Black Caesar (1973)
Regie: Larry Cohen | 87 minuten | actie, drama, misdaad, thriller | Acteurs: Fred Williamson, Gloria Hendry, Art Lund, DUrville Martin, Julius Harris, Minnie Gentry, Philip Roye, William Wellman Jr., James Dixon, Val Avery, Patrick McAllister, Don Pedro Colley, Myrna Hansen, Omer Jeffrey, Michael Jeffrey, Larry Lurin
Oud-American footballspeler Fred Williamson is dé man in Larry Cohens Afro-Amerikaanse versie van ‘Scarface’. Williamson groeit in ‘Black Caesar’ (een woordspeling op de gangsterfilm ‘Little Caesar’ uit 1931) uit tot een zwarte topcrimineel. De vele afro’s en wijde broekspijpen zorgen voor een prettig gedateerd geheel.
‘Black Caesar’ komt tot stand in een vooruitstrevend tijdperk. Het begin van de jaren zeventig is een tijd van afkeer van autoriteiten en emancipatie. Een ideaal tijdstip voor films waarin Afro-Amerikanen nu eens de ster van de film zijn. Oud-sportman Fred Williamson, die recentelijk speelde in ‘Starsky & Hutch’ (2004), is het gezicht van de nieuwe beweging. Pam ‘Jackie Brown’ Grier is zijn vrouwelijke evenknie.
Vergeet de eenvoudig aandoende rollen van een deel van de cast; ‘Black Caesar’ draait om wie de hipste broeder is. Verhelderend is verder dat de film niet is bedoeld als knipoog naar, maar als keihard bewijs van grove vormen van racisme in de maatschappij. Discriminatie is de brandstof voor de bij tijd en wijlen uitstekende dialogen, die vaak zeer direct en juist daarom ook geestig overkomen.
Williamson krijgt heel wat verbale discriminatie te verduren. Voor de meeste blanken is hij niet meer dan een “schaduw” of “zwartjoekel”. Een Italiaan vertelt zonder blikken of blozen dat hij eraan denkt “een casino te bouwen voor zwarten, omdat het geboren verliezers zijn”. Het zijn de grove, politiek incorrecte, uitingen die het realisme van de film bevorderen.
Het rauwe karakter van ‘Black Caesar’ wordt geaccentueerd door de geweldige muzikale score van James Brown. Speciaal voor de film – en in zeer korte tijd – produceert de “Godfather of Soul” een aantal hoogstaande tracks, dat prima bij de filmbeelden past. Diverse met de handcamera gedraaide scènes in de straten van Harlem, gekoppeld aan de funky muziek, zijn zeer sterk.
Jammer dat het verhaal van ‘Black Caesar’ middelmatig is. Enkele verhaallijnen, zoals de moeizame relatie van Williamson met zijn ouders, blinken uit in onnozelheid. De rode draad, de opkomst van Williamson in Harlem en de jarenlange vete met agent McKinney die zijn been verbrijzelde, is echter prima. Regisseur Cohen slaagt erin om je de eenzaamheid aan de top te tonen. Williamson wordt steeds achterdochtiger en trekt zelfs de intenties van zijn vrouw en beste vriend in twijfel.
‘Black Caesar’ is niet gelikt of gemaakt. De film is een aaneenschakeling van grimmig realisme en een confronterende weergave van racisme tussen blank en zwart. Gek genoeg werken de soms amateuristisch gespeelde rollen en het “low budget”-karakter van de speelfilm positief. Een topper in zijn genre.
Robbert Bitter