Altman (2014)
Regie: Ron Mann | 96 minuten | documentaire, biografie | Met: Robert Altman, Michael Murphy, Kathryn Reed, Sally Kellerman, James Caan, Donald Sutherland, Elliott Gould, Dick Cavett, Tommy Thompson, Vilmos Zsigmond, Matthew R. Altman, Stephen Altman, Keith Carradine, Richard Nixon, Lily Tomlin, Robin Williams, Shelley Duvall, Paul Dooley, Wesley Ivan Hurt, Christine Altman, Gene Shalit, Philip Baker Hall, Bruce Willis, Julianne Moore, Konni Corriere, Lyle Lovett, Mike Altman, Paul Thomas Anderson, Steven Spielberg
De documentaire ‘Altman’ is qua inhoud en stijl haast het tegenovergestelde van zijn onderwerp, namelijk nogal doorsnee. Het is filmmaker Robert Altman van de wieg tot aan het graf (2006) doorspekt met de welbekende trits aan pratende hoofden, veelal acteurs en bekenden uit het vak, die de vraag naar zich toegeslingerd krijgen “wat is Altmanesque?” Allen geven een ander antwoord. Dat is dan wel weer toepasselijk. Toch blijkt Altmans eclectische oeuvre, evenals de mens erachter, nog altijd ongrijpbaar. Maar er zijn ook zaken die terugkeren in de korte replieken, en nog meer in de filmclips: overlappende dialogen, longshots van acteerensembles, Hollywood genres uitwringen en soms pestend perverteren, tot op het bot fileren (lees: regels breken), en halfslachtige pogingen om de Amerikaanse ziel bloot te leggen. Jammer dat de regisseur van de documentaire, Ron Mann, dan erg weinig verbindingen legt tussen de man en zijn werk, en voornamelijk in trivia blijft steken. Echter, omdat het Altman betreft, zijn de weetjes af en toe heerlijk vaag en bont.
Eén van de bekenden is collega-filmmaker Paul Thomas Anderson en bijna oprecht verlegen, zoals alleen een fan kan zijn, bovendien nog eens licht rood aangelopen in een slecht belicht shot waarin de pratende hoofden in een soort zwart gat zweven, stoot hij welgeteld één woord uit: “Inspiration!” Dat is het zeker voor Anderson als je hem over Altman-films hoort ratelen in andere media en belangrijker nog, op zijn oeuvre inzoomt. Ga maar na. Zo castte Anderson voor zijn debuutfilm en neo-noir ‘Hard Eight’ (1996) de “oldtimer” Philip Baker Hall, die Altman ooit ergens van de tv wegplukte om in een solo Richard Nixon te vertolken in de wrange tv-film ‘Secret Honor’ (1984). Daarnaast zouden de caleidoscopische ensemblefilms ‘Boogie Nights’ (Anderson, 1997) en met name ‘Magnolia’ (1999) niet zonder het voorwerk van ‘Nashville’ (Altman, 1975) en ‘Short Cuts’ (1992) hebben kunnen ademen in Hollywood. Daarnaast heeft Anderson ook Altmans voorliefde voor acteurs geërfd, waarbij onderscheid tussen hoofd- en bijrollen in wezen een valse tegenstelling is. Zo zijn er nog talloze filmische DNA-verbindingen tussen deze twee Hollywood-rebellen.
Of schaamt Anderson zich toch ook een beetje dat hij in deze hagiografie figureert? Niet dat Altman deze kwijlende ode niet verdient. Hij komt er zelfs enigszins karig vanaf in vergelijking met een aantal tijdgenoten. Echter de mislukkingen worden zo nog niet sneller behandeld als de successen. Slechts één persoon, nota bene een zoon, is terloops nogal kritisch: wat een man, maar hij was nooit thuis, want zijn films stonden op de eerste plaats. Het is zoals de zoon van de sekteleider Lancaster Dodd in ‘The Master’ (Paul Thomas Anderson, 2012) vilein grinnikt tegen de ontembare, maar hondsdol trouwe discipel Freddie Quell: “He’s making all of this up as he goes along. You don’t see that?” Later stapten twee zonen van Altman ook in het vak en lieten ze zich inhuren door hun vader op de filmsets die de ouwe rot samenbracht als een warme familie van buitenbeentjes.
In ‘Short Cuts’, Altmans versie van Raymond Carvers verhalenanthologie over bewoners van Los Angeles, voorziet de filmmaker levens van evenveel willekeur als kansjes op vluchtig geluk. Dat je deze precaire balans moet durven opzoeken om dit soort cinema van de grond te krijgen, heeft de regisseur van parels als ‘McCabe & Mrs. Miller’ (1971), ‘The Long Goodbye’ (1973), ‘Nashville’, ‘3 Women’ (1977), ‘Short Cuts’ en ‘Gosford Park’ (2001), maar ook zwijnen als ‘Quintet’ (1979), ‘Popeye’ (1980, waaruit Anderson het zoetzure nummer “He Needs Me”, gezongen door Shelley ‘Shining’ Duvall, op ingenieuze wijze heeft hergebruikt voor ‘Punch-Drunk Love’ (2002)), ‘Prêt-à-Porter’ (1994) en ‘Dr. T & the Women’ (2000), met veel vallen en opstaan begrepen. En dan kan je nog allerlei vreemde vogels in zijn oeuvre ontdekken waarin het soms gaat om een enkele scène of acteur die Altman op waarde wist te schatten. Echter vraag niet precies hoe en waarom. Kijk daarom vooral de films zelf en zie deze documentaire als een aardige beschouwing in vogelvlucht.
Roy van Landschoot
Waardering: 3
VOD-release: 26 juni 2023 (Mubi)