An Eastern Westerner (1920)

Regie: Hal Roach | 24 minuten | komedie, western, familie, korte film | Acteurs: Harold Lloyd, Mildred Davis, Noah Young, Jim Kelley, Sammy Brooks, Mark Jones, Wallace Howe

Een jongen brengt zijn dagen het liefst door met dansen, maar dan dansen in de stijl van wat nu als ‘dirty dancing’ omschreven zou worden en in die tijd natuurlijk volledig uit den boze is. Hij heeft dan ook al twee officiële waarschuwingen op zak als hij door een bal ijs in zijn nek de schijn wekt toch weer aan ‘shimmie dancing’ te doen en wordt de danshal uitgezet. Dit gebeurt natuurlijk pas na de nodige indrukwekkend uitgevoerde capriolen en gekdoenerij.

Zijn ouders zijn hem zat en sturen hem naar het Westen. Op de boerderij van zijn oom zal hem de nodige discipline bijgebracht worden en een echte kerel van hem worden gemaakt. De aankomst in het stadje waar zijn oom woont, verloopt niet bepaald vlekkeloos, hoe zou dat ook anders kunnen in een echte Harold Lloyd film, en hij ligt binnen de kortste keren met iedereen overhoop. Daarbij wordt hij ook nog eens verliefd op een arm meisje dat in het stadje is gestrand met haar zieke vader. Op zoek naar werk trekt ze de aandacht van een rijke bullebak. Deze ploert moet en zal met haar trouwen en houdt haar zieke vader net zolang gevangen tot ze met een huwelijk zal instemmen.

De acties en de visuele grappen zijn zoals te verwachten prima in orde, maar opvallend zijn de scherpe, absurde tussentitels van H.M. Walker. In het stadje in het Westen waar de jongen aankomt wordt het bijvoorbeeld als onbeleefd beschouwd om twee keer op dezelfde dag op de dezelfde man te schieten. Flauw, maar ook erg leuk. Het is het soort humor dat zijn tijd ver vooruit is en niet zou misstaan in een aflevering van ‘South Park’. En die tussentitels hebben net zo’n vlot tempo als de visuele grappen waardoor je verbaal toch ook aan je trekken komt in deze stomme film. Jammer dat ze de arme en o zo zieke vader van het meisje tegen het einde zijn vergeten en met hun tweetjes een ‘happy ending’ vieren, maar verder erg leuk.

Diana Tjin-A Cheong