Barbershop Blues (2004)

Regie: Stephen Allen | 80 minuten | thriller | Acteurs: Mandell Butler, Channon Dade, Rashad Edwards, Timothy Eric, Jonah Hawkins, Jalene Mack, Frank Corey Shields, Kier Spates, Ralph E. Tresvant, Curtis von Burrell, Errol Anthony Wilks

Wanneer gangster en drugsdealer Blue Daniels uit de bak komt, heeft hij moeite om zijn draai op het rechte pad te vinden. Hij solliciteert overal, vindt geen werk en vervalt al gauw in zijn  oude gewoontes: drugs verkopen en mensen afpersen. Zijn eerste slachtoffer is nachtclubzangeres Stacey. Hij heeft een aantal naaktfoto’s en die kunnen haar carrière ernstig schaden. (Deze vorm van afpersing bestond in grootmoederstijd toch al niet meer?) In arren moede besluit ze de hulp in te roepen van ex-man en kapper TC. Zal het Stacey lukken om aan de klauwen van de bruut Daniels te ontsnappen?

Hoewel ‘Barbershop Blues’ een film uit 2004 is, krijg je als kijker regelmatig flashbacks naar jaren tachtig films. Er is geen vaart, lange shots vanuit één positie en zo af en toe zijn er beelden van de skyline van een wereldstad. Ze hebben het ook steeds over de negatieven van de foto’s en hebben geen mobiele telefoons. Waarom de makers de nabije geschiedenis als uitgangspunt hebben genomen, zal wel in het rijk der nevelen gehuld blijven. Heel sterk is het allemaal niet.

Ook de acteerprestaties zijn niet best. Dieptepunt is hoofdrol Blue Daniels, de getergde gangster die zijn medemensen terroriseert. Het is een tweezijdig karakter, enerzijds een bikkelharde gangster en anderzijds een zielepoot die niet aan zijn boevenverleden kan ontsnappen en in essentie en goede vent is. Acteur Curtis von Burrell is er met zijn vertolking van de rol niet in geslaagd te raken aan ook maar één van beide karakterkanten. Maar ook die rapper “hard-in-de-muziek-zacht-als-een-eitje” is met zijn stoere dreigementen totaal ongeloofwaardig. En ook die nachtclubzangeres lijkt toch weinig aangeslagen…

Regisseur Stephen Allen had z’n materiaal wellicht tegen, maar dat werd nog eens versterkt door het scenario. De film duurt maar tachtig minuten maar er moeten wel zo’n zeven of acht hoofdrolspelers in die allemaal hun eigen verhaal meemaken. Zo zit er om onduidelijke redenen een romance in tussen twee kappersleerlingen. Waarom? Moet het spicy blijven? Bij een goede film komen de verhaaltjes in ieder geval allemaal bij elkaar, maar in ‘Barbershop Blues’ zijn ze daar niet in geslaagd. Met name het eind van de film is weergaloos in zijn anti-climax. Die zullen we dus maar niet verraden.

Lichtpuntje is misschien de muziek. Die is soms wel goed gekozen, als je van funky R&B houdt tenminste. ‘Barbershop Blues’ had misschien een film moeten zijn over de harde wereld in de getto, maar heeft door het slechte spel en warrige verhaal meer weg van een oude soap aflevering. Snel naar de volgende film.

Bram Semeijn