Ali G Indahouse (2002)

Regie: Mark Mylod | 88 minuten | komedie | Acteurs: Sacha Baron Cohen, Charles Dance, Emilio Rivera, Kellie Bright, Michael Gambon, Martin Freeman, Rhona Mitra, Barbara New

In ons koude kikkerlandje is hij nooit echt doorgebroken, maar in Engeland is hij ‘huge’. Dan hebben we het uiteraard over de Britse komiek Sacha Baron Cohen alias ‘Ali G’. Het personage maakte furore met een korte televisieshow waarin hij vooraanstaande Britse politici genadeloos op de hak nam. De Britten sloten de klungelige wanabee rapper al snel in hun hart en zijn enorme populariteit resulteerde in een eigen speelfilm. Helaas is een speelfilm een geheel ander medium dan een korte tv-show…

‘Ali G Indahouse’ begint met een directe parodie op de Amerikaanse hiphop-scene, waarin de aalgladde Ali laat zien hoe stoer hij is. Nou ja, beter gezegd hoe stoer hij zelf denkt te zijn. Al snel leren we dat de oerdomme Ali maar een schlemiel is met een grote mond, maar met een klein hartje. Het beperkte intellect van de wanabee gangster wordt echter opgemerkt door een geslepen politicus die grootse plannen heeft met Ali. Uiteraard zit er een addertje onder het gras.

Aan een film als ‘Ali G Indahouse’ kun je aflezen hoe kortstondig een hype kan zijn. Toen deze productie werd uitgebracht was de hele ‘urban-stroming’ zoals we die nu kennen, nog compleet nieuw voor Nederland. De stoere rappers en hiphoppers met hun wijde broeken en de overdreven hoeveelheid goud om hun nekken was iets waar het merendeel van de Nederlanders vreemd van opkeek. Nu verbaast het niemand meer als er een brede rapper met veel goud en een macho-achtige bravoure rijmend vertelt over het harde leven in ‘da hood’. De hele hype rond rap en hiphop is onderhand al weggewaaid en de muziekstroming is al helemaal ingeburgerd hier.

Toen de film uitkwam was Cohen op het hoogtepunt van zijn carriere aanbeland. Nu hoor je niet veel meer over hem en als er door de VPRO op een verdwaald tijdstip dan toch aandacht aan hem wordt besteed, dan kijken er misschien nog net drie man en een paardenkop naar de vleesgeworden parodie op de gangsta-cultuur. Was het vreemde taaltje van Ali G drie jaar geleden nog hartstikke hip, nu kent niemand het onverstaanbare vocabulaire van de wanabee rapper meer. Het typetje is kort gezegd helemaal ‘uit’. Er zijn nieuwe helden ontstaan en Ali G is iets uit het verleden.

De impact van de vreemde wannabe gangster is na verloop van tijd flink afgezwakt. Tel daarbij op dat de humor van Ali G massaal is gekopieerd door andere komische films en je begrijpt wel dat deze film een stuk minder actueel en verrassend overkomt dan dat hij drie jaar geleden was. Wat overigens niet wil zeggen dat ‘Ali G Indahouse’ een complete mislukking is. De film heeft zo zijn momenten en bij vlagen is dit vehikel best aardig en humoristisch. Helaas zakt de rolprent na een kleine drie kwartier als een pudding in elkaar. De grappen zijn gewoonweg te dun gezaaid om over een geslaagde komedie te kunnen spreken.

Naast een gebrek aan goede grappen is het personage van Ali G ook echt te dun om lang te kunnen boeien. Op een gegeven moment gaat de parodie op gangsta’s te lang door en zijn alle mogelijke persiflages minimaal een keer voorbij genomen. Het helpt ook niet echt dat de kinderachtige, egocentrische Ali door zijn onwetendheid en beperkte woordkeuze regelmatig tegen de irritatiegrens aanschurkt. Vooral als je nagaat dat de hele film zwaar leunt op dit typetje en dat regisseur Steve Bendelack hem de volle 88 minuten in beeld heeft. Cohen doet zijn best om zijn personage zo interessant mogelijk te houden, maar zelfs de komiek kan niet voorkomen dat zijn creatie gewoon karakter mist en niet leuk genoeg is om een hele film te dragen.

En dan komen we aan bij het belangrijkste onderdeel van deze komedie: de humor. Even een waarschuwing vooraf: houd je niet van pies- en poepgrappen en vind je de combinatie orale seks en een hond niet grappig? Sla dan deze ‘Ali G Indahouse’ met een gerust hart over. De humor die in deze film gebezigd wordt is bot, puberaal en seksistisch. Dit alles wordt op een nogal cartooneske manier in beeld gebracht waarbij voornamelijk Ali zelf als lijdend voorwerp fungeert. En met het verstand op nul is dat best leuk.

Helaas zijn de meeste grappen net iets te vaak voorbij gekomen in soortgelijke producties. Dus ook dit keer de geijkte spermajokes. Maar het is niet alleen maar kommer en kwel, op sommige momenten overstijgt Ali’s avontuur de concurrentie. Geheel onverwachts zie je in splitscreen de hoofdpersoon commentaar geven op de film. Zo verklaart hij waarom er ineens een zoetsappig moment in zijn film zit of waarom een bepaalde scène op die manier in beeld is gebracht. Dit soort absurde humor is absoluut het beste wat de film te bieden heeft.

De personages zijn ‘larger than life’ en bestaan uit platte stereotypen zoals de meelopende vrienden, het sletterige vriendinnetje en de kwaadaardige booswicht. Niets nieuws dus. Het acteerwerk is degelijk, alleen vraag je je wel af wat een veteraan als Michael Gambon in zo’n platte film doet. Hetzelfde geldt voor Martin Freeman uit hitserie ‘The Office’ die je toch in een komedie met wat meer niveau hoopt terug te zien. De rest van de cast doet wat ze moet doen: een paar eendimensionale stereotiepe mensjes neerzetten en dat doen ze behoorlijk.

Al met al kun je ‘Ali G’ maar beter laten schieten. De film biedt niets nieuws en gaat op den duur behoorlijk irriteren. Op sommige momenten zul je misschien nog wel kunnen glimlachen om Ali’s rare taaltje of idiote situaties, maar een drietal lachsalvo’s in een komedie is toch echt te weinig.

Frank v.d. Ven

Waardering: 2

Bioscooprelease: 2 mei 2002