Cat People (1942)

Regie: Jacques Tourneur | 70 minuten | horror, thriller | Acteurs: Simone Simon, Kent Smith, Tom Conway, Jane Randolph, Jack Holt, Alan Napier, Alec Craig, Elizabeth Russel, Donald Kerr, Dynamite

De producent van deze film, Val Lewton, was van mening dat ‘the power of the camera to generate suspense lies in its power to suggest’. En dat komt duidelijk tot uiting. Van het begin af aan wordt er door kleine maar veelzeggende gebeurtenissen duidelijk gemaakt dat het nodige onheil zich zal gaan voltrekken. Wanneer dat zich dan daadwerkelijk afspeelt, is het inderdaad suggestie dat op geslaagde wijze de nodige spanning oproept.

De voortekenen dat er iets met Irena aan de hand is en dat ze een bijzondere relatie met katten heeft zijn legio. Haar tekening van een met een zwaard doorboorde panter, de dieren in de dierenwinkel die door haar binnenkomst in paniek uitbreken, de kat die agressief tegen haar is, de kanarie die van pure angst sterft wanneer ze hem uit de vogelkooi wil halen…Ook heeft ze haar huis volstaan met zaken die allemaal met katten te maken hebben en luistert ze als enige in haar flatgebouw graag naar de geluiden die ’s nachts uit de nabijgelegen dierentuin komen (‘many people in this building complain…to me, it’s natural’). De film blijft echter te lang hangen in teveel van deze voortekenen en aanwijzingen. Daarnaast wordt er teveel aandacht besteed aan het subplot met betrekking tot het op de klippen lopende huwelijk tussen Irena en Oliver en de diverse perikelen die er uit voortkomen, met als tweede subplot de op handen zijnde gedwongen opname van Irena in een psychiatrische inrichting door een psychiater die onderwijl zijn eigen snode plannen met Irena heeft. Door de bovenstaande zaken duurt het relatief te lang voordat de spanning wordt opgeroepen door middel van de duidelijke dreiging die van de pantervloek uitgaat…

Wanneer dit dan uiteindelijk wel gebeurt wordt dit gedaan door middel van scènes waarin Lewtons opvattingen ten aanzien van opgeroepen spanning duidelijk naar voren komen. Hierbij wordt er knap gebruik gemaakt van licht en donker en is er sprake van een goede cameravoering: de scène waarin Irena een nachtelijke achtervolging op Alice inzet in een afgelegen straat en waarin op subtiele wijze duidelijk wordt dat ze buiten beeld in een panter is veranderd… de scène waardoor duidelijk wordt dat Irena in haar pantervorm meerdere schapen gedood heeft en dat haar pantervloek geen verbeelding is… de scène in het donkere zwembad waarin Irena’s aanwezigheid onzichtbaar is tegen de achtergrond van de donker geverfde zwembadmuren maar haar gegrom en gegrauw haar dreiging in pantervorm des te duidelijker maakt…de scène waarin ze als panter Oliver en Alice bedreigt en tenslotte de scène waarin de psychiater zijn verdiende loon krijgt voor zijn bedrieglijke praktijken….stuk voor stuk knap gefilmde scènes die precies het beoogde doel bereiken, en wel de creatie van spanning door middel van de suggestie van gevaar. Het is alleen jammer dat het relatief lang duurt voordat de spanning op deze manier wordt opgeroepen en een paar van dit soort scènes in een eerder stadium had de opgeroepen sfeer en spanning door de hele film heen aanzienlijk ten goede gekomen.

Verder is het de vraag in hoeverre er sprake is van daadwerkelijke horror. Degenen die bedreigd worden zijn de ‘afvallige’ Oliver, de ‘rivale’ Alice, en de bedrieglijke psychiater met zijn persoonlijke romantische interesse in Irena, die gezamenlijk ook nog Irena’s gedwongen opname in een psychiatrische inrichting proberen te bewerkstelligen. Ook doordat de sympathie van de kijker bij Irena ligt komt er weinig tot geen identificatie met deze ‘kwaadwillenden’ tot stand waardoor het een en ander de kijker te weinig zal aangrijpen om van daadwerkelijke horror te spreken wanneer ze door Irena in haar pantervorm worden bedreigd. Spanning op zich is er zeker, en wel in hoge mate in de scenes met Irena in pantervorm, maar dit heeft meer betrekking op het feitelijk verloop van diverse situaties en het medeleven met Irena en haar vloek en niet of in slechts geringe mate ten aanzien van het lot dat de ‘kwaden’ kan treffen….

Verder zijn er de nodige minpuntjes in het verhaal te onderkennen: het is wel overduidelijk onverklaarbaar slordig van de oppasser in de dierentuin dat hij steeds weer de sleutel van de panterkooi in het slot laat zitten op een voor iedereen toegankelijke plaats. En is een nachtmerrie voor Irena echt genoeg om deze sleutel te ontvreemden nog voordat ze een feitelijke reden heeft voor het latere gebruik ervan? Wat echter regelrecht afbreuk doet aan de film zijn de letterlijke tekenfilmpanters in Irena’s nachtmerrie…

Al met al is dit een film die qua spanning wel scoort, maar qua horror tekortschiet en wel doordat de diverse dreigingen zijn gericht aan het adres van personen voor wie de kijker geen of weinig sympathie zal voelen. De film blijft te lang hangen in de voortekenen die wijzen op het naderend onheil en er wordt te veel aandacht besteed aan bijzaken. De diverse scènes waarin dreiging naar voren komt zijn knap gefilmd waarbij er effectief gebruik gemaakt wordt van suggestie en van licht en donker, maar het is jammer dat de kijker er relatief lang op moet wachten. Vooral voor de classic-liefhebbers.

Frans Buitendijk