Bystanders – Yu-wol-ui il-gi (2005)

Regie: Kyung-soo Lim | 107 minuten | actie, drama, misdaad, thriller | Acteurs: Yoon-jin Kim, Eric Moon, Eun-Kyung Shin, Ju-sang Yun

Korea is de laatste paar jaar echt een filmland geworden om rekening mee te houden. Chan-wook Park heeft zich behoorlijk in de kijker gespeeld met zijn gestileerde, gewelddadige en vaak moreel interessante “Vengeance”-trilogie. Joon-ho Bong maakte eerst de zwartkomische misdaadfilm ‘Memories of Murder’, en verraste toen de festivalcircuits met de alom geprezen monsterfilm ‘The Host’. Ji-woon Kim liet zien zowel in het horror- als het misdaadgenre erg goed uit de voeten te kunnen, getuige de boeiende en stijlvol uitziende ‘Tale of Two Sisters’ en ‘A Bittersweet Life’. En dan is er natuurlijk ook nog Ki-duk Kim die altijd wel voor controverse weet te zorgen met zijn extreme films als ‘The Isle’, maar daarnaast ook in staat is sterke, toegankelijke drama’s te maken als ‘Bin-Jip’ of ‘Spring, Summer, Autumn, Winter… and Spring’. Maar het gaat helaas niet altijd goed, zoals Kyung-Soo Lims ‘Bystanders’ laat zien.

Het begin van de film is veelbelovend. Net als veel van zijn landgenoten lijkt Lim ook veel gevoel voor stijl te hebben. Het eerste shot is genomen door twee leuningen van een trappenstel door, ’s avonds, in de gietende regen. Een jongen in een schooluniform strompelt over de trap en later over de brug heen, terwijl hij voorbijgangers probeert vast te klampen. Van boven gefilmd zien we de vele parapluutjes “voorbijlopen” die geen van allen aandacht aan de jongen schenken en zich snel uit de voeten maken wanneer hij naderbij komt. En dan is het te laat: een dreigende figuur in gele regenjas komt hem langzaam maar zeker achterna gelopen en haalt, wanneer hij de jongen bijna heeft bereikt, een vervaarlijk uitziend mes te voorschijn. De figuur in de regenjas steekt de jongen dood, die neervalt op de brug en een rode plas bloed achterlaat. Daar ligt ‘ie, helemaal in zijn eentje, verlaten door de mensen uit zijn eigen gemeenschap.

Het is een pakkend en sterk begin, zowel qua vorm als inhoud. Het ziet er sfeervol uit en daarnaast is het thema al meteen duidelijk: het gaat om de schuldvraag met betrekking tot mensen die toekijken maar niets doen als iemand onrecht wordt aangedaan. Meer specifiek gaat het over pesten op school en hoe dit probleem gewoon genegeerd wordt door leraren, en er door medeleerlingen ofwel mee wordt gedaan aan het pesten of de andere kant op wordt gekeken terwijl het pesten plaats vindt.

Het punt is, dat dit probleem eigenlijk alleen wordt gesignaleerd en er weinig naar oplossingen of achtergronden wordt gezocht. De behandeling van dit vraagstuk is te summier om een hele film van 107 minuten aan te hangen. Wellicht als de film in de vorm van een drama zou zijn gegoten in plaats van een clichématig seriemoordenaarverhaal, dat de regisseur meer filmische vrijheid had gehad om het thema inhoudelijk bevredigender uit te werken. Sinds ‘Se7en’ en alle soortgelijke films sindsdien, en gezien alle misdaadseries die tegenwoordig op televisie zijn, is het natuurlijk moeilijk om iets fris en interessants te maken, maar ‘Bystanders’ is gewoonweg niet spannend genoeg, bevat plotgaten die de film onnodig ingewikkeld maken, en heeft veel uitgesponnen of te expliciete gedeeltes of scènes. Zo is het onnodig om iedere keer dat een personage een anekdote vertelt over een gebeurtenis in het verleden een flashback hiervan te tonen. Alsof de kijker het alleen dán snapt. Ook wordt de boodschap van de film er iets te veelvuldig ingeramd bij de kijker.
Gelukkig dat de twee detectives een grappig stel vormen samen. Ze hebben een leuke, speelse relatie samen, en houden de film toch nog vrij vaak kijkbaar, ook al laat de spanning van het thrilleraspect of de inhoud van de dramatische component het regelmatig afweten.

‘Bystanders’ heeft in principe genoeg potentie. De film had een mooie genremix kunnen zijn. Er zit immers humor, drama, en (soms) spanning in het verhaal en de karakteriseringen. Het komt er helaas slechts voor een klein deel uit. Volgende keer beter.

Bart Rietvink