Boomerang (1992)
Regie: Reginald Hudlin | 117 minuten | komedie, romantiek | Acteurs: Eddie Murphy, Robin Givens, Halle Berry, David Alan Grier, Martin Lawrence, Grace Jones, Geoffrey Holder, Eartha Kitt, Chris Rock, Tisha Campbell-Martin, Lela Rochon, John Witherspoon, Bebe Drake, John Canada Terrell, Leonard Jackson
Er was een tijd dat komiek Eddie Murphy een grote ster was in filmland. ‘Beverly Hills Cop’, ‘Coming to America’, ’48 Hours’, ‘Trading Places’, het waren allemaal uiterst succesvolle films en filmseries uit de jaren tachtig, waar Murphy jaren op kon teren. Alles wat hij aanraakte werd goud. Maar toen ging het bergafwaarts, met als grootste “wapenfeit” het door hem zelf geregisseerde fiasco ‘Harlem Nights’. En inderdaad, films als ‘Daddy Day Care’ en ‘Pluto Nash’ die in latere jaren zouden volgen waren vege tekens dat zijn carrière nooit meer zijn oude humoristische hoogtes zou bereiken. Gelukkig dat hij tussen de bedrijven door nog wel enkele komische succesnummers wist te produceren. Zo was er in 1999 het originele ‘Bowfinger’ met een amusante dubbelrol van de komiek. En om zich voor ‘Harlem Nights’ te revancheren maakte Murphy in 1992 nog de lekker ouderwets aandoende, seksueel getinte romantische comedy ‘Boomerang’, compleet met een cast vol klinkende namen en een hippe r&b-soundtrack. En ja, de productie is gelikt, maar wat fijn dat we toen nog even van de vertrouwde Murphy mochten genieten.
In ‘Boomerang’ speelt Murphy een gladde playboy die aan iedere vinger een vrouw heeft, of kan hebben, maar zó kieskeurig is dat hij met geen enkele vrouw een serieuze, respectvolle relatie wil aangaan. Dit uitgangspunt alleen al biedt genoeg materiaal voor komische verwikkelingen, met scènes waarin enerzijds de nukken van Marcus uiteen gezet worden en anderzijds de amusante, manipulatieve tactieken van zijn liefdesspel centraal staan. Dat betekent dat hij, bijvoorbeeld, de telefoon heel lang laat overgaan, of een vrouwelijke gast extreem lang voor de deur laat staan, en op die manier “hard to get” te spelen. Geinig of interessant, misschien, maar grappig wordt het pas wanneer hij een mooie vrouw (Lela Rochon) met een hondje in het park wil benaderen door zich zelf op te stellen als een gevoelige hondenliefhebber, en -bezitter. Één probleem: hij heeft geen hond. Dus loopt hij snel op het eerste de beste stel met hond af en biedt grof geld voor hun hondenriem. Vervolgens loopt hij met de riem in de rondte, terwijl hij wanhopig zoekend de naam van zijn niet bestaande hond “Kirby” uitroept. Net wanneer zijn “slachtoffer” voorbijkomt. Zij stapt met beide ogen in de val en de ontmoeting eindigt dan ook met het geven van haar telefoonnummer aan Marcus, zodat hij haar kan bellen wanneer hij zijn hond weer heeft gevonden. Anders zou ze maar ongerust blijven. Niet veel later komt ze langs – net wanneer “Kirby” naar de kapper is, natuurlijk – en speelt Marcus de gevoelige, gekwetste man. Totdat ze bij hem in bed belandt en hij de volgende ochtend ontdekt dat ze lelijke tenen heeft. Dumpen die hap, dus! Het is Murphy op zijn best. Maar ook in de scènes met zijn twee beste vrienden Gerard (David Alan Grier) en Tyler (Martin Lawrence), de één een verlegen, goedaardige stuntel, de ander een drukke zwarte jongeman die overal tekenen van racisme in ziet. Allemaal clichés dus, maar wel charmant vertolkt.
