Berlin-Ecke Schönhauser (1957)

Regie: Gerhard Klein | 81 minuten | drama, romantiek, misdaad, geschiedenis | Acteurs: Ekkehard Schall, Ilse Pagé, Ernst-Georg Schwill, Harry Engel, Raimund Schelcher, Helga Göring, Erika Dunkelmann, Maximilian Larsen, Ingeborg Beeske, Siegfried Weiß, Manfred Borges, Hartmut Reck, Hans Beck, Rolf Beuckert, Grete Carlsohn, Rudolf Christoph, Liesl Eckardt, Hrst Friedrich, Kurt Getke, Gert Heinrich, Gerd Michael Henneberg, Jürgen Holtz, Hella Jansen, Ursula Kessler, Peter Kiwitt, Carlo Kluge, Paul Knopf, Willi Korrik, Walter Lendrich, Brigitte Stroh

‘Berlin – Ecke Schönhauser’ (1957) was een controversiële film. In een tijd waarin de Oost-Duitse staat de filmindustrie nauwlettend in de gaten hield, durfde filmmaker Gerhard Klein het aan om gewaagde thema’s aan te snijden. Critici waren dan ook lyrisch over de film en prezen de authenticiteit ervan. Socialistische partijlieden spraken echter schande van het negatieve beeld dat de regisseur schetst van het leven van jongeren in Oost-Duitsland. Na veel discussie werd de film in augustus 1957 uitgebracht; na drie maanden hadden anderhalf miljoen mensen de film al gezien. Daarmee was de controverse echter nog niet de wereld uit. In december 1965, nadat de Berlijnse Muur was opgetrokken, besloot de staat om ‘Berlin-Ecke Schönhauser’ te censureren vanwege zijn zogenaamd subversieve inhoud. Gerhard Klein was niet in staat om dat besluit aan te vechten; hij werd ziek en was niet meer in staat een nieuwe film te voltooien. Klein overleed in mei 1970 op slechts vijftigjarige leeftijd.

In 1957 kon de Oost-Berlijnse jeugd nog steeds zonder al te veel moeite de grens naar het westen oversteken, om daar films te zien die in hun deel van de stad niet vertoond werden. Het was een roerige tijd in het westen. Jongeren namen niet zomaar meer klakkeloos aan wat hun ouders, de school en de overheid hen opdroeg. In Amerika zag je dat (rock ’n roll), maar ook in West-Europa. Sociaal-maatschappelijk geëngageerde films als ‘Blackboard Jungle’ (1955) hadden opstootjes veroorzaakt in West-Duitse steden en via hun bezoekjes aan West-Berlijnse bioscopen pikten ook de Oost-Berlijnse jongeren een glimp van die nieuw verworven vrijheden mee. ‘Berlin-Ecke Schönhauser’ is afkomstig uit de koker van de DEFA, de door de Oost-Duitse overheid gecontroleerde en gesubsidieerde filmindustrie, en bedoeld om de jongeren letterlijk een lesje te leren. Want hoe bereik je jongeren die vrijheid nastreven nou het beste? Via de film. Kleins film zou je dan ook kunnen zien als pure propaganda, want de jongeren die het socialisme de rug toekeren krijgen hier het deksel op de neus.

‘Berlin-Ecke Schönhauser’ volgt een klein groepje jongeren en schetst een beeld van hun leven. Centraal staat Dieter (Ekkehard Schall, de latere schoonzoon van Bertold Brecht), een opstandige jongen die overdag zijn mannetje staat op de bouwplaats maar ’s avonds doelloos rondhangt op de hoek van de straat. “Je bent een goede werker, maar in de avonden moet je zo nodig stoer doen,” zegt een collega tegen Dieter. De collega probeert hem warm te laten lopen voor een communistische jeugdgroepering, maar Dieter moet daar niets van hebben. Hij hangt liever op straat rond met zijn vriendinnetje Angela (Ilse Pagé, die haar debuut maakt) en zijn vrienden. Dat hij daardoor regelmatig op het politiebureau belandt neemt hij maar voor lief. Vooralsnog heeft hij de echt grote problemen altijd weten te vermijden, met dank aan zijn oudere broer die op het politiebureau werkt en meer dan eens een goed woordje voor hem doet. Wanneer een van zijn vrienden, de koppige Karl-Heinz (Harry Engel), betrokken raakt in een dubieuze handel in valse paspoorten, lijkt het tij zich te keren voor Dieter en zijn beste vriend Kohle (Ernst-Georg Schwill). Noodgedwongen slaan ze op de vlucht naar het westen.

Dit is overduidelijk een propagandafilm. Dieter en zijn vrienden zijn nauwelijks jeugddelinquenten te noemen, hun enige ‘misdaad’ – op wat kattenkwaad na – is dat ze het vertikken om zich bij de communistische partij te voegen. Hun verlangen naar vrijheid en het westen wordt afgeschilderd als iets vreselijks. De film suggereert bovendien dat wie de overstap naar het westen durft te maken, daar helemaal niet gelukkig van zal worden. Dat verhindert echter niet dat je meeleeft met de personages, omdat het zulke belachelijke veronderstellingen zijn. Je hoopt dat Dieter zijn droom na kan blijven streven en zich blijft afzetten tegen de manipulaties van de gevestigde orde. De rebel zou moeten zegevieren! Tegenover die propagandistische inhoud staat een schitterende visuele pracht. De stad Berlijn wordt dankzij prachtig camerawerk en indrukwekkende zwart-witfotografie in al zijn schoonheid neergezet. Het spel met schaduwen is wonderlijk. Het acteerwerk is eveneens zeer de moeite waard, met Schall en Pagé voorop.

‘Berlin-Ecke Schönhauser’ mag dan een onvervalste propagandafilm zijn waar inhoudelijk het een en ander aan schort, het is er wel eentje die bijzonder goed gemaakt is en er schitterend uitziet. Zeker voor hen die opgegroeid zijn in Oost-Duitsland zal dit gruizige, realistisch ogende tijdsdocument een enorme nostalgische waarde hebben.

Patricia Smagge