze, pasgeboren roodbekwevers, vogeltjes die uiteindelijk wel fel worden beschermd door hun zorgzame ouders. Als een van de nestrovers door een volwassen roodbekwever naar beneden wordt gekegeld, blijkt dat de opportunistische insecten ook kannibalistische trekjes vertonen en niet te beroerd zijn om een gewonde soortgenoot te verslinden. Ook de beelden van een vrouwelijke schoenbekooievaar en haar twee kuikens (meestal bewandelt alleen het sterkste jong de weg naar volwassenheid met succes) zijn vrij uniek, want deze prehistorisch aandoende vogel is vrij zeldzaam en lastig op te sporen.

Maar ook het grote wild wordt in ‘Africa’ op een baanbrekende manier in beeld gebracht. Giraffen zijn bijvoorbeeld zeker geen noviteit op televisie, maar in ‘Africa’ zien we de statige giganten op zelden vertoonde wijze. De eerste aflevering maakt ons op intieme wijze deelgenoot van een intens gevecht tussen twee mannetjes die strijden om de gunst van een aantrekkelijk wijfje. Eerst tasten beide kemphanen zorgvuldig elkaars vermogens af als twee doorgewinterde revolverhelden uit een klassieke spaghettiwestern van Sergio Leone. Maar dan barst de strijd los en proberen de twee titanen elkaar te vloeren door hun krachtige nekken in te zetten als reusachtige knuppels. Het gevecht wordt meesterlijk in beeld gebracht en kent enkele verrassende wendingen alvorens de beslissing valt. In dezelfde aflevering volgen we ook het gedrag van zwarte neushoorns rond een drinkpoel nadat de nachtelijke duisternis haar intrede heeft gedaan. De volkswijsheid leert ons dat zwarte neushoorns knorrige en slechtgehumeurde eenzaten zijn, dieren die weinig moeten hebben van het gezelschap van soortgenoten of andere wezens. De nachtcamera’s laten echter een andere kant van de zwarte neushoorn zien en illustreren dat de grote zoogdieren elkaar in het donker wel degelijk opzoeken en ook gewoon een speelse, romantische, sociale en vriendelijke inborst hebben. De mythe van de altijd nurkse neushoorn wordt hier dus definitief ontzenuwd. De aflevering over de Kaap werpt op haar beurt een heel nieuw licht op het eetgedrag van witte haaien. Als meerdere van deze imposante roofvissen rond een walviskarkas cirkelen, blijkt dat er zeker geen sprake is van de ongecontroleerde vreetrazernij die menigeen zou verwachten. Integendeel, de dieren doen zich zonder in vijandigheden uit te barsten om beurten tegoed aan de extreem spekrijke maaltijd. De grootste exemplaren genieten het logische voorrecht om onaangevochten als eerste aan de dis te gaan.

‘Africa’ toont ook de ontberingen die vaak verbonden zijn aan een leven in de Afrikaanse wildernis. Het beste voorbeeld is het fragment waarin een olifantenkalf in het Keniaanse Amboseli, ernstig verzwakt door de beproevingen die het gevolg zijn van een heftige en zeldzaam lange droogteperiode, te uitgeput is om zijn groep nog langer te kunnen volgen. Het krachteloze olifantje zakt uiteindelijk door de knieën, waarna de laatste restjes kracht uit het verzwakte lichaam vloeien. De moeder is doordrongen van de onvermijdelijkheid van dit droevige tafereel, maar blijft desondanks bij haar jong tot het diertje zijn laatste adem heeft uitgeblazen. De BBC ontving nogal wat reacties van kijkers die stevig aangegrepen werden door dit hartverscheurende tafereel. Toch is het begrijpelijk dat een documentairereeks die een eerlijk en realistisch portret van de Afrikaanse wilde natuur wil schetsen ook deze kant van de medaille belicht. Bovendien toont de scène dat ook olifanten kunnen rouwen. In een aparte aflevering wordt ook ingegaan op de toekomst van de rijke Afrikaanse dierenwereld. Want hoewel veel landen in de loop der jaren prachtige wildreservaten en nationale parken voor hun wilde dieren hebben gecreëerd, blijven stroperij en ontbossing in veel regio’s serieuze bedreigingen voor een keur aan bijzondere soorten.

Je zou misschien verwachten dat de vele natuurdocumentaires op televisie en in de winkelschappen leiden tot een overkill of verzadiging bij de kijker, maar ‘Africa’ is zonder meer mooi en uniek genoeg om hier immuun voor te zijn. De kraakheldere beelden van bekende en minder bekende soorten, natuurlijke processen en fascinerende ecosystemen leiden in combinatie met de originele invalshoeken tot een documentairereeks met eeuwigheidswaarde die eigenlijk in geen enkele serieuze filmcollectie mag ontbreken.

Frank Heinen

‘Africa’ verschijnt dinsdag 19 maart 2013 op DVD en blu-ray.