Benji gaat los! – Benji: Off the Leash! (2004)

Regie: Joe Camp | 96 minuten | drama, familie | Acteurs: Benji, Nick Whitaker, Chris Kendrick, Nate Bynum, Randall Newsome, Duane Stephens, Christy Summerhays, Carlton Bluford, Neal Barth, Melinda Haynes, Kathleen Camp, Jeff Olson, Lincoln Hoppe, Joey Miyashima, Scott Wilkinson, Margaret Loesch, Dava Whisenant, Joe Camp, Omar Sharif, Jerry Lousteau    

Aan de stroom hondenfilms lijkt maar geen einde te komen. Elke generatie heeft wel een favoriet, of het nu ‘Lassie’, ‘Beethoven’ of ‘Benji’ is, films over trouwe viervoeters komen vanuit alle hoeken van de wereld op je afgestormd. Vaak richten de makers zich met deze producties op kinderen, maar soms, zoals ‘Marley & Me’ en ‘Hachi’, weet zo’n film door te dringen tot het filmpubliek dat niet per se een kinderhand hoeft te vullen. De ’Benji’ films vallen echter niet in die categorie. De allereerste ‘Benji’ werd in 1974 door Joe Camp geregisseerd, en hoewel het die film ontbrak aan een origineel verhaal, was de point-of-view van de hond wel bijzonder. Daarnaast is de hond erg goed geregisseerd; ’t is dat er nog geen Oscar voor beste hondacteur bestaat, maar dan had Higgins the Dog zeker een nominatie gekregen.

In deze vierde officiële film, zeventien jaar na de laatste (‘Benji the Hunted’, 1987), lopen twee verhalen door elkaar, maar niet op een duidelijke manier. Het eerste wordt in het begin van de film maar heel kort aangestipt (knipper met je ogen en het is voorbij). Dit lijkt expres zo gedaan te zijn om de jonge kijkers op het verkeerde been te zetten: zo denken zij dat de twee hondenvangers een hele andere intentie hebben dan zij in werkelijkheid hebben. Het is geen sympathieke manier om een verhaal te vertellen. Het tweede verhaal draait om een jongen wiens vader een eh… hond van een kerel is; slecht voor honden en voor zijn vrouw en kind. Je kunt je vraagtekens zetten bij het gekozen onderwerp, want hoewel de fysieke mishandeling van het joch en zijn moeder nooit in beeld is, wordt er wel flink op los gesuggereerd en is het erg duidelijk dat het een disfunctionele familie is. De vader dreigt zijn zoon (die tot ver in de film niet bij naam genoemd wordt, maar hij heet Colby) te verkopen als ie “zo lastig blijft” en wordt zonder eten naar bed gestuurd, en dat is nog het minste. Een beetje intelligente kleuter pikt dat wel op en zal dan bij zijn ouders vragen stellen wat daar aan de hand is. Hmm… misschien niet meteen een gespreksonderwerp waar je als ouder op zit te wachten…

De meeste schermtijd gaat echter naar Benji en de andere hond in de hoofdrol: een terriër met een ongelooflijk lange tong. Deze hond wordt achterna gezeten door twee sullige hondenvangers, die voor de komische noot moeten zorgen. Dan is er nog een vreemde, eenzame man, wiens enige functie in de film het brengen van een stoomcursus opvoeding lijkt te zijn, met vervelende oneliners als “Hou je hoofd bij eigen zaken, anders zul je geen vrienden maken” en “Zij die aan hun bed de voorkeur geven, komen niet vooruit in het leven.”  De scènes met de hondjes zijn aandoenlijk genoeg en zullen zeker indruk maken op jonge dierenvrienden, maar het geheel gaat toch wat mank door het nare verhaal rondom Colby en zijn hondenfokkende vader. Voeg daaraan toe dat de muziek totaal niet past bij de film en je hebt met ‘Benji gaat los’ geen aanrader te pakken.

Monica Meijer