BloodRayne (2005)
Regie: Uwe Boll | 95 minuten | actie, fantasie, horror | Acteurs: Kristanna Loken, Michelle Rodriguez, Michael Madsen, Ben Kingsley, Udo Kier, Matthew Davis, Billy Zane, Michael Paré, Meat Loaf, Will Sanderson, Geraldine Chaplin
Beste lezer, laat je niet misleiden door de score van 1,5 ster. ‘BloodRayne’ is een film die interessante (en relevante) vragen opwerpt. Vragen die het lot van het Hollywood acteergilde kunnen beinvloeden. Tenminste, dat zou wel moeten. De hoofdvraag die dit broddelwerkje (want dat is het) aansnijdt, is of een Oscar niet teruggenomen kan worden. Geloof het of niet, maar een Oscarwinnaar als Ben Kingsley wordt van het scherm gespeeld door (godbetert) Christinna Loken. Ook gerespecteerde acteurs als Michael Madsen presteren niet beter dan een gemiddelde figurant. ‘Ghandi’ kan dan nog zo’n mooie film zijn, maar het spel van Kingsley is zo abominabel dat het niet minder dan rechtvaardig zou zijn om dat gouden mannetje van onze Ben te confisceren.
Uwe Boll is het kwade genius achter ‘BloodRayne’. De Duitse veelfilmer heeft een al even dubieus computerspelletje bewerkt tot een heuse speelfilm. Rayne (Loken) is een dhampir, half mens en half vampier. De knappe vrouw is gevangengenomen door een circusbende die haar tentoonstelt als freak. Omdat onze heldin zichzelf in no time kan genezen wordt ze als proefkonijn gebruikt om het publiek te confronteren met haar gaves. Uiteindelijk wordt Rayne gered door een drietal huurlingen die haar overtuigen om met hen te vechten tegen de vampierenkoning Kagan (Kingsley). Maar voordat ze hun nemesis tegemoet treden, krijgt de groep te maken met verraad in eigen gelederen en een leger vol kwaadwillende soldaten. Als dat maar goed gaat…
Boll verbouwde het gelijknamige computerspel tot een anderhalf uur durend horrorstuk waarin het bloed je om de oren vliegt. Dat klinkt misschien leuk, maar dat is het niet. Hoewel ‘BloodRayne’ niet kijkt op een dozijn levensvocht meer of minder, is de film bijna onkijkbaar. Zo is het spel van de cast ver onder de maat, is het verhaal warrig en ogen de special effects gedateerd. Als het script nu met een vette knipoog werd gebracht dan was er wel over alle oneffenheden heen te kijken, maar helaas. ‘BloodRayne’ wil te graag een episch fantasy avontuur zijn, maar schiet zwaar te kort.
De plot van de film is net zo diepgaand als een gemiddelde episode van ‘Bassie & Adriaan’. En het meest pijnlijke is dat de Mecanorobot Robin uit die kinderreeks beter acteert dan de hele cast uit ‘BloodRayne’. Het meest schandelijke is dat Kingsley en Madsen er overduidelijk met de pet naar gooien. Het duo leest hun teksten voor alsof ze hun huishoudster instrueren wat ze mee moeten meenemen voor het avondeten. Alleen Loken en Rodriquez doen hun best. Dat de meiden weliswaar gezegend zijn met een mooi gezichtje en al even indrukwekkend figuur is leuk, maar overtuigend komen ze niet over.
De dialogen in ‘BloodRayne’ beperken zich tot statig opgedreunde instructies in de trant van “hier is het eten” en “dood haar!” Romantiek bestaat volgens ‘BloodRayne’ uit nihilistische seks die zomaar uit de lucht komt vallen. Na een wat ongemakkelijke vrijscène spreken de geliefden niet meer met elkaar. De vechtsfragmenten ten slotte, bestaan uit geïmproviseerde schermbewegingen die onnatuurlijk en amateuristisch ogen. De acteurs zijn niet even lenig en het merendeel van hen heeft nog nooit een houten zwaard in de handen gehad. Om het geweld nog wat te laten lijken, monteert Boll nog wat close ups van varkensdarmen en schapeningewanden tussen de zwaardgevechten. Het is nogal vreemd om nogal tamme gevechten te zien om vervolgens geconfronteerd te worden met een ontbindend karkas. De onzekere finale van ‘BloodRayne’ nekt de film. Dit komt nooit meer goed.
Mocht je niet de moeite hebben genomen om deze recensie in z’n geheel te lezen dan volgt hier in het kort de conclusie: ‘BloodRayne’ is een tenenkrommend stukje cinema. Uwe Boll levert na ‘House Of The Dead’ en ‘Alone In The Dark’ de derde misser op rij. Maar eerlijk is eerlijk: deze film is wel beter dan z’n voorgangers. Wat dan weer wel extra pijnlijk is dat de grote namen die op de credits prijken zich duidelijk lieten leiden door geldlust. Hopelijk is Kingsley’s Oscar van Spaans goud en slaat ie groen uit van schaamte.
Frank v.d. Ven