American Graffiti (1973)

Regie: George Lucas | 110 minuten | drama, komedie, romantiek | Acteurs: Richard Dreyfuss, Ron Howard, Paul Le Mat, Charles Martin Smith, Cindy Williams, Candy Clark, Mackenzie Phillips, Wolfman Jack, Harrison Ford, Bo Hopkins, Kathy Quinlan, Suzanne Somers, Manuel Padilla Jr., Beau Gentry, Jim Bohan, Jana Bellan, Deby Celiz

De naam George Lucas brengt bij bijna iedere filmliefhebber wel een bepaalde reactie te weeg. De man achter ‘Star Wars’ en ‘Indiana Jones’ wordt door een grote groep fans als God gezien, maar bij veel anderen heeft hij een deel van het krediet verspeeld door verkeerde beslissingen te nemen of zich grotendeels met zijn twee franchises bezig te houden. Toen George Lucas nog relatief onbekend was – hij had alleen ‘THX1138’ gemaakt, samen met zijn goede vriend Francis Ford Coppola, richtte hij Lucasfilm Ltd. op. Hij schreef en regisseerde de film die voor hem de weg zou openen naar roem en financiële middelen om ‘Star Wars’ van de grond te krijgen. Het autobiografische ‘American Graffiti’ werd een commercieel en artistiek succes. Naar verluidt werd de film voor 750.000 dollar gemaakt en bracht de film in het jaar van release 55 miljoen dollar in het laatje. De film leverde hem vijf Oscarnominaties en een flinke lading andere prijzen, waaronder een Golden Globe op.

‘American Graffiti’ mag wel de moeder van alle tienerkomedies genoemd worden. Het verhaal concentreert zich op een groepje vrienden, die aan de vooravond van hun volwassenheid staan. Letterlijk de vooravond, want de film speelt zich gedurende één zwoele zomeravond in 1962 af. De volgende dag zullen Curt Henderson (Richard Dreyfuss) en Steve Bolander (Ron Howard) hun woonplaats inruilen voor een nieuw hoofdstuk in hun leven: de universiteit. Beiden hebben een beurs gekregen, maar de vrienden hebben ieder hun eigen gedachten hierover. Steve heeft veel zin in zijn studie, maar maakt de hele avond ruzie met zijn high school sweatheart – en zus van Curt – Laurie (Cindy Williams) omdat hij wil dat ze “ook met andere mensen uit mogen gaan”. Curt twijfelt nog steeds of hij überhaupt wel weg wil uit zijn vertrouwde omgeving en raakt gefascineerd door een prachtige vrouw die hem in een passerende auto de woorden ‘I love you’ lijkt toe te fluisteren. In zijn zoektocht naar deze droomvrouw (die waarschijnlijk een prostituee is) raakt Curt betrokken bij een jeugdbende, die zich de ‘Pharaohs’ noemt.

De nerd Terry ‘The Toad’ Fields (Charles Martin Smith) is wat jonger dan de twee vrienden, maar kijkt enorm naar ze op. Hij is dan ook dolgelukkig als Steve hem zijn auto (een Impala 1958) leent en gebruikt deze auto voor zijn poging indruk te maken op meisjes. Tegen alle verwachtingen in stapt de beeldschone Debbie Dunham (Candy Clark) bij hem in. De twee beleven een grappige maar ook ontroerende avond. De wat oudere, maar zeer coole, John Milner (Paul Le Mat) is Terry’s vleesgeworden tegenpool. Als jongen die niet volwassen wil worden, zit hij vastgeroest in het dorpje, en hoewel zijn auto (een verbouwde Ford Deuce uit 1932) hem het imago van snelste racer in de omgeving geeft, lijkt hij niet gelukkig, al doet hij ook niets om de sleur te doorbreken. In zijn jacht op vrouwelijk schoon wordt hij opgezadeld met de dertienjarige Carol (Mackenzie Phillips) die het wel cool vindt met hem mee te mogen rijden. En uiteindelijk blijkt John het zelf ook niet eens zo vervelend te vinden. Tenslotte is er nog de nieuwe racer, Bob Falfa (Harrison Ford) die graag Milners titel van drag race koning wil overnemen.

In ‘American Graffiti’ draait het naast auto’s ook om muziek. De radio heeft een sterk sfeerbepalende werking, hij staat altijd aan en iedereen luistert naar de beroemde DJ Wolfman Jack, die in de film zichzelf speelt. Een van de personages merkt bijvoorbeeld pas dat de auto gestolen is wanneer hij de radio niet meer hoort! De soundtrack van de film is – zeker voor liefhebbers van muziek uit de jaren 50 en 60 – om van te smullen.

De personages zijn goed uitgewerkt, de kijker gaat echt om ze geven. De naturelle dialogen zorgen ervoor dat de film bijna een reality tv uitstraling krijgt. Lucas heeft met ‘American Graffiti’ laten zien een uitstekend regisseur te zijn en vlecht de vier verhalen moeiteloos samen, waarbij elk plotelement een bevredigende hoeveelheid aandacht krijgt. Hij heeft daar ruimschoots de tijd voor genomen, waardoor de film traag aandoet, maar echt storen doet dat niet. Het is namelijk allemaal maar schijn: hoewel het lijkt of er niets gebeurd, zijn de gebeurtenissen die avond juist levensbepalend. ‘American Graffiti’ is een uitstekend gemaakte, prima geacteerde, heerlijk nostalgische film. Het is een fantastisch tijdsbeeld en een film die terecht een plaatsje heeft veroverd in de top honderd van het American Film Institute.

Monica Meijer