Captivity (2007)
Regie: Roland Joffé | 81 minuten | horror, thriller | Acteurs: Elisha Cuthbert, Daniel Gillies, Michael Harney, Laz Alonso, Pruitt Taylor Vince
Het is moeilijk te geloven dat films zo verschillend als ‘The Killing Fields’ en ‘Captivity’ van dezelfde maker komen. Beide films tonen een hoofdpersoon in een levenbedreigende gevangenschap en laten zien met welke oerinstincten deze personages uit hun benarde positie (proberen te) ontsnappen, maar hier houden de overeenkomsten wel op. Waar ‘The Killing Fields’ namelijk een subtiel, realistisch, en meeslepend drama was, is ‘Captivity’ een tweederangs martelhorror in de geest van de ‘Saw’-serie, die op zichzelf al niet bijzonder geslaagd was.
Elisha Cuthbert, die als Kim Bauer in de serie “24” al ruime ervaring heeft opgedaan in ontvoeringssituaties, weet de kijker nog wel aardig mee te voeren in haar belevingswereld van onzekerheid en doodsangst, maar tegen het stompzinnige, vol gaten zittende script zou zelfs een actrice van het kaliber Meryl Streep niet opgewassen zijn.
Even lijkt de film, of de psychopaat in de film, nog wel een duidelijk doel of heldere filosofie te hebben, maar wanneer alle verhaalelementen in de tweede helft van de film worden geopenbaard, vergaat de weinige goodwill die de film tot dan toe heeft opgebouwd als sneeuw voor de zon. Dan blijkt dat alle zieke spelletjes slechts voor de vorm bestonden – omdat de kijkers dat kennelijk willen zien. Dan maakt het verder niet uit of het in de film past. Tenminste, dat lijkt de gedachte van de makers te zijn geweest. Ook al lijkt de film op andere martelfilms, de toeschouwer kan geneigd zijn de film nog even het voordeel van de twijfel te geven. Wanneer de psychopaat Jennifer laat geloven dat hij haar gezicht gaat verminken (en heeft verminkt), zou de achterliggende gedachte – gezien haar beroep als fotomodel – kunnen zijn dat hij haar wil straffen voor haar ijdelheid, zoals de seriemoordenaar in ‘Se7en’ deed. En wanneer hij Jennifer laat kiezen tussen het doden van een hondje of het redden van haar eigen leven, lijkt hij – net als ‘Jigsaw’ uit ‘Saw’ – de grenzen van bepaalde morele keuzes te willen aftasten.
Helaas blijkt dit soort “beloftes” niet te worden ingelost wanneer de identiteit en achtergrond van de killer bekend worden gemaakt. Daarbij zijn de spelletjes vaak onnodig onsmakelijk, flauw of slecht uitgewerkt. Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk waarom Jennifer direct de jurk en hakken aandoet die haar worden aangeleverd, anders dan dat dit de kijker de mogelijkheid geeft om de actrice uit de kleren te zien gaan. Ook is het onlogisch dat ze meteen tot seks met haar medegevangenen overgaat wanneer deze nog ligt te creperen van hun gezamenlijke traumatische confrontatie met de gijzelnemer. De laatste akte waarin Jennifer probeert te ontkomen van haar ontvoerder, neemt helemaal ongeloofwaardige vormen aan, waarbij Jennifer, maar vooral de killer zelf tamelijk ondoordachte beslissingen neemt. De kijker zal meer dan eens de wenkbrauwen fronsen bij de clichématige en onbegrijpelijke handelingen – zogenaamd bedoeld om spanning op te wekken – in het slotakkoord van de film.
Het is te veel eer om te zeggen dat ‘Captivity’ veelbelovend begon, maar het had misschien nog een redelijk effectieve ‘Saw’-kloon kunnen worden als er daadwerkelijk denkwerk zou zijn verricht bij het schrijven van het script en er niet slechts vertrouwd zou zijn op een (semi-)bekende naam en wat geijkte shocksituaties. Nu heeft het er sterk de indruk van alsof de makers eenvoudig mee hebben willen liften op het succes van andere martelhorrors. Regisseur Roland Joffé is tot veel beter in staat.
Bart Rietvink