Black Sabbath – I tre volti della paura (1963)
Regie: Mario Bava | 92 minuten | horror | Acteurs: Michele Mercier, Lidia Alfonsi, Boris Karloff, Mark Damon, Susy Andersen, Massimo Righi, Glauco Onorato, Rika Dialina, Jacqueline Pierreux, Milly, Harriet, Medin, Gustavo De Nardo, Milo Quesada
Kaarslicht, gillende deernes en ouderwetse special effects: onversneden pulphorror biedt dit drieluik van Mario Bava, dat de sfeer ademt van oude Hitchcocks als Jamaica Inn en Rebecca. Het hoogtepunt zit echter niet in één van de verhalen, maar in de proloog en epiloog. Boris Karloff – de klassieke Frankenstein – pepert de kijker eerst in dat vampiers alomtegenwoordig zijn (misschien zit er wel een naast u in de bioscoop), om na afloop te laten zien dat het allemaal op bedrog berust. Dat wisten we gelukkig al, anders hadden we deze onschuldige horrorverzameling allang bij het vuil gezet.
Jonge vrouwen belaagd door gevaarlijke mannen, brave gezinnen met een vampier in de gelederen, opstaande doden; het is echter van alle tijden. Die elementen worden netjes uitgewerkt in deze Tre Volti della Paura, waarin angst telkens een ander gezicht toont. Il Telefono is een Freudiaans verhaaltje waarin de mooie Rosy zich bespiedt voelt door de telefoon, die constant rinkelt terwijl zij zich ontkleed; de engerd aan de andere kant van de lijn bedreigt haar niet alleen, maar complimenteert haar ook met haar bekoorlijke lichaam; vervolgens wacht zij verwachtingsvol tot hij terugbelt, om daarna in huilen uit te barsten waarna zij een vriendin verzoekt te komen die zich ook al verdacht gedraagt. I Wurdulak (Tolstoi) is een klassiek vampierverhaal, waarin de geliefden van een bloeddorsteling het moeten ontgelden, tegen de achtergrond van een duistere Oost-Europese herberg en een kasteelruïne onder donderende hemelen; wie vergeet het hart van de gebeten geliefde te doorboren vraagt zeker om moeilijkheden. Het is de beste van de drie, niet alleen door de aanwezigheid van Boris Karloff, maar ook vanwege het originele script. La Goccia dAcqua tenslotte, op basis van een verhaal van Tsjechov, toont ons een huiveringwekkend geschminkt lijk, dat wel eens zal laten zien dat je de doden met rust moet laten.
Het is de bekende mengeling van conservatieve moraal en fascinatie met al wat daar tegenin gaat. Hitchcock waart immer rond, met zijn clair-obscur en gelijkaardige preoccupaties; de Engelse snit blijkt goed verenigbaar met de Italiaanse van Mario Bava. De meester is echter beter, al heeft Bava Karloff in de gelederen; die geeft deze collectie net dat stukje flair dat de tand des tijds doorstaat.
Jan-Kees Verschuure