Bumblebee (2018)

Recensie Bumblebee CinemagazineRegie: Travis Knight | 114 minuten | actie, avontuur | Acteurs: Hailee Steinfeld, Jorge Lendeborg Jr., John Cena, Jason Drucker, Pamela Adlon, Stephen Schneider, Ricardo Hoyos, John Ortiz, Glynn Turman, Len Cariou, Kollin Holtz, Gracie Dzienny, Fred Dryer

Een Transformers-film die nostalgisch terugverwijst naar de tekenfilmserie uit de jaren tachtig, met een ‘intiem’ en overzichtelijk verhaal én zonder Michael Bay (in de regisseursstoel). Dat zal voor velen als muziek in de oren klinken en eventjes maakt ‘Bumblebee’ die verwachtingen zeker waar. De film is alvast een stuk beter te pruimen dan de vorige Transformers-film – ‘The Last Knight’ – al is hier niet veel voor nodig. Maar uiteindelijk blijkt de film helaas te braafjes en voorspelbaar en gaan sommige van de aanvankelijk positieve punten averechts werken. ‘Bumblebee’ is wel degelijk de juiste weg ingeslagen en stemt hoopvol voor een succesvolle reboot; dit is het alleen nog niet helemaal.

De opening op planeet Cybertron – waar de Autobots op het staan verslagen te worden door de Decepticons – is spetterend en de transformers hebben hier een aangenaam verfrissend design. Of eigenlijk: een verfrissend ouderwets design. De moderne snufjes en ingewikkelde bewegingen zijn tot een minimum zijn beperkt en de transformers – waaronder Autobot-leider Optimus Prime – hebben nu weer veel meer weg van hun oorspronkelijke uiterlijk, zoals te zien in de tekenfilms en het speelgoed.

Maar de film heet niet voor niets ‘Bumblebee’ en de aandacht gaat dan ook snel uit naar deze robot, die zich op aarde schuilhoudt in de gedaante van een gele Volkswagen Kever. Als hij gevonden wordt door eenzame, onbegrepen tiener – en monteur – Charlie (Hailee Steinfeld), kan de pret beginnen.

Vanaf dat moment verloopt de film charmant en vertrouwd, maar wel een beetje té vertrouwd. Charlie is in haar nopjes met de Kever die voor een barrel wordt ingezien en krijgt de schrik van haar leven als het een robot blijkt te zijn. Maar ook weer een goede schrik, want ze merkt al snel dat Bumblebee – zoals ze hem al snel noemt – geen kwaad in de zin heeft en bouwt een band met hem op. Uiteraard wordt de robot door de omgeving niet begrepen en probeert het leger hem zelfs te vernietigen, al komt dit niet alleen door zijn uiterlijk maar ook door de misleiding van een paar Decepticons.

De film leent elementen van, onder meer, ‘E.T.’, ‘The Iron Giant’, ’Herbie’ en eerdere Transformer-films. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn, maar hier het is jammer dat hier nauwelijks een origineel aan toegevoegd. Charlie heeft haar vader verloren en vindt in Bumblebee een handig surrogaat. Ze was een schoonspringkampioene maar durft niet meer; het zou mooi zijn als dit trauma kan verwerken door toch nog een keer een mooie duik te maken op een cruciaal moment. Guess what?

Ook wordt de spraakmodule van Bumblebee beschadigd in het begin van de film. Gelukkig kan hij later toch communiceren. Hoe? Inderdaad, door songteksten te gebruiken van de radio of het ingebouwde cassettedeck: we zagen het al in de eerste Michael Bay-Transformers met Shia LaBeouf. Maar voor de duidelijk jongere doelgroep van deze film, die deze film (hopelijk) nog niet gezien heeft, is het vast amusant.

