Borinage (1934)

Regie: Joris Ivens | 33 minuten | documentaire

‘Borinage’ sluit naadloos aan bij de laatste akte van Ivens’ documentaire over de drooglegging van het IJsselmeer, ‘Nieuwe gronden’. Hierin sprak Ivens zich vrij letterlijk uit over zijn verontwaardiging over het onrecht in de wereld wat betreft de voedselverdeling. Dat we in Nederland een overschot aan graan hadden en dit weg moesten gooien terwijl er overal ter wereld mensen werkloos waren en honger leden (“We stikken in het graan!”). ‘Borinage’ zet deze gedachte voort, maar doet dit wel met “echte”, schrijnende beelden en een grote overtuigingskracht.

‘Borinage’ toont de misère van de mijnarbeiders in de Borinage-streek in België, maar eigenlijk de armoede van heel België en bij extensie de wereld. Met veiligheidsmaatregelen wordt niet zo nauw omgegaan, waardoor honderden arbeiders sterven in de mijnen. Jongens van vijftien zien zich genoodzaakt om dagenlang in donkere mijngangen door te brengen omdat dit vijf francs meer opbrengt dan het werken in de openlucht, en ze hun gezin mede moeten zien te onderhouden. Hele gezinnen, met zes kinderen en moeder en vader, leven op elkaars lip onder zeer ongezonde omstandigheden.

‘Borinage’ blijft in zekere zin een propagandafilm – er is een optocht met schilderijen van Marx en er wordt in de tussentitels opgeroepen tot het stichten van de “dictatuur van het proletariaat” vanwege het “falen van het kapitalisme”, waar de vreselijke armoede en uitbuiting in de film gevolgen van zijn – maar het gaat hier duidelijk om “echte” mensen en hun schrijnende leefsituaties zijn authentiek en hierdoor aangrijpend. Geen enkele politieke of retorische “sturing” kan hier afbreuk aan doen.

Bart Rietvink