Born to Fight (2004)

Regie: Panna Rittikrai | 96 minuten | actie | Acteurs: Chupong Changprung, Nappon Gomarachun, Santisuk Promsiri, Piyapong Piew-on, Somrak Khamsing, Amornthep Waewsang, Suebsak Pansueb, Nantaway Wongwanichislip, Kessarin Ektawatkul, Rattaporn Khemtong, Chatthapong Pantanaunkul, Sasisa Jindamanee, Payong Mounda, Swat Hoopsom

‘Born to Fight’ is een actiefilm, die het vooral moet hebben van de duizelingwekkende stunts. Deze zijn werkelijk adembenemend om te zien en het is bijna niet voor te stellen dat er geen zwaargewonden of doden gevallen zijn bij de opnamen van deze film. Zonder digitale trucages uitgevoerd, zodat de doodsmakken ook daadwerkelijk fataal lijken te zijn. In de openingsscène vallen er bijvoorbeeld twee slechterikken zo ongelukkig van een rijdende vrachtwagen af, dat het alleen al pijn doet om naar te kijken, laat staan om het te moeten ondergaan.

Het verhaal stelt hoegenaamd niets voor en is al vele tientallen malen eerder verfilmd. Hier gaat het om het o zo bekende standaardwerk van de trouwe politieagent die zijn partner verliest. Enige originele draai is dat de agent niet zelf bewust op wraak uit is, maar dat hij de schurken bij toeval weer tegenkomt. Van enige karakterschets is absoluut geen sprake, laat staan van karakterontwikkeling, maar dat is ook niet de bedoeling van de makers geweest.

Chupong Changprung speelt de hoofdrol als de agent Deaw en hij weet zowel met twee pistolen om te gaan, als rake klappen en trappen uit te delen. De rest van de cast bestaat uit zeer karikaturale schurken, die nog meedogenlozer zijn dan in een gemiddelde Hollywood-actiefilm zijn en een aantal bekende Thaise sporters. De laatsten kunnen naar hartenlust hun talenten botvieren op de naamloze guerilla’s, die voor het visuele gemak van de kijker allemaal eenzelfde rode armband of bandana hebben omgeknoopt.

Elk van de sporters krijgt de kans om uit te blinken in hun eigen discipline, of dat nu voetbal, turnen, tae kwon do, rugby of gymnastiek is. Er loopt zelfs een klein meisje rond dat in werkelijkheid nationaal bokskampioen bij de junioren werd. Allerlei attributen worden hierbij ingezet, zoals potten, ketels met kokende thee, stokken, balken, voetballen om de indringers in het rustige dorpje te verslaan.

Tegenover de geweldige actie staan enkele tenenkrommende sentimentele scènes, waarover verder beter gezwegen kan worden. Ook is de film voor westerse begrippen doortrokken van een  patriottisch sausje, die zelfs de Amerikanen veel te ver zouden vinden gaan. Er wordt flink met de nationale vlag gewapperd en de dorpelingen die zich voorheen gewillig lieten afslachten, worden door het meezingen van het volkslied dat op een radio gespeeld wordt, dusdanig opgezweept dat ze daarna de vloer aanvegen met de guerilla’s. Overigens is het Thaise volkslied ook geen tam deuntje met een lauwe tekst, maar een rechtgeaarde oproep om de onafhankelijkheid “tot de laatste droppel bloed” te verdedigen. In dat opzicht is het geen wonder dat het gewone volk in opstand komt, hoe simplistisch de moraal van het verhaal verder ook is.

Maar uiteindelijk draait ‘Born to Fight’ maar om één ding: en dat is geweldig uitgevoerde actie en martial arts. Wie houdt van een stevige knokpartij met fantastische stunts, zit met deze film dan ook helemaal goed. Tijdens de aftiteling worden, à la Jackie Chan, verschillende “bloopers” vertoond, die stunts laten zien die mis gaan. Deze zijn behoorlijk onthullend, want soms blijft er iemand liggen na gevallen te zijn en rennen crewleden bezorgd op de gekwetste stuntman af. Gelukkig krabbelt iedereen uiteindelijk weer overeind. De bloopers zijn dan ook een bijzonder leuke manier om deze film mee af te sluiten.

Hans Geurts