Cathérine de Médicis (1989)

Regie: Yves-André Hubert | 180 minuten | drama, geschiedenis | Acteurs: Alice Sapritch, Roland Lacoste, Vincent Gauthier, André Thorent, Philippe Desboeuf, Jean Alric, Paul Savatier, Toni Cecchinato, Simon Eine, Jean Bolleay, Isabelle Gélinas, Jean Dalric, Hélène Roussel, Emmanuelle Grange, Aurélien Recoing

Frankrijk 1568. Na de dood van koning Frans valt de troon toe aan diens tamelijk labiele broer Karel. Die brengt zijn tijd echter liever tussen de lakens door met zijn hoogblonde ketterse concubine en zijn wellustige zus, die het bed overigens ook deelt met de rest van het hof. De feitelijke macht ligt ondertussen bij Karels listige moeder Catherina de’ Medici, die achter de schermen de edelen tegen elkaar uitspeelt om de positie van haar zoon veilig te stellen. Een zwakke koning op de troon parkeren is immers vragen om problemen, en allerlei in Frankrijk ongetwijfeld welbekende historische personen verdringen zich dan ook om het machtsvacuüm op te vullen.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: over ‘Catherine de Médicis’ valt weinig goeds te zeggen. De uit de twee films bestaande serie faalt niet alleen als historisch drama maar ook als politieke thriller. Zoals andere kostuumdrama’s uit de jaren tachtig is de film eerder schatplichtig aan het klassieke theater dan aan de ongeschreven regels van de filmindustrie. Zo drukken de personages zich vaak louter uit in fraaie volzinnen. De vertaling is daarbij gelukkig om van te smullen: ‘Wel vermetel, onderdanen die de koning de wet voor schrijven?!’, briest de vorst als zijn edelen hem afvallen. Aangezien de film het beste valt te beschrijven als een aaneenschakeling van dialogen, is ‘Catherine de Médicis’ vermoedelijk louter interessant voor de meest fanatieke genreliefhebbers.

Enkele tientallen jaren aan geschiedenis samenvatten in twee films van samen circa drie uur is een lastige onderneming. Scènes en personages wisselen elkaar dan ook in een dusdanig hoog tempo af dat de plot voor leken lastig te volgen is. De kijker heeft vaak maar te raden welke partijen de fraai uitgedoste maar bijna identiek ogende edelen vertegenwoordigen. Het helpt evenmin dat de meeste dialogen dusdanig bombastisch worden gebracht dat zelfs de gang naar de poepdoos wordt gepresenteerd als een besluit waar de toekomst van Frankrijk vanaf hangt. De cast is zeker in de eerste film uit de serie zo groot dat er van enige karakterontwikkeling geen sprake kan zijn.

Het budget was vermoedelijk uiterst bescheiden, dus de actie blijft doorgaans beperkt tot verbaal wapengekletter. Op de weinige momenten waarop de personages hun, overigens spartaans ingerichte, salons en torenkamers verlaten, levert dat hilarische situaties op. Wat bijvoorbeeld te denken van een graaf die herhaaldelijk met messen wordt gestoken, om vervolgens zonder zichtbare verwondingen ter aarde te storten. Als de koning met zwepen wordt afgetuigd laat dat evenmin zichtbare verwondingen achter. Op andere momenten gaan de films dan weer compleet over de top qua special effects, als na een veldslag bijvoorbeeld wordt ingezoomd op een man wiens oog half uit de kassen hangt. Het zijn nogal onsmakelijke details die in dit genre niets toevoegen.

Het zwakste punt van de eerste film is de kleurrijke, sterk geseksualiseerde weergave van het Franse hof. Het legertje travestieten, hielenlikkers, nymfomanen, psychopaten en narcisten dat er de wandelgangen onveilig maakt, geeft het geheel een nogal karikaturale aanblik. Het machiavelliaanse gekonkel van Catherina is met name in de eerste film nauwelijks nog serieus te nemen als je kijker continue het gevoel hebt als een soort voyeur de bewoners van een psychiatrische kliniek te begluren. Zo rent koning Karel na een verhitte discussie de kasteelpoort uit, om zijn frustraties met een bijl (!) af te reageren op verbijsterde plattelandsbewoners. Zijn broer, de Hertog van Anjou (de toekomstige vorst van Nederland), marcheert constant in een jurk rond en onderhoudt dubieuze seksuele relaties met zowel zijn boezemvriend als zijn zusje.

De tweede film uit de serie speelt zich enkele tientallen jaren later af, hetgeen wil zeggen dat de alle heren nog langere baarden en fraaiere snorren hebben gecultiveerd, maar verder fysiek geen dag ouder ogen dan hun personages uit de eerste film. Het aantal personages is gelukkig enorm ingekrompen, waardoor de plot een stuk beter is te volgen.

‘Catherine de Médicis’ is een film die buiten Frankrijk vermoedelijk weinig populair zal blijken. De stijve dialogen, kale sets en historische onjuistheden komen het geheel bepaald niet ten goede. Alice Sapritch overtuigt als Catherina, maar is helaas een van de weinige lichtpunten in een verder nogal lusteloze productie.

Tom van Leeuwen