Tot het moment dat de nieuwe, vrouwelijke baas van Marcus, Jacqueline (Robin Givens), zich goed laat gelden, is ‘Boomerang’ een conventioneel verhaal met een typisch mannelijke blik – shots van mooie vrouwen beginnen doorgaans bij de benen, en gaan dan langzaam omhoog, bij voorkeur in slow motion en eindigend met wapperende haren. Maar de titel impliceert al dat iemand terug gaat krijgen wat hij uitdeelt. De verleidelijke bazin van Marcus draait namelijk de rollen om. Zij gebruikt hem voor seks, gedraagt zich soms overdreven afstandelijk of zakelijk, en lijkt niet te geven om zijn gevoelens. Een sprekend voorbeeld vindt plaats wanneer zij tijdens een etentje (“zakelijk”, weliswaar) bij Marcus thuis ineens op de bank een basketbalwedstrijd wil kijken en slechts met Marcus communiceert wanneer ze wil dat hij een biertje gaat halen. Een ander grappige scène is die waarin zij na een drukke dag (te laat) bij Marcus langsgaat, seks met hem heeft, en de volgende morgen er snel vandoor gaat, maar niet nadat ze hem bedankt heeft voor de ontspannende seks. Dat had ze echt even nodig. Marcus blijft beteuterd achter in bed met een zielige hondenblik en het bedlaken tot zijn kin opgetrokken. En dan ziet hij tweehonderd dollar op het nachtkastje liggen (ter compensatie voor tickets die hij – vergeefs – voor haar had gekocht). Als hij zich nu niet gebruikt voelt…
Aanvankelijk lijkt Jacqueline gewoon een spelletje met hem te spelen, om hem te laten voelen wat hij doorgaans aanricht, maar ze blijkt echt zo’n koele kikker te zijn. Het is een leuke omdraaiing, en ook hier met verve geportretteerd door femme fatale Robin Givens maar uiteindelijk draait het toch om het lot en de blik van de man en komt hij er weer net iets te makkelijk van af. In de laatste circa twintig minuten worden twee personages en hun relaties even snel ontwikkeld en naar het volgende plan getrokken, zonder dat hier afdoende aandacht aan besteed wordt. Conflicten worden geslecht met een knuffel of een schouderklopje en alles is weer in orde in Hollywoodland. Maar ja, teveel drama en realisme kun je in een film binnen dit genre natuurlijk niet verwachten. Als er maar romantiek, seks, en humor in zit, dan is elke diepgang of intelligentie daarnaast alleen maar een bonus.
Zo kun je de film ook het beste zien. Als een standaard romcom met intelligente ideeën onder de oppervlakte. En de acteurs maken heel veel goed. Murphy is lekker ouderwets op dreef, Martin Lawrence is, zoals altijd, druk, maar een mooie extremiteit ten opzichte van Marcus en de rustige Gerard, sympathiek gespeeld door David Alan Grier. En Halle Berry is in één van haar vroegste (en beste) rollen de perfecte “girl next door”, schattig en naturel neergezet door de latere Oscarwinnares. Ze is sexy en toegankelijk, lief en aandoenlijk. Daarnaast heeft ze diepgang en kun je met haar lachen. De zoektocht naar de perfecte vrouw kan gestaakt worden. Twee actrices verdienen tenslotte nog een vermelding: Eartha Kitt (de vroegere Catwoman) en Grace Jones, allebei prettig (en minder prettig) gestoord, behoorlijk oversekst, en ronduit hilarisch. Kitt speelt het boegbeeld en directrice-in-naam van parfummerk Lady Eloise, bij wie Marcus in een goed blaadje wil komen om zijn carrière vooruit te kunnen helpen, en vooral het avondje waarop ze Marcus bij haar thuis verleidt, met de visuele hulp van een rauwe asperge, is een giller. En Grace Jones speelt Strangé, een beroemdheid die een nieuw parfum via Lady Eloise wil uitbrengen. Een provisorisch tv-spotje voor het parfum, dat zij zelf “Nageboorte” wil noemen, moet gezien worden om te kunnen worden geloofd. Het volstaat om te zeggen dat de naam redelijk getrouw wordt uitgebeeld in de commercial. Eerder shockeert zij het reclameteam door de geurtjesmaker expliciet duidelijk te maken wat zij bedoelt met de “essentie van sex”, die zij vindt dat het parfum moet uitstralen: zij doet dit door haar slipje uit te trekken en het hem onder zijn neus te wrijven. Dat dit soort momenten meer beklijven dan de liefdevolle, meer dramatische laatste acte van de film zegt wel iets over de focus van de makers, maar het betekent ook dat ‘Boomerang’ een film is waar je zonder meer lol aan kunt beleven. En de hoeveelheid talent voor de camera – John Witherspoon, Chris Rock, en Tisha Campbell-Martin zijn nog niet eens genoemd – zorgt ervoor dat de kijker zich geen moment zal vervelen.
Bart Rietvink
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 15 oktober 1992