Cat Stories (2019)

Recensie Cat Stories CinemagazineRegie: Carmen Cobos | 73 minuten | documentaire

In Nederland is het de normaalste zaak van de wereld om een huisdier te hebben dat daadwerkelijk onderdeel uitmaakt van het gezin. Max de hond of Minoes de poes krijgt een eigen plekje in huis om te slapen – of mag bij het baasje in/op bed. Er worden speeltjes voor het dier gekocht, er wordt tegen gekletst en hij of zij wordt uitgebreid geborsteld en geknuffeld. Wanneer we op vakantie gaan, wordt voor oppas gezorgd en heeft de hond of kat heel veel geluk, dan mag deze zelfs mee op reis. Huisdieren zijn bovendien een ware industrie; naast talloze soorten brokjes, snacks, verzorgingsproducten en kattenbakkorrels zijn er allerhande accessoires verkrijgbaar voor onze viervoetige vrienden. Voor honden bestaan tegenwoordig zelfs kledingstukken als regenjasjes en bodywarmers! Nederlanders kijken amper op of om bij deze constatering, maar voor mensen uit andere culturen is dit allemaal heel bijzonder. De Spaanse filmmaakster Carmen Cobo woont al 22 jaar in Nederland en is al aardig gewend aan veel van onze Hollandse eigenaardigheden, maar de manier waarop we met onze huisdieren, en dan met name onze katten, omgaan, blijft haar mateloos fascineren. “Bij ons thuis in Sevilla liepen er ook katten rond, maar die kwamen het huis niet in.” Waarom Nederlanders zo’n innige band met hun katten hebben, onderzoekt ze in haar documentaire ‘Cat Stories’ (2019).

Welke emotionele redenen gaan er schuil achter het feit dat miljoenen Nederlandse families een kat als huisdier nemen? Carmen Cobos zou dat graag willen begrijpen. Haar onderzoek start ze door zich beschikbaar te stellen als kattenoppas. Het brengt haar in huizen waar de katten de baas zijn. Uiteraard laat ze zich van tevoren uitgebreid instrueren, maar als ze dan daadwerkelijk zelf voor de katten moet zorgen, is ze behoorlijk onwennig. In een grappig mengelmoesje van Spaans, Nederlands en Engels probeert ze tegen de katten te praten – want dat doen Nederlanders kennelijk ook – en een band met ze op te bouwen. Maar iedereen die katten heeft weet dat de dieren nogal eigengereid zijn; voor velen is dat bovendien een belangrijke reden om een kat in huis te halen: ze hebben karakter. Tussen het oppassen door bezoekt ze het Amsterdamse DOA, het op één na oudste dierenasiel van Nederland waar tientallen katten wachten op een nieuw baasje. Ze ontmoet daar Marieke, die als een soort pleegmoeder hoogzwangere of onlangs bevallen asielpoezen in huis neemt om zich voor een periode van drie maanden over moeder en kittens te ontfermen. Ze worden als het ware klaargestoomd voor een nieuw leven, bij een leuk baasje thuis. Ook ontmoet Carmen Ineke, die in de jaren negentig een aantal traditionele Siamese katten meenam uit Ecuador en de raskatten sindsdien fokt. Bij de eerste kennismaking zit Carmen gelijk op de eerste rij: die dag mag de ‘stud cat’ een krolse poes proberen te bezwangeren. Bij een Alkmaarse dierenkliniek zit ze ‘front row’ bij een sterilisatie en een operatie. Tussen de bedrijven door spreekt ze met mensen die haar vertellen over hun bijzondere band met hun kat. Uiteraard komen er ook veel harige viervoeters – in allerlei soorten en maten – in beeld. Schattige kittens, wispelturige oude katers, raskatten en ordinaire huis-, tuin- en keukenkatten.

Verhalen maken over gewone mensen, dat is waar het Carmen Cobos om gaat. De in Sevilla geboren filmmaakster begon haar loopbaan ooit in de zorg, maar maakte begin jaren negentig de switch naar film en tv, verhuisde naar Engeland en ging aan de slag als researcher bij de BBC. Daar ontmoette ze de Nederlandse cameraman en producent Kees Ryninks, met wie ze in 1997 naar Amsterdam verhuisde en hun eigen productiehuis Cobos Films oprichtte. Als producent werkte ze samen met gerenommeerde cineasten als Heddy Honigmann en John Appel. Sinds 2012 regisseert ze ook films, waarin (klassieke) muziek het voornaamste onderwerp is. ‘Cat Stories’ wijkt in dat opzicht af van films als ‘Imperfect Harmony’ (2014) en ‘Nelsons No. 5’ (2015), maar gaat des te meer om gewone mensen. Een band met een huisdier is iets heel persoonlijks en dat geeft dit verder vrij luchtige portret iets intiems. Met een prettige dosis subtiele humor weet Cobos zonder moeite de aandacht van de kijker vast te houden. Die humor zit hem niet alleen in het toontje waarop ze tegen haar oppaskatten spreekt, maar ook in de portretten van de kattenliefhebbers zelf. Het commentaar bij de gearrangeerde bevruchting van de raskatten en het opstandige gedrag van Aagje, de oude rode kat van Carmens vriend Albert (en de manier waarop hij dat gedrag dan weer becommentarieert) zijn al dan niet bedoeld hilarisch.

Dat we vanuit diverse invalshoeken zien hoe katten deel uitmaken van onze samenleving, onze gezinnen, geeft de film een fijne balans. Of Carmen Cobos de dieren zelf nu helemaal begrijpt, daar mogen we onze vraagtekens bij zetten (de enige kat die haar – naar eigen zeggen – na al die weken enigszins lijkt te mogen, is uitgerekend die dwarse Aagje!), maar in haar missie om katteneigenaren beter te begrijpen, is ze wel degelijk geslaagd. Als Ineke vertelt over het overlijden van haar geliefde kat Mañana, is Carmen oprecht ontroerd en ook de zorgzame poezenpleegmoeder Marieke heeft haar hart gestolen. De liefde die mensen voor katten voelen, moet je eigenlijk zelf ervaren om deze te kunnen begrijpen. Als je het niet voelt, kun je het eigenlijk ook niet bevatten. Maar Carmen Cobos doet een heel aardige poging met deze film, die dankzij zijn humor en luchtigheid heel vermakelijk is.

Patricia Smagge

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 4 juli 2019