Bubble (2005)

Regie: Steven Soderbergh | 90 minuten | drama, misdaad | Acteurs: Debbie Doebereiner, Dustin James Ashley, Misty Dawn Wilkins, Omar Cowan, Laurie Lee, David Hubbard, Kyle Smith, Decker Moody, M. Stephen Dee, A. Paul Brooks Jr., Daniel R. Christian, Ross Clegg, Thomas R. Davis, Terrence V. WIlliams III, Leonora K. Hornbeck, Katherine Beaumier, Joyce Brookhart, Amanda Massey, Adam C. Anderson, Jeffrey R. Morris, Scott Smeeks, Madison Wilkins, Phyllis Workman

Steven Soderbergh, bij veel mensen bekend als regisseur van het Hollywood-vehikel ‘Ocean’s Eleven’ en het wat minder succesvolle vervolg ‘Ocean’s Twelve’,  wilde waarschijnlijk even op adem komen. Dit deed hij door een kleinere film te maken, die qua stijl terug doet denken aan zijn eerste speelfilm ‘Sex, Lies, and Videotape’ (1989). ‘Bubble’ oogt wat goedkoop, maar niet op een vervelende manier. Er is geen sprake van special-effects, een zorgvuldig gecomponeerde soundtrack, flitsend camerawerk, gelikte oneliners of ster-acteurs. Integendeel. De muziek, die slechts zo nu en dan te horen is, bestaat uit een herhaling van stevig aangeslagen akkoorden op een akoestische gitaar. Het camerawerk is rustig en leidt niet af van het verhaal. De dialoog komt bijna geïmproviseerd over, wat het realisme ten goede komt en ook Soderbergh’s keuze voor een bescheiden cast van beginnende acteurs pakt overwegend positief uit. Dit leidt niet enkel tot naturel acteerwerk maar bovendien tot een handjevol personages waarmee behoorlijk goed te identificeren valt. Vooral Dustin James Ashley, die de rol van Kyle op zich neemt, komt zeer goed uit de verf.

Een ander punt dat de film interessant maakt is de plotselinge omslag in genre. ‘Bubble’ begint als realistisch drama met een vleugje humor waar geleidelijk aan een romantisch tintje aan gegeven wordt, en gaat dan vrij abrupt over in een misdaadfilm. Mede hierdoor komt de film haast over als een creatie van de hand van de Oostenrijkse Michael Haneke, wiens films niet zelden gekenmerkt worden door een plotselinge ommekeer. Een relatief vredige sfeer slaat van het ene op het andere moment om in een gewelddadige, dramatische situatie.

Net als Haneke weet Soderbergh uitstekend te verbeelden hoe dicht het normale en het gestoorde bij elkaar liggen. Dit uit zich vooral in de personages, die als het ware een dubbelleven leiden. Dat iedereen zijn goede en slechte kanten heeft, wordt op een pijnlijke manier duidelijk gemaakt. Het feit dat de film draait om werknemers in een poppenfabriek kan als metafoor gezien worden voor de mens in het algemeen. Het speelgoed waar kinderen mee opgroeien, wordt naarmate je ouder wordt steeds minder aantrekkelijk. Poppen hebben iets engs. Ze ogen realistisch en levenloos tegelijk. De gedachte dat ze eventueel tot leven zouden kunnen komen is bij menigeen opgekomen en onder meer uitgewerkt in de horrorclassic ‘Child’s Play’.

Wat de film extra aantrekkelijk maakt is de lengte. Met vijfenzeventig minuten ligt deze ver onder de lengte van een gemiddelde speelfilm. Alhoewel het niet vervelend zou zijn als het verhaal nog even door zou lopen, kan de kijker dit zelf ook wel invullen. Uitgekauwde eindes komen immers al meer dan genoeg voor in de hedendaagse film. Bij ‘Bubble’ is hiervan geen sprake, wat de film kort maar krachtig maakt. Een frisse, realistische film, die aanzet tot nadenken maar niet al te zwaar op de maag ligt.

Vincent Nijman

Waardering: 4

Bioscooprelease: 18 mei 2006