Bokar Rimpoché-Master of Meditation (2007)
Regie: Guy Maezelle | 56 minuten | documentaire
Bokar Rimpoché werd op zijn vierde door de 16e Karmapa erkend als ‘Tulkoe’, incarnatie van een belangrijke Lama. Als geestelijk leider was zijn kostje dus snel gekocht. Dit is een fascinerend gegeven dat vaker terugkomt in de film. Zo heeft Bokar zelf een pupil onder zijn hoede die ook nog heel jong is maar kennelijk ook een Tulkoe is en door hem wordt voorbereid op een komend leven van toewijding en dienstbaarheid. Voor ons westerlingen best een heftig gegeven.
Het is ook zeker interessant rituelen te zien die het leven van de monniken doorspekken en die volgens Bokar Rimpoché de zegeningen van de Boeddha en van vroegere meesters doorgeven. Verder maken we vluchtig kennis met de basis van meditatie: de geest de ruimte geven tot zijn oorspronkelijke staat terug te keren, zonder woorden, wat moeilijk is en waar veel oefening nodig is. Én we leren dat de mens zoekt naar geluk, maar vooral lijden aantreft en dat dat komt doordat hij niet beseft dat beide uit hemzelf komen en niet van buitenaf. Dan hebben we alles wel samengevat. Voor de rest zien we nog meer rituelen, met die typische Tibetaanse monniksgewaden van geel en rood, mooie kloosters in prachtige omgevingen, op verre en hoge plekjes in India en veel glimlachende gezichten, vooral van Bokar Rimpoché zelf. Uiteraard is dit een verlichte persoon, uiteraard heeft deze man, die in 2004 is overleden heel veel goeds gedaan en heeft hij een mooie erfenis van liefde en mededogen achtergelaten, dat weten we, dat wordt ons verteld, maar voelen we het ook? Hem te zien mediteren en af en toe zijn vriendelijke gezicht in beeld zijn niet voldoende om over te brengen wat deze man werkelijk heeft betekend en nog betekent.
De makers hadden zich moeten realiseren dat een boeiende documentaire een verhalende lijn nodig heeft, een richting, een ontwikkeling. We moeten in de huid van het ‘personage’ kunnen kruipen. Men heeft het allemaal te veel van de spirituele inhoud en de vormgeving laten afhangen. Die super Britse voice-over die iets vertelt over de Rimpoché, terwijl we hem zien in quasi oude, trillende zwart-wit beelden, als uit de Tweede Wereldoorlog, is aardig, maar heeft geen enkele dramatische betekenis. Daarnaast worden er veel Boeddhistische termen gebruikt die voor leken niet meer te behappen zijn. De film is waarschijnlijk een feestje voor mensen die al door de leer van Bokar Rimpoché waren geïnspireerd; voor anderen en zeker voor niet-Boeddhisten is het allemaal ’te ver van mijn bed’.
Guy Maezelle is van oorsprong een cinematograaf die met deze film zijn eerste lange documentaire regisseert. Hij heeft samen met een aantal kunstenaars en technici de krachten gebundeld om deze film te maken, wat een bewonderenswaardig initiatief is. Guy’s cinematografische achtergrond is goed terug te zien in de mooie plaatjes die de film absoluut kenmerken, maar met mooie plaatjes alleen kom je er helaas niet. Wat mist is het voelen en ervaren van de wijsheid waarover gesproken wordt. Het is alsof we foto’s krijgen te zien van een bruiloft waar we zelf niet bij waren.
Arjen Dijkstra