Bluebird (2004)
Regie: Mijke de Jong | 76 minuten | drama | Acteurs: Elske Rotteveel, Kees Scholten, Elsie de Brauw, Jaap Spijkers, Bright O’Richards
Tussen alle overdreven gehypte Vet Hard’s en Costa’s van deze wereld, verschijnt er geruisloos een parel als deze ‘Bluebird’ in de budgetbakken van je favoriete dvdboer. Deze voor televisie gemaakte film is alles wat de eerstgenoemde films niet zijn: intelligent, beklemmend en indringend.
Het verhaal achter ‘Bluebird’ is even simpel als aansprekend. Regisseur Mijke de Jong heeft een film gemaakt over pesten. In dit verhaal maak je kennis met Merel (Rotteveel), een lief en zorgzaam meisje dat zielsveel houdt van haar gehandicapte broertje (Scholten). Merel heeft twee fijne ouders en op school gaat het ook lekker. Plotseling verandert haar leven op slag als er geheel onverwachts een aantal klasgenoten haar beginnen te pesten. Merel verandert van een zorgeloos levenslustige tiener in een depressieve, neerslachtige puber die zich langzaamaan geen raad meer weet. Ze gaat zich afreageren op anderen.
De manier waarop De Jong zijn verhaal in beeld heeft gebracht is erg knap gedaan. De film is zo opgezet dat het voelt alsof je een voyeur bent. De camera zit dicht op de huid van Merel en je krijgt steeds het idee alsof je haar bijna kan aanraken.
Door met dit soort intieme camerahoeken te werken, komt de actie op het scherm wel heel dichtbij. Als Merel later in de film getreiterd wordt door een aantal klasgenoten staat de camera midden tussen de pestkoppen. Als kijker wil je ingrijpen. Je wilt Merel helpen, maar dat kan niet. Je voelt je machteloos. En dat is precies wat Merel moet voelen.
Uiteraard werkt alleen een sterke cameraopstelling niet om de kijker te betrekken bij het verhaal. Als je je niet kunt inleven in de (hoofd)personages dan laat het je koud of een film nu wel of niet met indringende camerahoeken werkt. De Jong weet wel hoe hij zijn publiek moet behagen, want de casting van de jonge Elske Rotteveel is een schot in de roos. Het meisje zet op een naturelle manier een wat onzekere puber neer waarvoor je niets dan sympathie kunt opbrengen. Vooral de scènes waarin Rotteveel samen met haar filmbroertje Scholten te zien is zijn mooi en vertederend.
Het bijzondere van ‘Bluebird’ is dat De Jong zonder een opgeheven vingertje of onnodig veel tekst en uitleg de gevolgen van pesten weet te belichten. Je ziet Merel er langzaamaan aan onderdoor gaan. Ineens staat ze helemaal alleen. Ze durft het haar ouders niet te vertellen, omdat ze hen niet wil belasten. De enige bij wie ze steun vindt is haar gehandicapte broertje. Maar hij gaat juist naar een nieuwe school, ver bij zijn zus vandaan.
De isolatie en de wanhoop van een gepest kind worden uitstekend vertolkt door Rotteveel. Je ziet aan de ogen en de houding van het meisje dat ze zich steeds ongelukkiger gaat voelen. Door het fysieke spel zijn weinig woorden nodig en blijven de (tegenwoordig bijna) verplichte voice-overs je bespaard.
Rotteveel krijgt goed tegenspel van de andere acteurs. Zoals gezegd is de chemie tussen haar en Scholten erg mooi om te zien. Maar ook Spijkers en De Brauw overtuigen als liefhebbende ouders die machteloos staan tegenover de steeds afstandelijker wordende dochter. De pestkoppen worden ook goed en realistisch vertolkt door de jeugdige acteurs. Het kan dus wel: een film maken met jonge kindacteurs die voor de verandering eens niet ontzettend irritant of overdreven schattig zijn.
De film is door de observerende stijl van regisseur De Jong wel loodzwaar geworden. ‘Bluebird’ is dan ook absoluut geen gemakkelijke zit. Voor iedereen die wel eens is gepest zal deze film absoluut confronterend en naar zijn. Je ziet hoe jonge mensen elkaar zonder reden kapot kunnen maken. Van het pesten zelf zie je niet veel de gevolgen ervan dus des te meer. En omdat je Merel leert kennen als een lief en zorgzaam kind doet het pijn om te zien hoe ze langzaamaan verandert in een afstandelijke en ongelukkige jong-volwassene.
Tot zover niets dan lof voor deze ‘Bluebird’. Maar ook deze film kent schoonheidsfoutjes. De soundtrack is op een nogal vreemde manier in de film verwerkt. De muziek wordt steeds op een nogal abrupte wijze afgebroken. En dat is nog niet alles. Helaas heeft De Jong het einde van de film iets te geforceerd vrolijk willen afsluiten. Het misplaatste, zorgeloze einde doet afbreuk aan de film.
Maar laat dat geen belemmering voor je zijn om deze Nederlandse film te gaan zien. Dergelijke, intense en goed ge-acteerde films met zoveel klasse zijn zeldzaam in de hedendaagse filmindustrie. Naast een subtiele aanklacht tegen pesten is ‘Bluebird’ bovenal een indrukwekkende en mooie film.
Frank v.d. Ven