Black Diamond – Black Diamond, l’or des fous (2010)

Regie: Pascale Lamche | 101 minuten | documentaire

Abidjan, zondag 29 maart 2009. Het nationale voetbalelftal van Ivoorkust staat op het punt om de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Malawi af te trappen in het stadion Felix Houphouet-Boigny. Tienduizenden mensen zijn uitgelopen om de grote Afrikaanse voetbalhelden Didier Drogba, Kolo Touré en Salomon Kalou in actie te kunnen zien. Het stadion biedt plaats aan 45.000 toeschouwers, maar ooggetuigen melden dat zeker 60.000 mensen proberen binnen te komen. Er ontstaat paniek, de politie probeert de mensenmassa in bedwang te houden met traangas, maar een van de stadionmuren bezwijkt en in het gedrang komen negentien mensen om het leven. Zeker 130 anderen raken gewond. De wedstrijd wordt gewoon gespeeld, alsof er niets aan de hand is. Ivoorkust wint met 5-0. Drogba en consorten horen pas na afloop wat er gebeurd is. Zeer ontdaan verklaart de Ivoriaanse sterspeler: ”Als zulke dingen gebeuren, dan besef je weer hoe irrelevant voetbal eigenlijk is.”

Drogba heeft natuurlijk makkelijk praten. Hij leeft de droom die miljoenen andere jongens in Afrika nastreven: hij voetbalt in Europa en verdient bakken met geld. Hij heeft status, aanzien, macht. In de documentaire ‘Black Diamond’ (2010) richt de Franse filmmaakster Pascale Lamche zich op die droom van talloze Afrikaanse kinderen. Zij hebben er alles voor over om in de voetsporen te treden van Drogba en laten zich misleiden door valse beloftes van obscure agenten en spelersmakelaars. Lamche toont hoe voetbalacademies te werk gaan. Talentvolle spelertjes van een jaar of dertien worden vanuit het hele land opgetrommeld. Om naar de academie te kunnen komen, moeten ze vaak al onmogelijke bedragen neerleggen. Maar omdat dit wel eens de kans van hun leven kan zijn, hebben de families van de jochies het er graag voor over. Eenmaal op de academie belandt, blijkt dat het toch de oudere jongens zijn (van een jaar of zeventien) die geselecteerd worden. Een illusie armer worden de jongere kinderen weer weggestuurd. Volgende keer een nieuwe kans. De families worden intussen volledig uitgemolken.

Overigens is het voor de geselecteerde jongeren nog maar zeer de vraag of zij er wel allemaal zullen komen. Wanneer ze eenmaal in het vliegtuig zitten, op weg naar de beloofde voetbalcarrière in Europa of het Midden-Oosten, is hun lot onzeker. Lamche focust bijvoorbeeld op een zestienjarige Ivoriaanse jongen die in Tunesië belandt, waar hij zonder het te weten betrokken wordt bij drugshandel. Wanneer die transactie achter de rug is, wordt hij aan zijn lot overgelaten. Maandenlang zwerft hij zonder werk, zonder geld en zonder thuis door een voor hem vreemd land. Op eigen kracht vindt hij eindelijk een club, het geluk lijkt hem toe te lachen. Maar als blijkt dat hij Hepatitis onder de leden heeft, wordt hij zonder pardon op straat gezet. Andere jongeren belanden in afgelegen gebieden in Midden-Amerika of Zuid-Oost Azië, waar ze zogenaamd tijdelijk worden gestald om ervaring op te doen. In de praktijk betekent het simpelweg dat de jongeren aan hun lot worden overgelaten.

Lamche trekt in haar film parallellen met de slavenhandel van weleer. Volgens haar is het een wijdvertakt internationaal netwerk, waarin ook zakenmensen en politici een rol in spelen, maar die bewering kan ze niet hard maken. Met een verborgen camera komt ze wel heel dicht bij de belangrijke pionnen in de schaamteloze handel in jonge voetballers, maar van een sluitend bewijs dat we hier met een groots georganiseerd netwerk te maken hebben, is geen sprake. Dat maakt de uitbuiting van de voetballers en hun families natuurlijk niet minder schrijnend. Wat ‘Black Diamond’ visueel interessant maakt, is het gebruik van animatie. Al in de inleidende scène, waarin een reconstructie gemaakt wordt van de ramp bij het voetbalstadion in Abidjan, past ze deze techniek toe. Later in de film koppelt ze de animaties aan de oude West-Afrikaanse legende van de gehaaide spin Ananse, die als metafoor wordt gezien van de uitbuitende machten. De jonge voetballers raken verstrikt in hun web van corruptie, misleiding en exploitatie.

Hoewel ‘Black Diamond’ bepaalde beweringen niet hard kan maken, geeft de film toch een onthullend beeld van hoe er met jonge Afrikaanse voetbaltalenten gesold wordt. Dankzij de toepassing van animatie is deze documentaire ook visueel aantrekkelijk. het mag duidelijk zijn dat Lamche haar film met veel respect voor de Afrikaanse cultuur gemaakt heeft.

Patricia Smagge