BoyTown (2006)

Regie: Kevin Carlin | 86 minuten | komedie | Acteurs: Glenn Robbins, Mick Molloy, Bob Franklin, Wayne Hope, Gary Eck, Sally Phillips, Lachy Hulme, Lois Ramsey, Sarah Walker, Sally McDonald, Syd Brisbane, Tony Martin, Joanne Donahoe, Mark Tarpey, Richard Marsland, Miranda Nation, Josh Lawson, Ed Kavalee, Robyn Butler, Cherise Donovan, Jake Ryan, Vernice Petty, John Molloy, Rita Kalnejais, Natasha Herbert, Cliff Ellen,  Victoria Hill, Mark Sellito, Kira Verde, Jennifer Hansen, Andy McPhee, James Mathison

Het fenomeen boyband lijkt al zo oud als de weg naar Rome. The New Kids on the Block van Donny Wahlberg en co. zorgden eind jaren tachtig voor een ware rage. Vele andere groepjes zorgvuldig bijeen gezochte jongens volgden. Boyzone, The Backstreet Boys, Westlife en niet te vergeten Take That; allemaal groepjes bestaande uit knappe jongens die de harten van tienduizenden meisjes op hol brachten. Maar de gemiddelde boyband is geen lang leven beschoren. Soloplannen bij de een, acteerkriebels bij de ander – het zijn allemaal redenen waarom een boyband vaak na een jaar of vijf uit elkaar valt. En de jongens worden natuurlijk ook een dagje ouder. Maar wat houdt ze tegen om jaren later weer eens bij elkaar te komen om oude tijden weer te doen herleven. Take That en The Backstreet Boys kwamen al op dat lumineuze idee en ook de heren uit de Australische komedie ‘BoyTown’ (2006) besluiten het er weer eens op te wagen. Maar of dat nou zo’n goed idee was…

In 1986 vormden Benny G (Glenn Robbins), Tommy Boy (Mick Malloy), Carl (Wayne Hope), Bobby Mac (Bob Franklin) en Corey (Gary Eck) de jongensgroep BoyTown (‘Population 5’). Ongeveer vijf jaar lang lag de wereld aan hun voeten, maar zoals dat met elke boyband gaat hield het succes op een zeker moment op. Benny G had plannen voor een solocarrière en dat viel niet bij iedereen in goede aarde. Bovendien was er een vrouw in het spel, de Britse tienersensatie Holly (Sally Phillips), waar zowel Benny G als Tommy Boy een oogje op hadden. Inmiddels zijn we twintig jaar verder en twintig jaar ouder. Benny G, al jaren gelukkig getrouwd met Holly, vader van een dochter van veertien en dansleraar op een middelbare school, denkt echter met weemoed terug aan zijn tijd als lid van BoyTown en besluit zijn oude makkers weer eens op te zoeken en hen voor te stellen de band weer nieuw leven in te blazen. Tot zijn grote vreugde stemmen ze alle vijf – zij het aanvankelijk met enig wantrouwen – toe en als ook hun oude platenbaas Marty Boomstein (Lachy Hulme) toehapt, is niets wat hen meer tegen kan houden.

Maar het hedendaagse publiek zit helemaal niet te wachten op vijf uitgezakte mannen van middelbare leeftijd die dromerige liefdesliedjes zingen. En dus besluiten ze het over een andere boeg te gooien en liedjes te zingen die hun fans van tóen – inmiddels huisvrouwen en moeders – aanspreken. Nummers met titels als ‘Love Handles’, ‘Cellulite Lady’ en ‘Picking the Kids up from School’ blijken een doorslaand succes en voor even beleven de mannen weer de roem die hen vroeger ten deel viel. De liedjes met de geestige teksten zijn meteen ook het sterkste punt aan deze komedie. De geloofwaardigheid van dit door de gebroeders Mick en Richard Molloy geschreven verhaal is namelijk ver te zoeken. Ook de karakters zijn erg clichématig uitgewerkt (natúúrlijk blijkt een van de mannen al jaren een latente homoseksueel te zijn en de figuur van de platenbaas is simpelweg een karikatuur) en hebben wel hun charme maar raken je toch niet echt. Daarbij komt nog dat er wel heel gemakkelijk over conflicten heen wordt gestapt. Dat betekent echter niet dat het een straf is om naar deze film te kijken. Er valt regelmatig wat te lachen – al zijn sommige grappen erg flauw – en er is een onconventioneel einde dat vrij onverwacht komt.

De acteurs zijn aan deze kant van de wereld onbekend. In Australië zijn ze echter stuk voor stuk bekende tv-persoonlijkheden en stand-up comedians. De mannen hadden overduidelijk erg veel lol bij het maken van deze spoof. Grote voorbeelden voor scenarioschrijver Mick Molloy en regisseur Kevin Carlin waren de legendarische topper in het subgenre van de spoof, ‘This Is Spinal Tap’ (1984), en ‘The Full Monty’ (1997), maar het niveau van die rolprenten is absoluut te hoog gegrepen. Tony Martin – met wie Molloy een komisch radioprogramma maakt en die in de film een rolletje speelt als documentairemaker – maakte daadwerkelijk een docu over de band, getiteld ‘BoyTown Confidential’, die aanmerkelijk grappiger zou zijn dan de film zelf. Of deze spoof-docu ook uitgebracht gaat worden is even afwachten; op de dvd ontbreekt deze vooralsnog.

‘BoyTown’ is een klein en sympathiek filmpje waar jammer genoeg veel aan rammelt. Het verhaal is zo ongeloofwaardig als wat en de personages zijn niet echt uitgediept, zodat je als kijker niet echt met hen meeleeft. De humor is bij vlagen erg flauw. Gelukkig valt er nog wel wat te genieten; de liedjes in deze film zijn – met een knipoog naar de échte boybands – schromelijk over the top en hebben de acteurs duidelijk plezier gehad aan het maken van deze prent. Echt slécht is het dan ook allemaal niet, maar echt góed kun je het ook niet noemen. Kortom, ‘BoyTown’ is een aardig filmpje dat prima voldoet als vluchtig tussendoortje. Want meer dan dat is het niet.

Patricia Smagge