Blackwater Fever (2008)
Regie: Cyrus Frisch | 70 minuten | drama | Acteurs: Roeland Fernhout, Ellen ten Damme
De samenvatting (“Een man – lijdend aan het dodelijke Blackwater Fever – zit in zijn Amerikaanse auto en rijdt door de zinderende, lege woestijn. Naast hem zit een vrouw op de passagiersstoel. Los Angeles en Las Vegas staat er op de wegwijzers naar deze westerse consumptieparadijzen. Ongemerkt – zonder paspoortcontroles, inentingen of andere obstakels – rijden zij Afrika binnen. Aan de rand van de eindeloze weg doemen gruwelijke taferelen op: uitgebrande auto’s, stenengooiende kinderen, explosies, martelende soldaten, verkrachting en moord. De man rijdt stug door en negeert ze alsof het journaalbeelden zijn die voorbij flitsen. Of zijn het slechts hallucinaties als gevolg van zijn steeds heviger wordende koortsdromen? Als de chaos en het geweld zijn metgezellin treffen, kan hij de werkelijkheid niet meer ontlopen.”) zegt eigenlijk alles over ‘Blackwater Fever’ wat je zou moeten weten over de inhoud van de film. Tegelijk kan zelfs een niet al te oplettende lezer wel raden dat dit op zijn zachtst gezegd een ongewone film is. Het is een uitputtingsslag die de meeste kijkers danig van deze film (en ander werk) van regisseur Cyrus Frisch zal vervreemden.
Het vergt dus wel wat van het uithoudingsvermogen om de hele speelduur te overbruggen, zonder af en toe in moedeloos gezucht of langdurig wegmijmeren te vervallen. Hoewel de film maar een ruim uurtje duurt (70 minuten om precies te zijn), was de film wellicht beter geslaagd geweest als “korte” film van, pak hem beet, 20 minuten. Het grootste deel van de film bestaat namelijk uit beelden van de snelweg, het uitzicht op de lucht en het woestijnlandschap vanuit de auto en lange, lange shots van Roeland Fernhout en, in mindere mate, van Ellen ten Damme. Haar rol blijkt overigens behoorlijk vaag. Ze komt zo’n beetje uit de lucht vallen, is een zwijgende passagier, neemt af en toe het stuur van de cabriolet over wanneer Fernhout te ziek is en valt vooral op omdat ze wel heel vaak andere kleren aanheeft. Tenzij dit haar eigen garderobe is, moet het grootste deel van het budget zijn opgegaan aan haar kleding. Veel te doen heeft ze in elk geval niet. Dat geldt niet voor Fernhout. Hij is een goede acteur en hij ziet er gepast koortsig en ziek uit, hij zweet en zweet, tuurt en lijdt, maar minutenlang dezelfde beelden, dezelfde shots, gaat op den duur behoorlijk irriteren. Er is bijna geen dialoog en de enige wijze waarop het visuele ondersteund wordt, is door middel van muziek die soms passend is, maar vaker als een dissonant werkt. Fernhout wordt steeds zieker, krijgt steeds meer last van zijn ogen en begint beklemmende en angstaanjagende dingen te zien aan de randen van zijn blikveld. Langzaam maar zeker worden die steeds duidelijker.
Het ‘Blackwater Fever’ van de titel is de ziekte “zwartwater koorts”, wat als complicatie van de beruchte malaria kan optreden. Hierbij knappen rode bloedlichaampjes, waardoor hemoglobine rechtstreeks in het bloed en de urine terecht komt. Het zorgt voor rillingen, hoge koorts, overgeven en een donkergekleurde urine. Andere symptomen kunnen hallucinaties zijn, geelzucht. Het leidt – onbehandeld – tot nierfalen en kan dodelijk zijn.
Deze koorts, net als de malaria die de oorsprong vormt, is uiteraard geen ziekte die je vaak aantreft in het westen van de Verenigde Staten. Tenminste, dat is waar Fernhout en Ten Damme hun roadtrip lijken te houden. Het landschap is dat zoals je dat in delen van Arizona, Nevada en het woestijngebied van Californië kunt aantreffen. De film is echter opgenomen in Namibië in zuidelijk Afrika en dat wordt ook steeds duidelijker. Er lijkt een oorlog aan de gang: er wordt mensen gedood, verkracht en gemarteld.
Frisch wil zijn publiek ongetwijfeld tot nadenken aanzetten, waarom mensen de ellende in andere delen van de wereld negeren, waarom er niet ingegrepen wordt wanneer er doden vallen. Het zijn legitieme vragen, maar de film giet het in zo’n vorm, dat het bijna onverteerbaar wordt. Daarmee schiet hij zijn doel danig voorbij.
Hans Geurts
Waardering: 2
Bioscooprelease: 12 juni 2008