Boys from County Hell (2020)

Recensie Boys from County Hell CinemagazineRegie: Chris Baugh | 88 minuten | komedie, horror | Acteurs: Jack Rowan, Nigel O’Neill, Louisa Harland, Michael Hough, John Lynch, Fra Fee, Morgan C. Jones, Andrea Irvine, Robert Strange, Marty Maguire, Kathy Monahan, Emma Paetz, Jordan Renzo, David Pearse, Stella McCusker, Lalor Roddy, Conor Grimes, Ellie McKay, Parnell Scott, Bronagh Elmore, Liam Miley

Het vampierengenre blijft onsterfelijk. Van gotische kastelen in Transsylvanië tot highschooldrama’s met glitterende bloedzuigers: het genre is al tot op het bot uitgezogen. Wie vandaag nog iets origineels wil toevoegen aan die lange traditie, moet ofwel grenzen verleggen, of teruggrijpen naar vergeten wortels. Regisseur Chris Baugh kiest voor een folkloristische insteek en haalt zijn inspiratie uit het Ierse platteland, waar de eeuwenoude legende van Abhartach sluimert onder een hoop stenen.

‘Boys from County Hell’ speelt zich af in het afgelegen Six Mile Hill, een plek waar het leven stil lijkt te staan. Eugene (Jack Rowan) woont in het vervallen huis van zijn overleden moeder en hangt samen met zijn vrienden William (Fra Fee) en SP (Michael Hough) rond in The Stoker, de enige kroeg in het dorp. Veel valt er niet te beleven — behalve dan het griezelige verhaal van Abhartach, die volgens de dorpslegende onder een cairn begraven ligt. Die grafheuvel is zowat de trots van het dorp én haar toeristische uithangbord. Maar wanneer Eugene en William tijdens een ruzie langs het veld trekken en William dodelijk ten val komt op de stenen, wordt het kwaad per ongeluk gewekt.

The Stoker is meer dan een dorpscafé: het is het kloppend hart van het dorp én een knipoog naar Bram Stoker, de Ierse auteur van Dracula. Volgens sommige overleveringen baseerde hij zijn beroemdste vampier op Abhartach — een theorie die de film met zichtbare trots omarmt. Toch speelt ‘Boys from County Hell’ het niet als een klassiek vampierverhaal. Net als in ‘An American Werewolf in London’ krijgen we folklore die tot leven komt, een onheilspellend plattelandsdecor, én een tragisch ongeval als katalysator. Maar wie hoopt op nagelbijtende horror komt van een koude kermis thuis.

De focus verschuift al snel naar de gespannen relatie tussen Eugene en zijn vader Francie (Nigel O’Neill), die zijn zoon liever in het familiebedrijf ziet dan treurend in de pub. Hun dynamiek biedt een emotionele kern, maar raakt ondergesneeuwd in een film die balanceert tussen horror en humor. De komische scènes werken soms, maar slaan even vaak de plank mis, waardoor het geheel wankel blijft.

Nochtans had het monster wél indruk kunnen maken. Abhartach zuigt bloed vanop afstand en blijkt nagenoeg onverwoestbaar — zonlicht, staken of onthoofding deren hem niet. Alleen een cairn kan hem tegenhouden. Dat maakt hem op papier behoorlijk angstaanjagend, maar de film benut dit nauwelijks. De horror blijft tam, de sfeer versplintert, en de spanningsboog verslapt naarmate het verhaal voortkabbelt.

‘Boys from County Hell’ wil veel tegelijk zijn: een ode aan Ierse mythologie, een satire op dorpsleven, en een familiaal drama met bovennatuurlijke dreiging. Maar in dat streven verliest het z’n grip. Er zit potentie, pit en pinten in dit vampierverhaal — maar echt bijten doet het nooit.

Kaat Monsieur

Waardering: 2.5

Speciale vertoning: Filmfestival Amsterdamned, april 2022
VOD-release: 26 mei 2022