Art of the Devil 2 – Long Khong (2006)

Regie: Pasith Buranajan, Kongkiat Khomsiri, Isara Nadee, Seree Phongnithi, Yosapong Polsap, Putipong Saisikaew, Art Thamthrakul | 97 minuten | horror | Acteurs: Napakpapha Nakprasitte, Namo Tongkamnerd, Hataiwan Ngamsukonpusit, Akarin Siwanponpitak, Korakot, Woramusic, Chanida Suriyakampol, Pawarit Wongpatni

Afgezien van de voodoothematiek heeft ‘Art of the Devil 2’ weinig gemeen met zijn voorganger. Één ding moge in ieder geval duidelijk zijn na het zien van deze film: Thailand beschikt zonder meer over de middelen om een lekker gore horrorfilm te maken, en hoeft niet onder te doen voor het Westen, dat met films als ‘Saw’ of zombiemateriaal als ‘Dawn of the Dead’ de liefhebber al goed wist te bedienen. Het land begint zo langzamerhand een interessant bereik te tonen. In verschillende genres heeft Thailand de laatste tijd geslaagde films geproduceerd. Hippe actiedrama’s (‘Bangkok Dangerous’), bovennatuurlijke thrillers (‘The Eye’), martial arts films (‘Ong-Bak’), en nu dus hardcore horror met ‘Long Khong’.

De film, imperfect als hij is, heeft twee belangrijke speerpunten: de expliciete horrormomenten zélf en de heerlijk sadistische vertolking van Napakapa Nakprasit als de lichtelijk doorgedraaide voodoo-bezweerster Aajaan Panor. De combinatie van deze elementen maakt dat de tamelijk oninteressante groep jongeren in de film – de potentiële slachtoffers – en de vrij slaapverwekkende serie flashbacks die we krijgen voorgeschoteld alvorens de horrorgeneugten losbarsten, de film tenminste niet (volledig) tot zinken brengt. Daarbij komt dat de eerste circa vijf minuten van de film al zulke intense shockerende beelden bevatten, dat je hier net zo lang van moet bijkomen. In deze openingssequentie, zien we eerst hoe een vissende man bij het losmaken van een haakje uit een vismond per ongeluk zijn eigen hand aan de haak slaat, en vervolgens hoe er, wanneer hij op bezoek is bij een medicijnvrouw, vele vishaakjes zich vanonder zijn huid naar buiten werken. Door zijn teennagels heen, zijn buik, benen, armen, en tenslotte zijn oogkas. Gedurende deze hele scène zit je met kromgetrokken tenen en gespannen lijf te kijken: dat wil zeggen, als het je lukt om je ogen naar het scherm gericht te houden. Al duurt het niet lang, het lijkt een eeuwigheid wanneer eindelijk de openingstitels in beeld verschijnen en je met een gerust hart kunt flauwvallen.

Het verhaaltje dat zich in de tussentijd afspeelt is niet erg boeiend. Wat schoolvrienden komen, enkele jaren na school, bij elkaar voor een gezellige vakantie bij het huis van één van hen, Ta. Echter, deze reünie blijkt niet allemaal rozengeur en maneschijn te zijn. De kids hebben namelijk skeletten in hun kasten zitten: een duister gezamenlijk verleden, waar ze, in de trant van ‘I Know What You Did Last Summer’, over hebben afgesproken voortaan te zullen zwijgen. De (pleeg)moeder van Ta, en tevens hun vroegere juffrouw Aajaan Panor, blijkt er echter wat mee te maken hebben gehad, en wanneer duidelijk wordt dat ze nog een appeltje met de kinderen te schillen heeft, komt het hele verhaal naar boven.

Nakprasit is perfect gecast als de geflipte voodoodame. In de eerste helft van de film is ze de aardigheid zelve: een engelachtige voorbeeldmoeder en –juf, al beginnen er zich in de flashbacks langzamerhand barstjes in haar onfeilbare voorkomen te vertonen. Net als de hoofdpersoon uit Miike Takashi’s ‘Audition’ verandert ze van een stille, beschaafde vrouw die glimlacht en onderdanig is, tot een wraakengel met acties waar Hannibal Lecter of de Bride in ‘Kill Bill’ nog van zouden gaan blozen. Lichamen worden in stukken gehakt en in de soep verwerkt, scalpen worden van hoofden gerukt, nagels uit tenen getrokken, en armen en benen worden met een gasbrander verschroeid, waarna de stukken vlees ervan af worden gestroopt. En dan zijn er nog leuke uitwerkingen van de betoveringen, waarvan de salamanders die uit de rug van één van de slachtoffers kruipen een hele leuke is.

De film zit technisch goed in elkaar, met effectieve muziek en prima effecten, en heeft daarnaast veel profijt van zijn hoofdrolspeelster. Het verhaal is onorigineel en warrig tegelijk, met alle verschillende vloeken en bezweringen die over elkaar worden uitgesproken. Ook is er een onnodig verrassingseinde aan toegevoegd, dat tegenwoordig bijna een verplichting lijkt te zijn. Wanneer de film werkt, werkt hij goed, het is alleen de wat oninteressante reis die leidt naar deze effectieve punten, die ervoor zorgt dat ‘Art of the Devil 2’ geen overtuigende aanbeveling verdient. De film is een aanrader voor de liefhebber van dit soort horror, mits deze bereid is hiervoor een dik half uur aan tam materiaal doorstaan.

Bart Rietvink