Batman Forever (1995)

Regie: Joel Schumacher | 122 minuten | actie, thriller, avontuur, fantasie, misdaad | Acteurs: Val Kilmer, Tommy Lee Jones, Jim Carrey, Nicole Kidman, Chris ODonnell, Michael Gough, Pat Hingle, Drew Barrymore, Debi Mazar    

Één van de redenen om de Batman filmserie weer nieuw leven in te blazen door weer geheel vanaf het begin – met ‘Batman Begins’ – de serie vorm te geven, moet ongetwijfeld de erfenis zijn geweest die regisseur Joel Schumacher met zijn Batman-films heeft achter gelaten. Iedereen lijkt het er namelijk over eens te zijn dat hij eigenhandig de franchise (tijdelijk) om zeep had geholpen. ‘Batman and Robin’ wordt door sommigen gezien als de slechtste film aller tijden, en hoewel het inderdaad een belabberd stuk celluloid is, is het de vraag of Schumachers Batman-keuzes allemaal echt zo wanstaltig waren. ‘Batman Forever’ is bijvoorbeeld uiterlijk een groot verschil met de grimmige, gothische verbeelding van het universum van de vleermuis door Tim Burton, maar inhoudelijk doet Schumacher de dingen niet erg verschillend. De actie en het tempo zijn vlot en lekker hersenloos en de film neemt zichzelf vaak niet al te serieus. Nu is er voldoende aan te merken op ‘Batman Forever’, en goed is de film zeker niet te noemen, maar de film is niet zo beroerd als Schumachers reputatie doet vermoeden.

Schumacher houdt duidelijk niet van (lange) introducties. Hij begint ‘Batman Forever’ meteen met actiescènes met schurk Two-Face en de vleermuisman in vol ornaat. Liefdesobject Chase Meridian komt ook snel in beeld, waardoor alleen nog Batmans toekomstige maatje Robin en schurk nummer twee, de Riddler, overblijven om kennis mee te maken. En tja, waarom ook niet? De meeste toeschouwers die deze derde Batman-film gaan kijken zijn reeds bekend met het hoofdpersonage, dus er is eigenlijk geen reden om niet meteen de actie in te duiken. Net als een televisieserie meent Schumacher kennelijk geen tijd te hoeven verspillen met introducties en achtergronden. En inderdaad, ‘Batman Forever’ heeft wel het een en ander gemeen met de Batman-serie uit de jaren zestig.

Om te beginnen zijn de schurken allemaal erg “cartoony” en over-de-top en stuk voor stuk hebben ze zo’n typisch gemeen lachje. Tommy Lee Jones’ Two-Face is de meest interessante schurk maar hij is zo tweedimensionaal als een stuk karton. Wat meer achtergrond of verdieping ten aanzien van zijn gespleten persoonlijkheid, zoals al iets beter gebeurt in Christopher Nolans ‘The Dark Knight’ was wenselijk geweest. Nu doet hij niet veel meer dan lachen en springen, met af en toe een lichtelijk geïrriteerde reactie. Jones is ook de meest interessante acteur in de cast, maar zijn personage wordt jammer genoeg ondergesneeuwd door Jim Carrey’s Riddler. Carrey kreeg kennelijk carte blanche van de regisseur en lijkt onder de indruk te zijn dat de film ‘The Riddler Forever’ heet. Het gaat net iets te ver om te zeggen dat dit Carreys meest over-de-top performance ooit is – want hij heeft al heel wat wilde kermistoeren op zijn naam staan – maar zijn optreden doet in niet veel onder voor zijn fysieke acteerkunsten in ‘The Mask’, ‘Ace Ventura: Pet Detective’, ‘Liar Liar’, of ‘Dumb and Dumber’. Die hard-fans van Carreys fratsen zullen hier wellicht van smullen – en het is zeker regelmatig amusant; levendig in ieder geval – maar de meesten zullen het ermee eens zijn, dat het allemaal wel iets minder had gekund. Al zou het alleen maar zijn geweest om Two-Face meer ruimte te gunnen, die nu gereduceerd wordt tot joelende sidekick. Ze vormen toch een wat vermoeiend “komisch” duo, deze Jut en Jul.

Grappig is wel dat de outfits en make-up lekker uitbundig zijn, en dat Carrey een fout, strak pakje draagt; groen, uiteraard en vol met vraagtekens, net als het Riddlerpak uit de tv-serie. En dit doet hij met flair. Als een balletdanser op steroïden danst hij door het beeld. De referenties naar de tv-serie of originele stripfiguren houden hier echter niet op. Robin wordt bijvoorbeeld geïntroduceerd met dezelfde geel-rode outfit aan als in de serie – wat hier een circuspak is – en roept zelfs op een gegeven moment: “Holy rusted metal, Batman!” in een overduidelijke knipoog naar zijn praatstijl in de serie. Wat verder erg cartoony is, is het kleurenpalet van de film. Het ziet er allemaal stukken vrolijker uit dan Burtons grauwe, donkere wereld, en paarse en groene neonkleuren schieten de kijker tegemoet. Het is even wennen misschien, maar niet per se een nadeel. Het is simpelweg een andere visie.

Toch zijn inhoudelijke aspecten uit vorige films nog grotendeels intact. Sterker nog, vaak lijkt de film zelfs een herhaling van zetten te zijn. Weer is er die ene blonde vrouw die het hart van Bruce Wayne sneller doet kloppen en aan wie hij zijn geheim wil toevertrouwen. Weer wordt er teruggegrepen naar de jeugdtrauma’s van Bruce en wil hij zijn cape aan de wilgen hangen vanwege persoonlijke worstelingen met zijn identiteit. De gezichten zijn alleen anders. Het is Val Kilmer in plaats van Michael Keaton en Nicole Kidman als psychologe Chase Meridian in plaats van Kim Basingers journaliste Vicki Vale. Kilmer doet het niet slecht als de vleermuisman en hij is zeker een geloofwaardige playboy, maar toch weet hij zijn (duo-)rol niet veel persoonlijkheid te bezorgen en komt hij soms wat gladjes over. Kidman is sensueel genoeg en Chase heeft gezien haar interesse voor ingewikkelde psyches voldoende reden om voor Batman/Wayne te vallen, maar het ligt er allemaal wel wat dik bovenop. Ze zegt bijna letterlijk dat ze opgewonden raakt van het zwarte rubber van het Batmanpak, en de manier waarop ze in beeld komt – haar in slow-motion wapperend, met strakke boksoutfit aan, mooi neergevlijd in bed, of gekleed in slechts een laken – maken de romantische ontwikkelingen weinig verrassend.

‘Batman Forever’ bevat spektakel, heeft geinige knipogen naar serie en stripboek, en heeft capabele acteurs. Het is alleen jammer dat de regisseur en scriptschrijver de teugels niet wat strakker aan hebben getrokken. Een betere balans in de aandacht voor het schurkenduo, een meer overzichtelijke montage, en bevredigender confrontaties tussen helden en schurken hadden al veel verschil kunnen maken. Toeschouwers zonder een sterke afkeer tegen overacting zouden zich wel eens prima kunnen vermaken met ‘Batman Forever’ en de film voldoet vaak nog aardig als achtbaanrit, maar echt geslaagd is de film toch net niet te noemen.

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 24 augustus 1995