Bloody Pit of Horror – Il boia scarlatto (1965)

Regie: Massimo Pupillo | 74 minuten | horror | Acteurs: Mickey Hargitay, Walter Brandi, Luisa Baratto, Rita Klein, Alfredo Rizzo, Barbara Nelli, Moa Tahi, Femi Benussi, Ralph Zucker, Nando Angelini, Albert Gordon, Gino Turini, Roberto Messina

Deze ‘Bloody Pit of Horror’ dateert uit de jaren 60 waarin vele Italiaanse gotische horrorfilms werden gemaakt. Er is sprake van een veelbelovend begin wanneer we niet alleen de naam van Markies de Sade zien voorbijkomen, maar ook de zogenaamde ‘Crimson Executioner’ op gruwelijke wijze terechtgesteld zien worden voor de misdaden die hij heeft gepleegd. Ook de door de Executioner gedane vervloekingen ‘…I’ll return and be avenged!…I am the Crimson Executioner!…. This day shall be written in blood! I shall have my revenge!…’ doen vermoeden dat zijn wandaden niet definitief tot het verleden behoren. Veelbelovende vooruitzichten dus voor de horrorfan.

Deze lijken waargemaakt te worden wanneer ruim driehonderd jaar later een groep personen op het kasteel belandt met de bedoeling er foto’s te maken. Een keurige omgeving ook, bij uitstek geschikt voor de nodige duistere ontwikkelingen. Een groot gotisch kasteel, veel kamers en ruimtes, lange gangen, open haarden, overal stof en spinnenwebben, her en der schaarse verlichting… een sfeervol decor vormt het wel. Zeker wanneer blijkt dat de kasteeleigenaar geïnspireerd wordt door de in 1648 terechtgestelde Executioner en er de nodige onfrisse praktijken op nahoudt. Hij beschikt over de meest ingenieuze martelwerktuigen die hij op de meest creatieve manieren gebruikt. Op de modellen die met hun regisseur op zijn kasteel zijn beland wel te verstaan. Het resulteert in taferelen die de gemiddelde horrorliefhebber zullen aanspreken: martelingen met spijkers, kokende olie en ijskoud water, uitrekpraktijken op een pijnbank, verbranding, ophanging, wurging en aanverwante praktijken.

Het zijn, na een langzame eerste helft van deze film, martelingen die op zich herhaaldelijk gruwelijk en sadistisch genoeg zijn, maar in termen van horror hier niet erg effectief zijn vormgegeven. Het komt nogal tam en nep over allemaal, maar het is vooral de te twijfelachtige opzet in de verschijning en het handelen van de Executioner, een van de wellicht meest manische en onbedoeld lachwekkende schurken die ooit in een horrorfilm verschenen zijn. Allereerst doen zijn Zorro-masker, zijn rode kap en maillot al wat twijfels rijzen omtrent zijn angstaanjagendheid. Daarnaast doen zijn hyperactief gedrag, zijn het voor de spiegel voortdurend bewonderen van zijn eigen gespierde gestalte en de blijkbaar als luguber bedoelde uitspraken die hij ertegen aan gooit zijn geloofwaardigheid niet bepaald goed. In combinatie met het niet al te overtuigend angstig of gepijnigd gedrag van de modellen op wie hij zijn martelpraktijken botviert en de niet bijster aansprekende verschijningen van de helpers van de Executioner komt het geheel eerder humoristisch of satirisch over dan dat de haren er te berge door rijzen. Ook de begeleidende muziek, de Engelstalige dubbing en de voorspelbaarheid van de gebeurtenissen zijn wel voor wat verbetering vatbaar. Evenals de te snelle opeenvolging waarmee de Executioner zijn slachtoffers maakt waardoor er van een geslaagde spanningsopbouw in de diverse scènes weinig of geen sprake is.

Het zorgt er voor dat de ontwikkelingen in deze film met een ook wat simpel verhaal niet al te serieus te nemen zijn. Weliswaar vermakelijk voor degenen die een minder serieuze insteek of humoristisch-satirische aanpak kunnen waarderen, maar voor de liefhebbers van het meer indringende werk ondermijnt de vormgeving van deze film de effectiviteit in termen van horror in aanzienlijke mate. Mickey Hargitay overtroeft als de grijnzende en in het rond springende Executioner met zijn maniakaal enthousiasme zonder moeite de overige acteurs. Het maakt hem ook tot een van de meest opvallende schurken in Italiaanse horrorproducties uit deze jaren, hoewel niet op een manier zoals dat door de makers van deze film bedoeld zal zijn. Geen opvallend werk van de actrices die de modellen gestalte geven, behalve dan door het stereotiep gedrag dat ze vertonen en dat herkenbaar is uit tal van andere horrorproducties. Daarnaast zal door de veelheid van de op het kasteel in de ellende verkerende personages en door de geringe schermtijd die ze toebedeeld krijgen identificatie met deze en gene ook ver te zoeken zijn. Niettemin wel aardig werk van Walter Brandi als de held van het verhaal, al is het handelen van zijn personage her en der ook wel wat voorspelbaar. Het maakt deze ‘Bloody Pit of Horror’ vooral tot een film waar voor de liefhebbers van meer satirisch of humoristisch getinte horrorfilms het nodige vermaak aan te beleven valt. Voor de liefhebbers van het meer serieuze horrorwerk heeft het weliswaar her en der ook zijn aardige momenten, maar bijster indringend of overtuigend wordt het allemaal niet.

Frans Buitendijk