Alien (1979)

Regie: Ridley Scott | 117 minuten | horror, thriller, science fiction | Acteurs: Sigourney Weaver, Tom Skerritt, Veronica Cartwright, Harry Dean Stanton, John Hurt, Ian Holm, Yaphet Kotto, Bolaji Badejo, Helen Horton, Eddie Powell

‘Alien’ begint misleidend langzaam met een majestueus shot van de Nostromo die eenzaam door een leeg sterrenstelsel vliegt onder een tikje griezelig muziekje. Het tempo ligt in het eerste bedrijf laag en er wordt veel aandacht besteed aan het interieur van de Nostromo en het introduceren van de zeven vrachtvervoerders. Regisseur Scott neemt hiervoor de tijd, veel interieurshots en een uitgebreide introductie van de vijf mannen en twee vrouwen aan boord. Kapitein Dallas (Skerriit) is relaxed, maar heeft wel gezag; navigator Lambert (Cartright) is een zenuwenlijder; tweede officier Kane (Hurt) is een cynicus; wetenschappelijke officier Ash (Holm) is een vreemde vogel; onderofficier Ripley (Weaver) is bazig en dan zijn er nog de twee tecnhici, de luie Brett (Stanton) en de stoere Parker (Kotto). Door middel van wat korte schetsen die slechts oppervlakkig lijken, bijvoorbeeld de discussie over de bonus waar Brett en Parker recht op menen te hebben, wordt door de geloofwaardigheid van de dialogen en het acteerwerk echte karakters neergezet. De bemanning is compleet met scheepskat Jonesy, die op enkele cruciale momenten ook een rol heeft.

Maar zoals de titel en de samenvatting al verklapt, wordt het werk wreed verstoort door een ongenode gast. Toen de film in roulatie ging, waren er mensen die gillend de zaal uit renden, bij de ‘geboorte’ van de Alien. Nog afgezien van de scène zelf, die gruwelijk genoeg is, zal vooral ook het onverwachte een rol hebben gespeeld. Dat is het slimme en tegelijk zo misleidende van ‘Alien’: na de langzame opbouw en de licht beklemmende, mysterieuze sfeer die gecreëerd wordt, gaat de film in een hogere versnelling als onvervalste horror. Dan is er weinig rust meer en dendert het geheel in een steeds hoger tempo voort, terwijl steeds meer bemanningsleden het loodje leggen. Wie bekend is met de ‘Alien’-saga, weet allang wie de centrale persoon in al die delen is, maar destijds was het een onconventionele keuze – en beslist niet één die de bioscoopbezoeker zou verwachten op basis van de credits of toenmalige sterrenstatus. Ook verschillende schrikeffecten, die nu als cliché worden afgedaan (geluid lijkt monster/moordenaar te zijn, maar blijkt een onschuldig dier te zijn) waren destijds fris en nieuw.

Sommige special effects zijn niet helemaal meer van deze tijd, wat duidelijk wordt aan de flikkerende wandlampjes in de computerkamer, de wijze waarop gegevens worden ingevoerd en in de scène waarin een lid van de crew een robot blijkt te zijn. Het is verder geen enorm storende breuk in de spanningsopbouw, die soms haast onverdraaglijk is.

De Alien zelf is, zeker omdat zijn verschijningsvormen zo verschillend zijn, erg griezelig. Zonder ogen maar met veel, heel veel, tanden, overdekt met slijm en met een bijtend zuur als bloed, is het zoals Ash opmerkt een “perfect organism. Its structural perfection is only matched by its hostility”. Het beest is grandioos ontworpen door de Zwitserse kunstenaar H.R. Giger en volslagen uniek ten opzichte van welk (film)monster dan ook.

‘Alien’ was pas Ridley Scotts tweede film, maar hij levert hier zijn eerste meesterwerk af, waarmee hij zijn naam definitief vestigde. In 2003 werd een ‘director’s cut’ uitgebracht, die – heel ongewoon – één minuut korter is dan de eigenlijke bioscoopversie. Toch voegt Scott een aantal scènes toe, maar haalt aan de andere kant weer een aantal seconden van bestaande scènes af. Is deze versie beter? Liefhebbers zijn er van beide versies. De belangrijkste toevoeging, een scène waarin twee bemanningsleden ingekapseld worden gevonden, is op zichzelf een bijzonder extra. Aan de andere kant haalt deze korte onderbreking het voortjagende tempo weg. Welke versie ook gekeken wordt, beide versies van de film zijn superspannend en bij vlagen doodeng.

Hans Geurts

Waardering: 5

Bioscooprelease: 25 oktober 1979