Tegelijkertijd heeft die doelgroep weer helemaal niets aan de verwijzingen naar de jaren tachtig cultuur. Wat voor de millennials dan weer wél leuk nostalgisch is. Al is het maar even. Want de legio referenties naar de eighties gaan snel de keel uithangen. We ontmoeten Charlie, liggend op haar bed, met een klassieke gele Sony Sport Walkman naast haar (die door zijn kleur wel mooi matcht met Bumblebee, wat goed gevonden is). Dit is leuk en herkenbaar, maar als het er te dik bovenop ligt, is het niet charmant meer, maar irritant.

De ene na de andere jaren tachtig song komt voorbij, elke slaapkamer heeft een iconische poster uit de jaren tachtig op de slaapkamer hangen (van een popster of film), wordt er opzichtig verwezen naar televisieserie ‘Alf’, de film ‘The Breakfast Club’, de Russen die gaan aanvallen, en nog veel meer. We snappen het: dit is anders dan de Bay-Transformers; dit is de liefdevolle retrofilm waar we allemaal op zaten te wachten. Dit is wat de echte fans willen. In essentie wel, misschien, maar niet op deze manier.

Gelukkig doet de film ook een hoop goed. Om te beginnen heeft ‘Bumblebee’ echt een hart, in de warme relatie tussen ‘Bee’ en Charlie. De gele robot laat Charlie nooit in de steek, is ontwapenend in zijn onhandige gedrag en zijn pogingen om erbij te horen en Charlie tevreden te stellen, en hij ziet er ook gewoon erg knuffelbaar uit, met zijn ronde vormen en schattige ‘voelsprieten’. Maar de grootste reden dat deze relatie werkt is Hailee Steinfeld. Ze weet haar personage een diepgang en gevoel te geven die verder gaat dan het script (dat vrij oppervlakkig is).

Daarnaast is de actie overzichtelijk en worden de menselijke personages niet overweldigd door robotgevechten. Kortom, de menselijke maat – of het gevaar dat Charlie loopt te midden van de chaos om haar heen – wordt nooit vergeten. Wat meestal niet gezegd kan worden van de Bay-films.

Een andere welkome verrassing is dat de komische scènes met Bumblebee filmtechnisch niet kinderachtig vormgegeven zijn. De trailer deed even vermoeden dat de tenenkrommende scène uit de ‘Transformers’-film uit 2007 waarin de Transformers zich in de tuin van de hoofdpersoon verstoppen nog eens dunnetjes over zou worden gedaan, maar hier wordt precies de juiste toon gevonden. Als ‘Bumblebee’ alleen thuis is en het huis probeert te ontdekken maar hij continu struikelt en objecten vernielt, is hij duidelijk gegeneerd en is de visuele humor goed getimede slapstick. Ook scheelt het dat er op dat moment geen mensen in de buurt zijn waar hij zich op ongeloofwaardige manier voor hoeft te verschuilen.

De focus op Charlie en Bumblebee geeft ‘Bumblebee’ een heel andere sfeer dan de bombastische Transformers-films die hiervoor kwamen. Wat erg welkom is. En toch – wie had dat gedacht – had de film nog wel een snufje Michael Bay (of twee) kunnen gebruiken. Want afgezien van de opening en het slot van de film komt er weinig ‘larger than life’-actie in voor. Door die openingsscènes op Cybertron en het voortdurende hinten naar de komst van Optimus Prime, voelt ‘Bumblebee’ voor een deel aan als een teaser die nooit wordt opgevolgd. Bovendien hebben we het hier over ongelooflijk krachtige robots en niet over ‘slechts’ een pratende auto. Dat schept nu eenmaal bepaalde verwachtingen.

Een ongekwalificeerd succes was mooi geweest, maar daarvoor is de balans weer iets te ver naar de andere kant doorgeslagen. Maar een goede poging om de Transformers-saga nieuw leven in te blazen kan ‘Bumblebee’ wel degelijk genoemd worden. Met behoud van die menselijke maat, het hart op de juiste plaats, overzichtelijke actie en een passende hoeveelheid respect voor de roots van de serie, kunnen er nog mooie dingen gebeuren.

Bart Rietvink

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 20 december 2019
DVD- en blu-ray-release: 8 mei 2019