Biloxi Blues (1988)
Regie: Mike Nichols | 106 minuten | drama, komedie | Acteurs: Matthew Broderick, Christopher Walken, Matt Mulhern, Corey Parker, Casey Siemaszko, Michael Dolan, Penelope Ann Miller, Park Overall, Alan Pottinger, Mark Evan Jacobs, David Kienzle, Matthew Kimbrough, Kirby Mitchell, Allen Turner, Tom Kagy
Met ‘Biloxi Blues’ laat regisseur Mike Nichols (‘Who’s Afraid of Virginia Woolf’, ‘The Graduate’) de Tweede Wereldoorlog links liggen door in te zoomen op een groepje (amper volwassen) jongemannen die in militaire dienst tot elkaar veroordeeld worden. Ieder brengt z’n eigen intelligentie en afkomst mee in een hiërarchisch militair systeem dat zichzelf nogal serieus neemt. Ongeremde meligheid en lachwekkende, tenenkrommende situaties zijn het gevolg.
De grappen in ‘Biloxi Blues’ zijn verre van kunstmatig en zeker niet opgelegd. De film heeft daarmee een streepje voor op menig andere Amerikaanse comedy. Het is te danken aan de typische leeftijdsgebonden humor van de jonge hoofdpersonen, die Nichols uitstekend in tact heeft weten te laten. Alsof er geen sprake is geweest van een script. En daar verdient juist schrijver Neil Simon misschien wel een compliment voor. Simon, ook wel ‘The King of Comedy’ genoemd, wordt geroemd vanwege zijn vakmanschap en zijn vermogen om personages toe te schrijven op spelers en acteurs.
De herkenbaarheid van karakteristieke personages is een speerpunt in het werk van Simon, die veel producties voor Broadway schreef. In ‘Biloxi Blues’ (van oorspong ook een Broadway productie) komt deze vaardigheid wederom goed uit de verf. Plaats een willekeurige groep jongens van dezelfde leeftijd bij elkaar, en de resulterende humor zal waarschijnlijk van dezelfde aard zijn. De meligheid doet kijkers wellicht ook denken aan de middelbare school, waar persoonlijke prioriteiten zich vaak op hele andere niveaus bevonden dan in het klaslokaal. Voor velen misschien dus wel een feest van herkenning.
In tegenstelling tot de eerste helft van de film -waarin komische scènes elkaar in hoog tempo opvolgen- is het tweede gedeelte duidelijk serieuzer van aard. Daarin openbaart zich het dramatische karakter van de film. En ook al ontstaat hier een lichte hunkering naar de grappen en grollen uit de eerdere scènes, de film wordt er beslist niet slechter op. In dit gedeelte is ruimte gelaten voor de diepere psyche van de karakters. Zoals die van drill sergeant Toomey (Christopher Walken), die in deze amusante rol duidelijk in zijn element is. Elke scène met de jonge Walken smaakt naar meer.
Filmisch hoogstandje is de prachtige stoomtrein die zowel in het intro als outro van de film door het Amerikaanse landschap schrijdt. De jazzy blaasmuziek maakt de sfeer van de film af. Trombones, trompetten en saxofoons zorgen voor die sullige klanken die een comedy compleet maakt en die doen denken aan de ‘Stomme films’ van het oude Hollywood. Tegelijkertijd ademt de muziek de passende sfeer van de oorlogsjaren 40-45, een uitstekende ‘Biloxi Blues’ die blijft hangen.
Tjeerd Kooistra