Bunraku (2010)

Regie: Guy Moshe | 124 minuten | actie, drama, fantasie | Acteurs: Josh Hartnett, Gackt, Woody Harrelson, Ron Perlman, Kevin McKidd, Demi Moore, Shun Sugata, Emily Kaiho, Jordi Mollà, Mike Patton, Shahar Sorek, Fernando Chien, Yoshio Iizuka, Kofi Yiadom, Aaron Toney

Het woord bunraku verwijst naar een traditionele vorm van het poppenspel (ontstaan in Osaka in de zeventiende eeuw) die vooral in Japan kan rekenen op de nodige populariteit. De hoofdrollen in dergelijke voorstellingen worden vertolkt door grote, door mensen bediende poppen die een houten hoofd, handen en voeten hebben. Het verhaal wordt voorgelezen door een verteller in de zaal die zich niet op het podium bevindt. In de kleurrijke genrecocktail ‘Bunraku’ tracht regisseur Guy Moshe deze traditionele oosterse vertelvorm tot leven te brengen op het televisiescherm in een tamelijk rechtlijnig verhaal over wraak, geweld en de onveranderlijk gewelddadige natuur van de menselijke soort. Plaats van handeling is een postapocalyptische wereld waarin vuurwapens inmiddels van het toneel verdwenen zijn en het veld hebben moeten ruimen ten gunste van ambachtelijk vervaardigde steek-, stoot- en werpwapens. Deze nieuwe wereld is de vleselijke belichaming van het sociaaldarwinisme; anarchie, chaos en wetteloosheid regeren en de enige geldende wet is het recht van de sterkste. De film speelt zich hoofdzakelijk af in Dodge City, een bordkartonnen stad waar de meedogenloze machtswellusteling Nicola (Ron Perlman) en zijn trawanten de scepter zwaaien. Aan het machtsmonopolie van Nicola dreigt echter een einde te komen als twee vreemdelingen hun opwachting maken in zijn heerlijkheid.

‘Bunraku’ is vermoedelijk geen rolprent die een warm plekje in het hart van iedere filmliefhebber zal veroveren. Dat heeft allereerst te maken met de gekozen stijl. De film is namelijk een op het eerste gezicht wat vreemd aandoend, moeilijk duidbaar mengsel van een oosterse vechtfilm, een traditionele spaghettiwestern en een gewelddadige film noir, afgezet tegen een zeer apart decor dat heel veel weg heeft van een pop up-plaatjesboek. Het is soms net alsof elementen uit ‘Kill Bill: Vol.1’, ‘The Good, the Bad and the Ugly’, ‘Sin City’ en ‘A Clockwork Orange’ samensmelten tot een heel apart cinematografisch amalgaam. Het karakter van de animaties is een zeer bewuste stilistische keuze, zo blijkt uit een paar hints die in de loop van het verhaal opduiken en de animatiescènes waarin complete huizenblokken en stadsdelen worden uitgevouwen. Zonder meer een gewaagde keuze, waarmee de film zich onderscheidt van veel gangbare prenten. Net zoals ‘Sin City’, een film waarmee ‘Bunraku’ visueel en thematisch nogal wat raakvlakken heeft, strooit de verteller in het werk van Moshe (Mike Patton, de veelzijdige zanger van Faith no More) rijkelijk met gezwollen teksten en zinsneden. Niet altijd even geslaagd, want veel van de bloedserieus en pompeus uitgesproken passages klinken toch wat vreemd en al te pretentieus tegen de achtergrond van een letterlijk uit bordkarton opgetrokken stad. Kortom, het cartooneske uiterlijk van ‘Bunraku’ botst zo nu en dan met de ogenschijnlijk grimmige en ernstige boodschap die het verhaal lijkt te bevatten. De vechtscènes – die talrijk zijn in dit aparte epos – zijn bij vlagen best aardig, maar niet altijd even goed gechoreografeerd. Op acteervlak zet het overgrote deel van de sterrenrijke cast een behoorlijke prestatie neer, met Woody Harrelson en Kevin McKidd als de meest aansprekende voorbeelden. Harrelson is altijd goed als de rijkelijk met humor begiftigde sidekick, terwijl McKidd met verve een extreme en angstaanjagende variant op de legendarische psychopaat Alex (‘A Clockwork Orange’) uit de hoge hoed tovert.

In tegenstelling tot wat de hoes van de film beweert is ‘Bunraku’ geen film die ‘Sin City’ of ‘300’ doet verbleken. Daarvoor vertoont de film net wat te veel tekortkomingen. Die zwaktes nemen echter niet weg dat ‘Bunraku’ toch wel een interessant experiment is dat met wat goede wil best garant staat voor twee uurtjes kijkplezier.

Frank Heinen